Studiegids

nl en

Latijn: retorica

Vak
2020-2021

Toegangseisen

Dit college is een verplicht onderdeel van de bachelor Griekse en Latijnse taal en cultuur (jaar 1).

Beschrijving

Cicero is een emblematische figuur van de Romeinse oudheid: het toonbeeld van welsprekendheid, de zelfverklaarde uitvinder van de filosofische taal van het Latijn, een republikeinse held – en een van de zeer weinige mensen in wiens privéleven wij een kijkje kunnen nemen.

Na een kort overzicht van Cicero’s politieke carrière, zijn retorische ontwikkeling, zijn beroemdste processen, zijn retorische en filosofische werken en zijn correspondentie, zal tijdens deze cursus Cicero’s retorische meesterwerk De oratore centraal staan, waarvan wij capita selecta zullen bestuderen. Daarbij zullen m.n. de volgende onderdelen aan de orde komen: het genre van het werk; de setting van de dialoog; het belang van de welsprekendheid voor de maatschappij; de vijf officia oratoris; overtuigingsmiddelen; humor; stijltheorie; en de politieke betekenis van het werk.

De colleges zullen soms in gemeenschappelijke sessies gehouden worden (hoor- en responsiecolleges), soms in aparte groepen (waarbij de classici Cicero’s tekst vertalen en de minorstudenten op de basis van een bestaande vertaling gedetailleerd over kortere tekstpassages spreken).

Leerdoelen

Kennis en inzicht
De student:

  • leert de bij Taalverwerving Latijn (1 en 2) opgedane kennis van morfologie en syntaxis toe te passen bij het lezen en interpreteren van retorische teksten (I.i; II.i/iii);

  • beschikt over elementaire kennis van antieke retorische theorie;

  • beschikt over elementaire kennis van leven en werken van de centrale politicus, redenaar en retoricus Cicero (I.ii/vii);

  • beschikt over elementaire kennis van de politieke situatie in de late Romeinse republiek en de impact van politieke ontwikkelingen op de Latijnse literatuur (I.ii);

  • is zich bewust van het belang van de retorica voor de antieke literatuur (I.ii).

Vaardigheden
De student leert:

  • actief te participeren in de discussie n.a.v. de op college behandelde teksten (monde¬linge vaardigheden);

  • zelfstandig Latijnse teksten te lezen met behulp van een commentaar (II.i /schriftelijke vaardigheden);

  • lees- en vertaalvaardigheden van Latijns proza: het formuleren van een korte vertaling gelezen en ongelezen stof uit het werk van Cicero (II.ii);

  • eenvoudige open vragen over grammaticale en syntactische verschijnselen binnen een Latijnse tekst en over de inhoud van de gelezen stof te beantwoorden (II.i);

  • de op college behandelde (achtergrond)informatie te verwerken in korte essayvragen. (schriftelijke presentatievaardigheden);

  • het schrijven van een kort wb retorisch overtuigend betoog voor een breed publiek (schriftelijke presentatievaardigheden)

  • het retorisch apparaat te gebruiken voor tekstanalyse (II.iii);

  • de kennis over de historische context toe te passen op tekstanalyse (II.iii).

Rooster

Kijk op MyTimetable.

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege

  • Werkcollege

  • Zelfstandige literatuurstudie

Toetsing en weging

Toetsing

  • Schrijfopdracht voor een breed publiek van ca. 1000 woorden [opdracht zal 3 weken voor inleverdatum bekendgemaakt worden];

  • Tentamen: bestaande uit twee vertalingen (gezien en ongezien), grammaticale vragen en inhoudelijke vragen (gedeeltelijk essayvragen) over de behandelde stof.

Weging

Het cijfer wordt bepaald door de twee onderdelen te middelen (25% voor de schrijfopdracht en 75% voor het tentamen). Elk onderdeel moet voldoende (min. 5,5) zijn afgerond.

Herkansing

Elk onderdeel dat niet voldoende is afgerond kan in de tentamenperiode in mei/juni apart herkanst worden.

Inzage en nabespreking

Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het tentamen wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het tentamen plaatsvindt. Er wordt in ieder geval een nabespreking  georganiseerd indien een student hiertoe verzoekt binnen 30 dagen na bekendmaking van de uitslag.

Literatuurlijst

Studenten GLTC dienen aan te schaffen:

  • A.S. Wilkins (ed.) (1892 of later) Cicero: De Oratore I-III. [recente herdruk bij Bristol Classical Press, 2002]

Alle studenten moeten in het bezit zijn van een goede vertaling van Cicero's De oratore, bij voorkeur de Nederlandse vertaling van A.D. Leeman en H.W.A. van Rooijen-Dijkman onder de titel De ideale redenaar of de Engelse vertaling van J.M. May en J. Wisse onder de titel On the ideal orator. Wie al een andere vertaling bezit, kan deze eveneens gebruiken.

Verdere literatuur wordt beschikbaar gesteld via Blackboard.

Inschrijven

Inschrijven via uSis is verplicht.

Algemene informatie over uSis vind je op de website

Contact

Dr. Christoph Pieper Dr. Jörn Soerink

Opmerkingen

De deelnemers wordt dringend verzocht om vóór het begin van de collegereeks alvast De oratore in vertaling te hebben gelezen.