Studiegids

nl en

De onafhankelijkheid van Suriname in vergelijkend perspectief

Vak
2007-2008

De onafhankelijkheid van Suriname in 1975 weet dertig jaar na dato nog altijd de tongen los te maken, zoals bij de jaarlijkse vieringen in Suriname en in Nederland onveranderlijk blijkt. In dit college wordt gekeken hoe deze onafhankelijkheid tot stand is gekomen en welke consequenties de soevereiniteitsoverdracht voor de ontwikkeling van het land heeft gehad. Daarbij worden de staatkundige, politieke, sociaal-economische en culturele dimensies van dit proces in beschouwing genomen en ervaringen die elders in het Cara?sch gebied met dekoloniseren werden opgedaan als vergelijkingsmateriaal gebruikt. Los van de Nederlandse en de internationale invalshoek staat het Surinaamse perspectief in dit seminar nadrukkelijk centraal.
In het college zal vooral gewerkt worden met secundaire literatuur. Voorts zal er aandacht zijn voor de omgang met primaire bronnen, zoals (auto)biografie? krantencollecties en interviews.

Rooster

Semester II, zie rooster.

Onderwijsvorm

werkcollege. NB verplichte aanwezigheid (zie studiereglement Instituut Geschiedenis, art. 2)

Leerdoelen

Na afronding van de cursus zal de student beschikken over kennis van de moderne geschiedenis van Suriname, in het bijzonder in relatie tot parallelle ontwikkelingen die in andere landen in het Caraïbisch gebied plaatsvonden. Dieper inzicht in een aspect van deze geschiedenis zal zijn verkregen na het schrijven van een werkstuk, waarvoor tenminste één primaire bron dient te zijn geraadpleegd.

Literatuur

In het eerste college zal een instaptoets worden afgenomen over de hoofdstukken 1 t/m 3 van Peter Meel, Tussen autonomie en onafhankelijkheid. Nederlands-Surinaamse betrekkingen 1954-1961. Leiden: KITLV Uitgeverij, 1999. ISBN 90-6718-153-6. Dit boek dient tijdig bij de docent te worden aangeschaft.
Van de literatuur die vervolgens in het college zal worden behandeld, zullen exemplaren/kopieën in de bibliotheek apart worden gezet. Studenten kunnen deze zelf vermenigvuldigen.

Toetsing

Het eindcijfer wordt vastgesteld op grond van de actieve participatie van de student in het college, zijn/haar mondelinge presentatie van een werkstukvoorstel en het uiteindelijke werkstuk zelf. Laatstgenoemd werkstuk zal voor 75% het eindcijfer bepalen.

Informatie

bij docent: P.J.J.Meel@let.leidenuniv.nl

Aanmeldingen Cursussen, Werkgroepen en Tentamens

Aanmelden via U-TWIST, zie aanmeldingsprocedure.