Toegangseisen
Beschrijving
Een goed functionerend bewegingsstelsel is essentieel voor het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse taken en bezigheden. Geringe afwijkingen of ziekten aan het bewegingsstelsel kunnen al snel invaliderende gevolgen hebben. Circa 30% van de Nederlanders met klachten worden hierdoor gehinderd in hun normaal functioneren.. Op grond van demografische ontwikkelingen (o.a. vergrijzing en lifestyle veranderingen) is te verwachten dat de prevalentie van stoornissen van het bewegingsstelsel de komende jaren verder zal toenemen.
In dit blok worden klachten van het bewegingsapparaat behandeld zoals deze in de praktijk van de huisarts en de specialist veelvuldig voorkomen, met een accent op reumatologische, neurologische, traumatische en orthopedische problematiek. Het blok vormt de klinische voortzetting van het eerstejaarsblok “van Mens tot Cel” en de tweedejaarsblokken “Mechanisms of Disease 1 en 2”. Het leren onderscheiden van normaal en abnormaal (functie en structuur van het bewegingsapparaat) vormt de rode draad in het blok. Anamnestische en specifieke fysisch-diagnostische vaardigheden en radiologische bevindingen zijn hierbij onmisbaar, aangezien hiermee vaak de juiste diagnose gesteld kan worden.
Leerdoelen
De student kan / moet:
- de samenstellende delen van de wervelkolom, de bovenste en onderste extremiteit en (ab)normale functies van spieren en gewrichten benoemen en de gevolgen voor de bewegingsketen en -mogelijkheden beredeneren.
- acute en chronische klachten van het bewegingsapparaat beredeneren, welke anatomische structuren zijn aangedaan en kan eenvoudige biomechanische principes toepassen.
- de aansturing van de bewegingsketen beredeneren, gebruikmakend van de indeling van spieren en het verloop van bloedvaten en zenuwen, en bij een stoornis of letsel aangeven hoe deze gestoord is.
- bij klachten en symptomen bij aandoeningen van het bewegingsapparaat onderscheid maken tussen inflammatoire en niet-inflammatoire oorzaken, articulaire en periarticulaire oorzaken, urgente en niet-urgente problematiek, en bij normale botstofwisseling en gestoorde botstofwisselingen aangeven welk aanvullend onderzoek en behandeling noodzakelijk is.
- bij eenvoudige neurologische stoornissen onderscheid maken tussen centraal en perifeer, congenitaal en verworven, traumatisch en niet-traumatisch, urgente en niet-urgente problematiek en aangeven welk aanvullend onderzoek en behandeling noodzakelijk is.
- de reactie(s) van het lichaam op verschillende type meest voorkomende traumata kunnen voorspellen en kunnen relateren aan patiënten met letsel(s).
- bij traumapatiënten aangeven welk (aanvullend) onderzoek noodzakelijk is, kan behandelingsstrategieën beredeneren en daarover de patiënt informeren.
- met anamnestische gegevens en het verzamelen daarvan, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek, een differentiaal diagnose opstellen bij een patiënt met stoornis(sen) van het bewegingsapparaat, en hierbij gebruik te maken van kennis van epidemiologische gegevens.
- keuzes ten aanzien van behandelopties op populatie niveau kunnen beargumenteren op basis van maatschappelijke en financiële overwegingen en wat de betekenis hiervan voor de patiënt is.
- beredeneren hoe bij een patiënt na een conservatieve of operatieve behandeling aan het bewegingsapparaat herstel van functie optreedt en kan de verschillende behandelingsstrategieën en keuze van een revalidatietraject onderbouwen.
- van een chirurgische behandeling de registratie achterhalen en beredeneren wat de belangen en de beperkingen van deze registratie zijn.
- aan de hand van de juiste zoektermen literatuur over behandelopties vinden, en de gebruikte statistische methoden in de literatuur interpreteren. De student kan de verschillen in studieresultaten vergelijken en op waarde schatten. (lijn AWV jaar 2)
- een behandelingsoptie voorstellen op basis van economische, ethische en culturele omstandigheden.
- basisvaardigheden betreffende het lichamelijk functieonderzoek van het bewegingsapparaat onder supervisie uitvoeren.
- het effect van chronische pijnklachten op het dagelijks functioneren beschrijven.
Rooster
Het rooster is zichtbaar via MyTimeTable.
De tentamendata zijn vastgesteld door het opleidingsbestuur en staan vermeld in het rooster.
In het rooster en/of op Brightspace wordt bekend gemaakt wanneer en op welke wijze de inzage en nabespreking van het tentamen plaatsvindt.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges, Werkcolleges, Patiëntendemonstraties, Responsiecolleges, Werkgroepen, Snijzaalpractica, Functieonderzoek, Patiëntpartners, E-Learning, multimediatour in anatomisch museum.
Werkgroeponderwijs, Snijzaalpractica, Functieonderzoek, Patientpartners zijn verplichte onderdelen van het onderwijs. De beoordeling van het blok wordt niet vrijgeven voordat deze verplichtingen zijn voldaan.
Toetsing en weging
Deeltentamen 1: na 3 wkn onderwijs over functionele anatomie en bewegingsproblematiek (MC en EMQ; (25% eindcijfer)
Deeltentamen 2 Lichamelijk onderzoek (mondeling/praktijk toetsing: voldoende/onvoldoende)
Deeltentamen 3: Referaat over een traumatologisch, reumatologisch of orthopedisch onderwerp (Toetsing medisch inhoudelijk en presentatie in werkgroep: voldoende/onvoldoende)
Eindtentamen over gehele stof (MC, EMQ en 6STEP; 75% eindcijfer).
De tentamendata zijn beschikbaar op MyTimeTable.
Voor nabespreking en inzagemoment; zie Brightspace.
Literatuurlijst
Voor de volledige literatuurlijst van de bachelor Geneeskunde, zie de Studiematerialenlijst GNK 2023-2024.
Inschrijven
Inschrijving vindt plaats via MyStudyMap. Voor dit vak gelden de standaard inschrijftermijnen die genoemd worden in het Protocol Inschrijven voor onderwijs en tentamens van de Universiteit Leiden. Voor meer informatie, zie de studentenwebsite.
Contact
H.M.J. van der Linden LUMC, afd Orthopedie,
M.C. de Ruiter LUMC, afd Anatomie en Embryology