Zonder taal geen filosofie. Het is dus niet vreemd dat Plato in de dialoog de Cratylus de bouwstenen van taal, “namen” (onomata) aan een diepgravend onderzoek onderwerpt. In de dialoog worden twee diametraal tegengestelde posities verdedigd over de relatie tussen de dingen en hun namen. Opmerkelijk genoeg, echter, is het geenszins direct duidelijk waar Plato zelf gaat staan in dit debat. Ook problematisch is Plato’s bedoeling met de lange lijst van etymologie?die Socrates halfweg de dialoog oplepelt. De dialoog is op dit moment “hot”. Recentelijk is over de Cratylus een aantal belangrijke publicaties verschenen. Verder spitst het lopend onderzoek van de docent zich op deze dialoog toe. In dit college zullen we de Cratylus in zijn geheel lezen en proberen te interpreteren in het licht van dit recente onderzoek.
Rooster
http://letteren.leidenuniv.nl/gltc/studenten/collegeroosters.jsp
Onderwijsvorm
Werkcolleges.
N.B. Bij werkcolleges geldt een aanwezigheidsplicht.
Leerdoelen
De student oefent zich in het analyseren van een antiek filosofische tekst en de bijbehorende secundaire literaruur, alsook het mondeling en schriftelijk presenteren hiervan. De student oefent zich in het geven van kritiek (als criticus bij een beurt) en het ontvangen ervan (als beurthouder).
Literatuur
C.D.C. Reeve, Cratylus, Indianapolis: Hackett, 1998.
Alleen voor classici: E. A. Duke et al., Platonis Opera Tomus I, Oxford: Clarendon Press, 1995 (Oxford Classical Texts) of de oude editie van I. Burnet.
Toetsing
Referaat, paper en participatie. Voor dit college geldt een aanwezigheids- en participatieplicht.
<u>BA-werkstuk</u>
Studenten GLTC zijn van harte welkom om hun BA-werkstuk in aansluiting op dit college te schrijven. Mogelijke onderwerpen zijn ondermeer:
“<u>Aristoteles’ taalopvattingen en Plato’s Cratylus</u>” In de wetenschappelijke literatuur is veel te doen over de relatie tussen Aristoteles’ taalopvatting en die van Plato. In dit werkstuk analyseert de student de taalopvatting van Aristoteles en vergelijkt die met die van Plato zoals die ondermeer naar voren komt in de Cratylus.
“<u>Plato en Heraclitus</u>” In de Cratylus, maar ook in de Theaetetus, gaat Plato uitvoerig in op de filosofie van Heraclitus, die volgens Aristoteles van grote invloed op Plato’s eigen filosofie is geweest. In deze scriptie wordt Plato’s interpretatie van Heraclitus’ filosofie onderzocht zoals die in de twee genoemde dialogen naar voren komt.
* \”<u>Ideeën van artefacten?</u>” In de Cratylus lijkt er sprake te zijn van (Platoonse) Ideeën van artefacten, dwz. van niet-natuurlijke, door mensen gemaakte voorwerpen, zoals een weefspoel en een boor. In Politeia X spreekt Socrates uitvoerig over de Idee “aanligbed”. Plato lijkt dus het bestaan van Ideeën van artefacten aan te nemen. Echter, Aristoteles ontkent nadrukkelijk dat Plato het bestaan van zulk soort Ideeën aannam. In deze scriptie worden de relevante passages uit Plato en Aristoteles geanalyseerd met de bedoeling om tot een positie te komen over deze kwestie. - “<u>Euthyphro: de Cratylus en de Derveni-papyrus</u>” In de Cratylus schrijft Socrates zijn plotseling etymologische inspiratie toe aan Euthyphro, een godsdienstige fanaticus die we ook kennen uit de gelijknamige dialoog. Euthyphro’s benadering van religieuze teksten is wel vergeleken met die van de auteur van de beroemde Derveni-papyrus, een filosofisch commentaar op een Orphische theogonie uit de tijd van Socrates. In deze scriptie onderzoekt de student de vraag of Euthyphro, zoals we hem leren kennen in de Cratylus en de Euthyphro, inderdaad kan gelden als een representant van het intellectuele milieu van de auteur van de Derveni-papyrus, waarin Orphische mystiek en filosofie met elkaar verbonden worden.
Andere onderwerpen zijn vanzelfsprekend mogelijk. Neem hoe dan ook voordat u begint eerst contact op met de docent
Informatie
dr R.M. van den Berg (r.m.van.den.berg@let.leidenuniv.nl)
Blackboard/webpagina
Ja
Overzicht
Per keer zal een student een passage uit de Cratylus presenteren en interpreteren met behulp van de secundaire literatuur in een referaat van middenlange duur. Hierop volgt de reactie van een criticus die de aanzet zal geven tot een plenaire discussie van de tekst. De beurthouder werkt vervolgens zijn referaat schriftelijk uit in een paper. Aan hen die dit college voor 10 ECTS willen volgen zal een aanvullende opdracht worden verstrekt.
Toelatingseisen
Het college is toegankelijk voor BA3 studenten GLTC en Wijsbegeerte. Kennis van het Grieks is voor studenten Wijsbegeerte geen vereiste.
Studenten wijsbegeerte dienen de cursus in overleg met de docent uit te breiden tot 10 ECTS. Aanmelding via U-twist.