Studiegids

nl en

Coschap Snijdend

Vak
2022-2023

Toegangseisen

Beschrijving

De heelkunde behelst een grote diversiteit aan medische problematiek. Vanuit de heelkunde zijn in het verleden zelfstandige specialismen, zoals orthopedie, urologie, plastische chirurgie en thoraxchirurgie tot ontwikkeling gekomen. Binnen de Heelkunde zijn er verschillende aandachtsgebieden. Deze aandachtsgebieden kunnen berusten op de aard van de afwijkingen die behandeld worden, zoals bijvoorbeeld traumachirurgie, oncologische chirurgie, endocriene chirurgie, transplantatiechirurgie, vaatchirurgie, mond- kaak en aangezicht chirurgie, neurochirurgie en gastro-intestinale chirurgie. Naast deze heelkunde sub-specialismen, zijn de vakken spoedeisende hulp en anesthesie nauw verbonden met de uitvoering van het werk van de chirurg. “Heelkunde” en “operatieve vaardigheden” liggen in elkaars verlengde. Het werkterrein van de chirurg richt zich vooral op de indicatiestelling voor operatieve ingrepen en het afwegen van verschillende opties voor behandeling. Hierbij vindt een afweging plaats met betrekking tot individuele risicofactoren, wensen van de patiënt en technische, anatomische en fysiologische factoren om tot een goed onderbouwd chirurgisch behandelplan voor de patiënt te komen.
Geneeskunde is een multidisciplinair vak. Samenwerken is een belangrijke competentie voor elke dokter. Dit betekent dat ook het snijdend coschap nauw samenwerkt met andere specialismen.

Leerdoelen

De VVV periode heeft de volgende leerdoelen; de coassistent:
1. heeft kennis betreffende de vraagstukken uit het raamplan geneeskunde, zoals die zijn toegewezen aan het snijdend coschap.
2. past kennis toe betreffende de vraagstukken uit het raamplan geneeskunde, die zijn toegewezen aan het snijdend coschap.
3. Beheerst vaardigheden uit het raamplan geneeskunde, zoals die zijn toegewezen aan het snijdend coschap.
4. heeft inzicht in het fysisch diagnostisch proces en procedures in de heelkundige ketenzorg.
5. Toont een adequate professionele leerinstelling. De coassistent laat zien dat hij met zichzelf, zijn taken en anderen (collega-studenten en begeleiders) professioneel om kan gaan.
6. reflecteert op het eigen functioneren, benoemt kwaliteiten en beperkingen en stelt op basis hiervan persoonlijke leerdoelen op (IOP)
De klinische periode heeft de leerdoelen van de VVV periode inclusief de volgende leerdoelen; de coassistent:
7. interpreteert de verwijzing, controleert en interpreteert resultaten van aanvullend onderzoek.
8. voert op professionele wijze een chirurgisch anamnese gesprek.
9. voert op professionele wijze het lichamelijk onderzoek uit en kan dit interpreteren.
10. weet welk aanvullend onderzoek (extra) aangevraagd moet worden en kan dit interpreteren.
11. stelt een therapeutisch behandelplan op.
12. communiceert op professionele wijze met collega-artsen, coassistenten, verpleging.
13. assisteert op de operatiekamer en bewaakt daarbij de steriele werkomgeving.
14. laat zien dat hij met andere zorgverleners in teamverband kan werken.(multidisciplinair)

Rooster

Het rooster kun je vinden op de LUMC roostersite of op de LUMC rooster app.

Onderwijsvorm

Het coschap snijdend is verdeeld in een voorbereidingsfase (VVV weken) en een klinische fase. De voorbereidingsfase is bedoeld om de kennis die is opgedaan tijdens de bachelor te herhalen en eventueel nieuwe kennis op te doen. Tevens worden vaardigheden aangeleerd die direct in het coschap snijdend gebruikt kunnen worden. Kennis en vaardigheden worden getoetst voordat de student toegang krijgt tot de klinische fase.

In de klinische fase wordt de kennis en vaardigheden uit de VVV periode in de praktijk aangewend op de stageplek waar de student geplaatst wordt. Dit kan in overdrachten, poliklinieken, visites en operatiekamers plaats vinden. De VVV periode en de klinische periode worden apart getoetst. De VVV periode wordt afgesloten met twee vaardigheidstoetsen en een kennistoets (entreetoets). De entreetoets moet gehaald worden om toegang te krijgen tot de klinische stage.

De klinische periode wordt afgesloten met een combinatie van de prestaties in de kliniek in de vorm van Korte Praktijk Beoordelingen (KPB’s) en tussenbeoordelingen. Elke stage moet worden afgesloten met een voldoende tussenbeoordeling. Aan het einde van het klinische deel van het coschap is een kennistoets opgenomen: de eindtoets. Het resultaat van de eindtoets weegt mee in de eindbeoordeling.

Toetsing en weging

De VVV periode en de klinische periode worden apart getoetst. De VVV periode wordt afgesloten met twee vaardigheidstoetsen en een kennistoets (entreetoets). De entreetoets moet gehaald worden om toegang te krijgen tot de klinische stage.

De klinische periode wordt afgesloten met een combinatie van de prestaties in de kliniek in de vorm van Korte Praktijk Beoordelingen (KPB’s) en tussenbeoordelingen. Elke stage moet worden afgesloten met een dergelijke tussenbeoordeling. Aan het einde van het klinische deel van het coschap is een kennistoets opgenomen: de eindtoets. Het resultaat van de eindtoets weegt mee in de eindbeoordeling.

GAP toets

Deze toets is een onderdeel bij het onderwijs aan coassistenten in het coschap snijdend. Het doel van de toets is de kennis van studenten op een adequaat niveau te brengen aan het einde van de klinische periode. Door de toets met positief resultaat vòòr de datum van de eindbeoordeling af te ronden, kan een kleine stage (2 weken) naar boven toe gecompenseerd worden. Een Voldoende kan zo een Ruim Voldoende worden voor een tussenbeoordeling van een kleine stage.

De toets bestaat uit meerdere pogingen die vragen op het kennis niveau van de student stelt. Tussen pogingen zit altijd minstens 1 week tussenruimte. De coassistent die op maandag start is dus pas weer op de volgende week aan de beurt. De eerste toets hoeft niet te worden voorbereid. Voor de volgende toets-pogingen bepaalt u zelf welke onderdelen u gaat voorbereiden en laat toetsen. Dit doet u op basis van de persoonlijke feedback uit de toets.

Eindbeoordeling

Nadat het coschap is afgerond en het portfolio is ingeleverd wordt het coschap beoordeeld. Het niveau van de beoordeling heeft 5 mogelijkheden: O, V, RV, G of U. De keuze voor één van deze beoordelingen volgt uit de tussenbeoordelingen en de uitslag op de eindtoets.
Indien de eindtoets niet gehaald is, wordt de eindbeoordeling 1 niveau omlaag aangepast.

Literatuurlijst

Zie Brightspace.

Inschrijven

Er vindt één keer per jaar een indelingsronde plaats voor de coschappen die starten in het volgende collegejaar. Deze indeling vindt plaats in de periode januari-maart. Voor meer informatie, zie Brightspace en de studentenwebsite.

Contact

heelkundeonderwijs@lumc.nl

Coördinator: P.M.Bloemendaal (P.M.Bloemendaal@lumc.nl)

Coördinator: K.A.Bartlema (K.A.Bartlema@lumc.nl)

Onderwijs assistente: M.L.Groot-Warmerdam

Opmerkingen