Studiegids

nl en

Stage Leerproblemen

Vak
2020-2021

Ingangsvoorwaarden

Wie een klinische praktijkstage doet moet de cursussen Diagnostiek en behandeling: theorie in praktijk en Klinische vaardigheden gevolgd hebben (ongeacht of studenten tijdens hun klinische praktijkstage de Basisaantekening Diagnostiek willen behalen). De uren voor de Basisaantekening Diagnostiek gaan pas tellen als de laatste demo-bijeenkomst van het vak Klinische vaardigheden (Diagnostiek en Behandeling) is bijgewoond en studenten deel hebben genomen aan het tentamen van het vak Diagnostiek en Behandeling: theorie in praktijk. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie de Wegwijzer Masterstage. Deze is te vinden op de website van het Stagebureau Pedagogische Wetenschappen

Studenten die zich niet willen kwalificeren voor bovengenoemde NVO-registraties kunnen ook een onderzoeksstage lopen.

Vakbeschrijving

Tijdens de klinische praktijkstage binnen de Masterspecialisatie Leerproblemen loopt de student stage bij een externe instelling waarbij de nadruk ligt op diagnostiek en behandeling. Afhankelijk van de mogelijkheden van de stageplaats kan de student de NVO Basisaantekening Diagnostiek behalen.

Een onderzoeksstage binnen de Masterspecialisatie Leerproblemen biedt de student de mogelijkheid bekend te raken met onderzoeksactiviteiten op dit gebied. In de onderzoeksstage wordt de nadruk gelegd op het uitvoeren van verschillende onderzoeksactiviteiten zoals het werven van proefpersonen, het onder supervisie verzamelen en coderen van onderzoeksdata en het analyseren van data.

Leerdoelen

De algemene leerdoelen van de stage zijn: 1. Het integreren van eerder in de opleiding aangeleerde kennis en vaardigheden met de (onderzoeks)praktijk, met name in realistische werksituaties. 2. Het verwerven van verdere relevante kennis en vaardigheden en inzicht in praktische situaties in het werkveld. 3. Intensief kennismaken met een onderzoeks- of pedagogisch werkveld. 4. Leren zelfstandig en verantwoordelijk te functioneren in een organisatie (professionele houding). 5. Zicht krijgen op de eigen mogelijkheden en beperkingen in professionele situaties.

Rooster

Er zijn twee instroommomenten: augustus/september en januari/februari. De stagebijeenkomsten zijn hierop afgestemd. Stagebijeenkomsten vinden overdag plaats en worden gepland door de stagedocent aan de start van de stage op basis van de aanmeldingen van studenten (zie onder).

Onderwijsvorm

Tijdens de stage krijg je begeleiding vanuit de opleiding en vanuit de stage-instelling. Gedurende de stage zijn er stagebijeenkomsten waarin uitwisseling van kennis en ervaringen tussen studenten en stagedocent mogelijk is. Aan deze bijeenkomsten nemen ook studenten met de masterspecialisatie kinderen met leer- en gedragsproblemen in het onderwijs deel.

Stagedocent

Vanuit de opleiding word je begeleid door je stagedocent. Dit geldt ook voor studenten die een onderzoeksstage lopen. De begeleiding bestaat uit individuele gesprekken en/of een aantal groepsbijeenkomsten. Je wordt verwacht kritisch te kunnen reflecteren op je functioneren en leerproces. Je stagedocent beoordeelt je functioneren en leerproces gedurende je stage en bekijkt daarnaast of je voldoende diepgang biedt in je verslaglegging (bv. stageplan, reflectieverslag, eindverslag). De tussentijdse en eindevaluatie vindt plaats met je stagedocent en stagebegeleider.

Stagebegeleider

De stagebegeleider is een universitair geschoolde (ortho)pedagoog/psycholoog met minstens één jaar werkervaring en werkt voor de organisatie/instelling waar je stage loopt. Hij of zij geeft je de kans om nuttige praktijkervaring op te doen binnen de instelling en zorgt dat je over de noodzakelijke faciliteiten beschikt om je taken op de stageplaats uit te kunnen voeren. Daarnaast geeft de stagebegeleider een advies aan je stagedocent voor de tussentijdse evaluatie en de eindbeoordeling. Precieze afspraken over de begeleiding in de instelling maak je voorafgaand aan je stage en deze worden in het stagecontract vastgelegd.

Rolverdeling stagebegeleider & stagedocent

Zowel de stagebegeleider (stage-instelling) als de stagedocent (universiteit) beoordelen de student tijdens de stage.

De stagebegeleider richt zich in de beoordeling voornamelijk op het professionele handelen van de student tijdens de stage.
De stagedocent legt bij de beoordeling de nadruk op niveau en aard van de academische reflectie en activiteiten van de student tijdens de begeleiding op de universiteit en in de kwaliteit van zijn/haar verslagen.

Reflectie

Tijdens de stage maak je een aantal (reflectie)opdrachten, waarin het academisch karakter van je stage aan bod komt. Denk hierbij aan een reflectie op je voortgang, een beschrijving van de theoretische achtergrond van het onderzoeksproject waaraan je deelneemt, een analyse van de stage-instelling of een beschrijving van de wetenschappelijke inzichten die richtinggevend zijn voor het praktisch handelen binnen de instelling. Deze opdrachten bespreek je met je stagedocent en/of medestudenten. Met deze opdrachten reflecteer je op je leerproces en de ontwikkeling van je professionele gedrag. Een deel van deze opdrachten is onderdeel van het stageverslag, dat je aan het eind van je stageperiode schrijft.

Toetsvorm

Tussentijdse evaluatie

Halverwege je stage schrijf je een tussentijds verslag en vindt een tussentijdse evaluatie plaats. Het doel van de tussentijdse evaluatie is na te gaan hoe ver je bent met het behalen van je persoonlijke leerdoelen en vaststellen of er aanpassingen nodig zijn in de werkzaamheden die je doet.

Eventuele knelpunten komen aan de orde en er wordt gezamenlijk gezocht naar een oplossing of volgende stap in je leerproces. Er zijn in de Wegwijzer richtlijnen aanwezig voor het maken van een tussentijds reflectieverslag ten behoeve van de tussentijdse evaluatie.

Daarnaast vult je stagebegeleider een tussentijdsbeoordelingsformulier in (zie Wegwijzer).

Eindevaluatie en eindbeoordeling

Aan het einde van je stageperiode schrijf je een stageverslag en vindt er een eindgesprek plaats waarin de leerdoelen worden beoordeeld. Na de eindevaluatie bepaalt de stagedocent het eindcijfer.

Dit cijfer is gebaseerd op:
1. Het beoordelingsadvies van de stagebegeleider
2. De kwaliteit van de door de student ingeleverde opdrachten en de participatie in stagebijeenkomsten
3. De kwaliteit van het stageverslag en/of eindproduct.

Beoordelingsformulieren zijn beschikbaar via de stagedocent of Wegwijzer. De beoordeling wordt besproken met de student tijdens het eindgesprek.

Brightspace

Tijdens dit vak wordt gebruik gemaakt van Brightspace.

Literatuur

Gedetailleerde informatie over de stage is te vinden in de Wegwijzer Masterstage die op de website van het Stagebureau Pedagogische Wetenschappen staat.

Aanmelden

Onderwijs

Aanmelden voor de stage is verplicht. Studenten melden zich voorafgaand aan de start van de stage via een aanmeldlink Brightspacepagina van de cursus.

Tentamen

NB Dit vak wordt afgesloten met een paper. Voor vakken die afgesloten worden met een paper i.p.v. een tentamen hoef je je niet aan te melden via uSis.

Contact

Contactpersoon voor de Masterstage Leerproblemen is Dr. Siuman Chung

Voor algemene informatie over de Masterstage en het vinden van een stageplaats kun je contact opnemen met het Stagebureau Pedagogische Wetenschappen
Studenten die zich niet willen kwalificeren voor bovengenoemde NVO-registraties kunnen ook een onderzoeksstage lopen.