Studiegids

nl en

Taal in gebruik

Vak
2015-2016

Toegangseisen

Geen

Beschrijving

Taalgebruikers bedoelen vaak meer met hun taaluitingen – en soms zelfs iets heel anders – dan ze letterlijk zeggen. Dat zie je al aan heel alledaagse voorbeelden: als je aan iemand vraagt ‘Weet jij hoe laat het is?’ dan zit je niet op het antwoord ‘ja’ te wachten. Maar als er vaak zo’n verschil is tussen de bedoeling van de spreker en de letterlijke betekenis van de taaluiting, hoe kan het kan dat we elkaar (meestal) toch goed begrijpen? Hoe werkt communicatie met taal precies? Dat is de algemene vraag waarmee we ons in dit college bezig houden.

Als eerste komt de theorie over taal en handelen aan de orde. Taal is niet alleen een middel om informatie over te dragen, je kunt er ook dingen mee doen. Met taal kun je handelingen verrichten, zoals een belofte doen, een advies geven en een vergadering openen; het is zelfs moeilijk voorstelbaar hoe we zonder taal dit soort handelingen zouden kunnen verrichten. Maar de taal op zichzelf geeft niet altijd voldoende informatie aan de luisteraar om te kunnen bepalen welke taalhandeling de spreker wil uitvoeren, veel taalgebruik is indirect. We besteden ook aandacht aan de psychologische verwerking van indirect taalgebruik.

Vervolgens bestuderen we toepassingen van de theorie in tekst en gespreksanalyse. Taalgebruikers handelen niet in het luchtledige, maar stemmen hun bijdragen af op degene(n) met wie ze communiceren. Aan die afstemming liggen bepaalde principes en conventies ten grondslag, die van belang zijn bij de interpretatie van talig handelen.

Ten slotte bekijken we welke consequenties het handelingskarakter van taal heeft voor het taalsysteem: de woordenschat en de grammatica. Wat is precies de relatie tussen taalhandelingen en de talige vorm van uitingen? Als er zo vaak een verschil is tussen de bedoeling van de spreker en de betekenis van zinnen: waar ligt dan de grens, wat zit er dan wel in de taal? Hoe leren kinderen taal-in-gebruik? En welke rol speelt indirect taalgebruik bij taalverandering?

Leerdoelen

  • Kennis van en inzicht in theorieën over taalgebruik en conversaties.

  • Kennis van en inzicht in theorieën over de productie en verwerking van taalgebruik en conversaties.

  • Kennis van de gevolgen die taalgebruik heeft voor het taalsysteem en andersom.

Rooster

Zie het rooster van de opleiding Nederlandse taal en cultuur

Onderwijsvorm

Hoor-/werkcollege

Studielast

De totale studielast voor 5 ec is 140 uur, verdeeld over onderstaande activiteiten:

  • 2 uur p.w. x 13 weken = 26 uur college

  • 210p. verplichte literatuur; uitgaande van ca. 7 pagina’s per uur komt dat neer op 210/7= 30 uur tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur

  • 14× 3 uur= 42 uur tijd voor het maken van opdrachten, ter voorbereiding op het college

  • studeren voor analyseopdracht en tentamen = 36 uur

  • toetsing: 2 × 2 uur = 4 uur

Toetsing

Een opdracht (aan het eind van blok 1) en een schriftelijk tentamen. De opdracht telt voor 30% mee, het tentamen voor 70%. Het cijfer voor het tentamen mag niet lager zijn dan 5.5. Alleen het tentamen kan herkanst worden.

Blackboard

Het programma, de opdrachten en de literatuur staan op Blackboard.

Literatuur

a) Ronny Boogaart, Een sprinter is een stoptrein zonder WC. De sturende kracht van taal. Amsterdam University Press, 2015, b) de reader ‘Taal in Gebruik’ en c) een aantal artikelen die op Blackboard staan. Voor de reader, kijk bij: Readeronline

Aanmelden

Inschrijven voor dit vak via uSis.

Aanmelding voor A la carte en contractonderwijs

Dit college is niet beschikbaar voor A la carte onderwijs.

Contact

Voor inhoudelijke vragen: Mw. M. van Naerssen MA

Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur/neerlandistiek.
Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071-5272 2604.
mail: osz-oa-eyckhof@hum.leidenuniv.nl.