Studiegids

nl en

Cultuur voor iedereen. Populaire cultuur in Nederland, 1900-1940

Vak
2020-2021

Toegangseisen

De BSA-norm is behaald en beide Themacolleges zijn met een voldoende afgerond.

Beschrijving

Begin twintigste eeuw was het culturele leven in Nederland volop in beweging. Historici hebben deze periode aangewezen als een belangrijke fase in de opkomst van populaire cultuur in de westerse wereld. Een groeiend aantal Nederlanders profiteerde van verbeterd onderwijs, een beter inkomen en kortere werktijden. Men ging met enige regelmaat naar een leeszaal of bibliotheek, bezocht de bioscoop, werd lid van een sportclub, en luisterde naar de kersverse Nederlandse radio-omroep. In 1930 werden bijna vijf miljoen boeken uitgeleend en meer dan dertig miljoen bioscoopkaartjes verkocht.

In dit college onderzoeken we aan de hand van wetenschappelijke literatuur en contemporaine publicaties (brochures, kranten en tijdschriften) hoe ‘gewone’ Nederlanders deze uiteenlopende vormen van populaire cultuur beleefden. De hypothese die we tijdens dit college zullen toetsen, is dat de populaire cultuur in Nederland in deze periode niet wezenlijk verschilde van de omliggende landen. Het concept ‘populaire cultuur’ en Europese contacten staan dan ook centraal. In hoeverre was de populaire cultuur het product van internationale uitwisseling? Hoe werden buitenlandse cultuurproducten in Nederland ontvangen?

Thema’s en onderwerpen die in dit college aan bod kunnen komen, zijn theaterstukken, muziek, films, literatuur, sport en tentoonstellingen. Welke buitenlandse boeken kregen een Nederlandse vertaling? Wanneer maakte de cowboy zijn intrede in Nederland? En hoe dacht men in Nederland over Amerikaanse gangsters als Al Capone en Bonnie en Clyde?

Dit college sluit aan bij het kerncollege De grenzen van de macht.

Leerdoelen

Algemene leerdoelen

De student kan:

  • 1) een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;

  • 2) een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
    a. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
    b. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
    c. een wetenschappelijk debat analyseren;
    d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen

  • 3) reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;

  • 4) een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van de eerstejaars Themacolleges, en daarbij;
    a. een realistische planning hanteren;
    b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
    c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
    d. feedback geven en ontvangen;
    e. aanwijzingen van de docent verwerken.

  • 5) participeren in de discussies tijdens colleges.

Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting

  • 6) De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Werkcollege behoort;

  • bij de afstudeerrichting Vaderlandse Geschiedenis voor staatsvorming, identiteit, en politieke cultuur van Nederland en de Nederlandse overzeese gebieden vanaf de zestiende eeuw;

  • 7) De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht bij de afstudeerrichting Vaderlandse Geschiedenis voor primaire bronnen en diachrone nationale geschiedenis.

Leerdoelen, specifiek voor dit college

De student:

  • 8) heeft kennis opgedaan over de Nederlandse politiek en maatschappij in de bestudeerde periode.

  • 9) heeft inzicht verworven in de betekenis van het concept ‘populaire cultuur’.

  • 10) heeft ervaring opgedaan met het zoeken en kritisch analyseren van primaire bronnen.

Rooster

Kijk op MyTimetable.

Onderwijsvorm

  • Werkcollege met aanwezigheidsplicht

Dit houdt in dat studenten bij alle werkcolleges aanwezig moeten zijn. Indien een student toch verhinderd is dient hij dit vooraf te melden aan de docent. De docent bepaalt vervolgens of, en zo ja, hoe het gemiste college door een vervangende opdracht kan worden ingehaald. Als er specifieke beperkingen zijn bij een college dan maakt de docent dat aan het begin kenbaar. Indien de student niet voldoet aan voornoemde voorwaarden, wordt deze uitgesloten van deelname.

Toetsing en weging

Toetsing

  • Werkstuk (5.000-6.000 woorden gebaseerd op literatuur; exclusief voorblad, inhoudsopgave, bibliografie, voetnoten)
    getoetste leerdoelen: 2-4, 6-10

  • Mondelinge presentatie
    getoetste leerdoelen: 3-4, 6-10

  • Participatie
    getoetste leerdoelen: 1, 5

  • Opdracht 1 (formuleren onderzoeksvraag)
    getoetste leerdoelen: 2, 6-9

  • Opdracht 2 (bronnenopdracht)
    getoetste leerdoelen: 1, 3-4, 6-10

Weging

  • Werkstuk: 70%

  • Mondelinge presentatie: 10%

  • Participatie: 10%

  • Opdracht 1: 5%

  • Opdracht 2: 5%

Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn.

Deadlines

Voor het inleveren van de opdrachten en het werkstuk geldt de deadline, zoals aangegeven in de corresponderende Brightspace cursus.

Herkansing

Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de deadline zoals aangegeven in de corresponderende Brightspacecursus.

Inzage en nabespreking werkstuk

Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het werkstuk wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de inzage en nabespreking van het werkstuk plaatsvindt.

Literatuurlijst

De literatuur wordt t.z.t. bekend gemaakt en beschikbaar gesteld via de UB en Brightspace.

Inschrijven

Inschrijven via uSis is verplicht.

Algemene informatie over uSis vind je op de website.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Niet van toepassing

Contact

W.F.J. Linmans MA

Opmerkingen

Geen