- Onderzoeken
-
Kennis verwerven door het systematisch en methodisch bevragen van een situatie of concept waarbij gebruik gemaakt wordt van methoden die passen bij het vakgebied of de discipline.
- Analyseren
-
Ontleden van situaties of een hoeveelheid informatie in hoofd- en bijzaken. Zien van onderlinge verbanden en doordringen tot de kern.
- Oplossingen genereren
-
Formuleren van nieuwe concepten, denkkaders of modellen op basis van complexe informatie en vraagstukken.
- Projectmatig werken
-
Een resultaat bereiken door het effectief en planmatig inzetten en overzien van activiteiten, tijd en middelen.
- Digitale vaardigheid
-
Gebruiken van digitale technologie, methoden, bronnen of databases om resultaten te behalen.
- Mondeling communiceren
-
Ideeën en informatie in begrijpelijke gesproken taal aan anderen duidelijk maken en nagaan of de boodschap begrepen is.
- Schriftelijk communiceren
-
Ideeën en informatie helder op schrift stellen, rekening houdend met de doelgroep, en zodanig dat de boodschap overkomt en wordt begrepen.
- Presenteren
-
Ideeën en informatie op heldere wijze overbrengen aan een publiek, rekening houdend met de doelgroep. Hierbij worden passende ondersteunende materialen en platformen gebruikt.
- Reflecteren
-
Het kritisch evalueren van (eigen) gedrag, standpunten of methoden en open staan voor evaluatie door anderen. Het vermogen om te leren van deze evaluaties door wijziging van het eigen gedrag, standpunten of methoden.
- Zelfstandig leren
-
Zelf sturing geven aan het eigen proces van nieuwe kennis en informatie opnemen en toepassen.