De bouwstenen van de quantummechanica en de daarbij behorende experimenten (zie ook vak 2 in blok 1) verschaffen ons inzicht in de werking van de natuur op kleine schaal. Ons steeds verder reikend begrip leidt ook tot nieuwe toepassingen die gebaseerd zijn op de principes van deze theorie. In die toepassingen speelt ook het begrip 'spin' een belangrijke rol. Elektronen gedragen zich als draaiende tolletjes en zijn daardoor kleine magneetjes. En ook fotonen draaien om de as van hun voortplantingsrichting. De consequenties daarvan zijn groter dan je zou denken. De eigenschappen van atomen en moleculen worden mede door die spin bepaald en vormen de basis voor halfgeleiders en magnetische materialen, die weer essentieel zijn voor moderne elektronica, computers en andere technologieën. De respons van een spin op een extern magneetveld vormt bijvoorbeeld de basis voor de medische toepassing ‘magnetic resonance imaging’ (MRI)'.
De quantumfysica levert ook de begrippen ‘verstrengeling’ en ‘superpositie’. In de 20e eeuw waren dat belangrijke maar abstracte concepten, maar tegenwoordig gebruiken natuurkundigen deze principes om communicatie veiliger, want ‘onbespied’, te maken en om een nieuw soort computer te ontwerpen die werkt met quantumbits (‘qubits’) in plaats van de welbekende bits die alleen 0 of 1 kunnen zijn. Dat maakt die computer niet simpelweg sneller, het is een machine waar heel andere berekeningen mee gedaan kunnen worden.
Aan het eind van deze cursus heeft de student geleerd hoe de eerder behandelde concepten van de quantummechanica gebruikt worden in hedendaagse technologie, en heeft de student gezien welke richting quantumfysica en quantumtechnologie ingeslagen zijn; een richting die mogelijk net zoveel impact gaat hebben als bijvoorbeeld ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie.