Studiegids

nl en

Materieel Strafrecht

Vak
2016-2017

Toegangseisen

Inleiding Strafrecht.

Beschrijving

In het vak Inleiding Strafrecht heeft u onder andere kennisgemaakt met de onderscheiding tussen formeel en materieel strafrecht. Het materiële strafrecht is dat deel van het strafrecht dat betrekking heeft op strafrechtelijke aansprakelijkheid. Van strafrechtelijke aansprakelijkheid is sprake wanneer is voldaan aan de vier voorwaarden voor strafbaarheid: 1) een menselijke gedraging die 2) valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving, 3) wederrechtelijk is en 4) aan schuld te wijten. Uitwerking van deze vier voorwaarden vindt plaats in strafbaarstellingen en algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid. De strafbaarstellingen vormen het bijzonder deel, de algemene leerstukken het algemeen deel van het materiële strafrecht. In deze cursus wordt vooral ingegaan op de algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid. Leerstukken als wederrechtelijkheid, causaliteit, opzet, culpa, poging en voorbereiding, daderschap en deelneming en de strafuitsluitingsgronden passeren de revue. Aan de hand van bestudering van wetgeving, jurisprudentie (van de Hoge Raad en andere (internationale) gerechten) en literatuur worden deze verschillende leerstukken door u bestudeerd. Daarbij gaat het om kennis van de (inter)nationale herkomst van algemene leerstukken, alsmede het belang daarvan in het licht van het strafrecht binnen een democratische rechtsstaat, om het begrijpen van de inhoud van de algemene leerstukken en om het toepassen van deze leerstukken in concrete casus. Tevens wordt, waar mogelijk, gewezen op overeenkomsten en verschillen tussen algemene leerstukken en vergelijkbare leerstukken in andere rechtsgebieden, in het bijzonder het burgerlijk recht en het bestuursrecht.

Leerdoelen

Doel van het vak:
Doel van het vak is aan de bestudering van materieelrechtelijke leerstukken. Daarbij gaat het om kennis van en inzicht in de systematiek en inhoud van verschillende materieelrechtelijke leerstukken, waaronder opzet, schuld, causaliteit, wederrechtelijkheid, poging en voorbereiding en deelneming, alsmede om de toepassing daarvan in concrete casus aan de hand van wetgeving en van voorgeschreven literatuur en jurisprudentie.

Na afronding van het vak heeft u de volgende kwalificaties verworven:

  • U kunt strafbaarstellingen ordenen en categoriseren, de inhoud ervan toelichten en uitleggen welke algemene leerstukken in een strafbaarstelling tot uitdrukking worden/welk algemeen leerstuk tot uitdrukking wordt gebracht;

  • U kunt de algemene leerstukken van materieel strafrecht op begripsniveau categoriseren, ordenen, van elkaar onderscheiden, in onderling verband en samenhang plaatsen en met elkaar vergelijken;

  • U kunt schetsen welke invloed de rechtspraak van de Hoge Raad (en andere (internationale) gerechten) heeft op de ontwikkeling van algemene leerstukken van materieel strafrecht en dat illustreren aan de hand van concrete casuïstiek;

  • U kunt algemene leerstukken, in het bijzonder wederrechtelijkheid, opzet en culpa, causaliteit, poging en voorbereiding, daderschap en deelneming en strafuitsluitingsgronden uit concrete casus deduceren en relateren aan in een concrete casus omschreven feiten en omstandigheden;

  • U kunt vraagstukken, voortvloeiend uit concrete casus en betrekking hebbend op algemene leerstukken van materieel strafrecht, in het bijzonder wederrechtelijkheid, opzet en culpa, causaliteit, poging en voorbereiding, daderschap en deelneming en strafuitsluitingsgronden, oplossen;

  • U kunt demonstreren/toelichten hoe oplossingen van vraagstukken, omschreven in concrete casus en betrekking hebbend op algemene leerstukken van materieel strafrecht, doorwerken in het beslissingsmodel van artikel 348/350 Sv.

Rooster

Kies voor propedeuse of bachelor en master.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 11

  • Namen docenten: prof. mr. J.M. ten Voorde

  • Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de per onderwijsweek voorgeschreven studiestof.

Werkgroepen

  • Aantal à 2 uur: 8

  • Namen docenten: nog nader bekend te maken

  • Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering en maken van de per onderwijsweek aangegeven opdrachten.

Tijdens de werkgroep staat een diepgaande analyse en praktische toepassing van delen van de voorgeschreven stof (wetgeving, jurisprudentie en literatuur) centraal. In de werkgroep ligt de nadruk op het beantwoorden van vragen naar aanleiding van een casus. De casus is in het werkboek van dit vak opgenomen en studenten worden geacht de vragen behorend bij de casus voorafgaand aan de werkgroep te hebben voorbereid. Bij inschrijving voor een werkgroep verplichten studenten zich dan ook nadrukkelijk tot schriftelijke voorbereiding van en (inter)actieve deelname aan deze vorm van onderwijs. Tijdens één onderwijsweek wordt in de werkgroep feedback gegeven op de door studenten gemaakte tussentoets.

Casuscolleges

  • Aantal à 2 uur: 2

  • Naam docent: Nog nader bekend te maken

  • Vereiste voorbereiding: Bestudering van de per onderwijsweek aangegeven opdrachten.

Tijdens het casuscollege staat, net als in de werkgroep, een diepgaande analyse en praktische toepassing van delen van de voorgeschreven stof (wetgeving, jurisprudentie en literatuur) centraal. De docent behandelt aan de hand van vragen naar aanleiding van een casus de voorgeschreven stof van die week. Studenten wordt de gelegenheid gesteld tot het stellen van vragen. Voor het casuscollege hoeft de student zich niet in te schrijven.

Responsiecollege

  • Aantal à 2 uur: 1

  • Naam docent: alle docenten nemen aan het responsiecollege deel

  • Vereiste voorbereiding: Bestudering van de totale hoeveelheid voorgeschreven studiestof. Tijdens deze bijeenkomst zullen vooraf per email gestelde vragen over de stof worden behandeld en wordt aandacht besteed aan en geoefend voor het tentamen. Het responsiecollege vindt slechts doorgang wanneer voldoende vragen zijn gesteld.

Inloopspreekuur

  • Aantal à 1 uur: 11

  • Namen docenten: nog niet bekend

  • Vereiste voorbereiding: geen, het betreft een mogelijkheid op individuele basis vragen voor te leggen aan de docent over onderdelen van de studiestof die u niet (goed) begrijpt.

Toetsing

  • Tussentoets: 3 uur

  • Nabespreking: 1 uur (tijdens één van de werkgroepen)

  • Tentamen: 3 uur

  • Nabespreking: 2 uur

Toetsing

Tussentoets

  • Een tussentoets van 3 uur, die plaatsvindt tijdens de breekweken van het vak . Getoetst wordt de in het werkboek aan te geven voorgeschreven stof.

  • De tussentoets telt voor 25% van het eindcijfer.

  • De tussentoets maakt een verplicht onderdeel uit van het eerstekanstentamen.

  • De tussentoets kan niet worden herkanst.

  • De tussentoets geldt slechts voor het eerstekanstentamen dat wordt afgenomen in het jaar dat de tussentoets is gemaakt.

  • De tussentoets telt niet mee voor het hertentamen.

  • De tussentoets bestaat uit een casus op basis waarvan een aantal vragen moet worden beantwoord. Getoetst wordt op het kunnen deduceren, relateren van algemene leerstukken aan in concrete casus omschreven feiten en omstandigheden, oplossen van vraagstukken voortvloeiend uit concrete casus en betrekking hebbend op tot de tussentoets bestudeerde algemene leerstukken, en demonstreren/toelichten hoe oplossingen van vraagstukken, omschreven in concrete casus en betrekking hebbend op de tot de tussentoets bestudeerde algemene leerstukken, doorwerken in het beslissingsmodel van art. 348/350 Sv.

Tentamen

  • Tentamen van 3 uur met open vragen (resultaat is 75% van het eindcijfer). Getoetst wordt alle voor het vak voorgeschreven stof.

  • Hertentamen van 3 uur met open vragen (resultaat is 100% van het eindcijfer). Getoetst wordt alle voor het vak voorgeschreven studiestof.

  • Het (her)tentamen bestaat uit een casus op basis waarvan enkele (maximaal 5) vragen moeten worden beantwoord. Getoetst wordt het kunnen deduceren, relateren van algemene leerstukken aan in concrete casus omschreven feiten en omstandigheden, oplossen van vraagstukken voortvloeiend uit concrete casus en betrekking hebbend op algemene leerstukken, en demonstreren/toelichten hoe oplossingen van vraagstukken, omschreven in concrete casus en betrekking hebbend op algemene leerstukken, doorwerken in het beslissingsmodel van art. 348/350 Sv.

Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, casuscollege en werkgroep.

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal

Literatuur:

  • J. de Hullu, Materieel strafrecht, Deventer: Kluwer (laatste druk).

  • M. Bosch, Arresten strafrecht/strafprocesrecht, Deventer: Kluwer (laatste druk).

Werkboek:

  • Werkboek Materieel strafrecht bachelor 2, 2015-2016.

Reader:

  • Geen

Aanmelden

De aanmelding verloopt via uSis.

Contact

  • Vakcoördinator: prof. mr. J.M. ten Voorde

  • Werkadres: Steenschuur 25

  • Inloopspreekuur: Gedurende het vak. Studenten moeten zich ministens 24 uur voorafgaand met opgave van vraag/ reden aanmelden voor het inloopspreekuur.

  • Telefoon secretariaat: 071 527 7529

  • E-mail: D.Bukuru@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling

  • Instituut: Strafrecht en Criminologie

  • Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht

  • Kamernummer secretariaat: C1.01

  • Openingstijden: maandag t/m donderdag van 9.00-16.00 uur

  • Telefoon secretariaat: 071 527 7529

  • E-mail: d.bukuru@law.leidenuniv.nl