Toegangseisen
Studenten die hun Bacheloropleiding Bestuurskunde zijn gestart in de academische jaren 2014-2015 tot en met 2021-2022 schrijven hun scriptie voor 10 EC.
Studenten die gestart zijn met hun Bacheloropleiding Bestuurskunde vóór het academisch jaar 2014-2015 of vanaf het academisch jaar 2022-2023 dienen de scriptie te schrijven voor 15 EC.
Het Bachelorproject vindt tweemaal per jaar plaats, in zowel semester 1 (najaar) als semester 2 (voorjaar). Standaard is dat studenten het Bachelorproject in het voorjaar volgen.
Hieronder staan de ingangseisen zoals geldend op de peildata. De ingangseisen hangen af van het cohort waarin je bent gestart.
Peildata
semester 1 = 1 augustus
semester 2 = 15 januari (let op: herkansingen van blok 2 tellen NIET mee)
Ingangseisen - studenten die vanaf 2016-2017 zijn begonnen (geldig voor alle tracks):
Propedeuse (60)
Kwantitatieve Methoden (5 EC)
Kwalitatieve Methoden (5 EC)
Het integratieve project II voor BBO, EBM of DDG/DGM (5 EC)
40 EC aan overige verplichte tweede- of derdejaars BSK-vakken (let op: minor/keuzevakken en stage tellen niet mee!)
Totaal aantal EC: 115 EC
Ingangseisen - studenten die vóór 2016-2017 zijn begonnen:
BBO:
Propedeuse (60 EC), incl. Onderzoeksontwerp (overgangsregeling = BBO Leeronderzoek 1 in blok 4)
Kwantitatief Onderzoek (5 EC)
50 EC aan overige verplichte tweede- of derdejaars BSK-vakken (let op: minor/keuzevakken en stage tellen niet mee!)
Totaal aantal EC: 115 EC
EBM:
Propedeuse (60 EC), incl. Onderzoeksontwerp (overgangsregeling = BBO Leeronderzoek 1 in blok 4)
Kwantitatief Onderzoek (5 EC)
Integratief project EBM 2 (5 EC)
45 EC aan overige verplichte tweede- of derdejaars BSK-vakken (let op: minor/keuzevakken en stage tellen niet mee!)
Totaal aantal EC: 115 EC
Overige informatie (voor alle studenten):
Toelating en inschrijving:
De inschrijving bestaat uit twee stappen. De eerste stap is de aanmelding. Deze stap is nodig om inzicht te krijgen in hoeveel werkgroepen nodig zijn om alle studenten deel te kunnen laten nemen aan het Bachelorproject. Studenten ontvangen hierover nader bericht per email (rond half mei voor semester 1 (najaarstraject) en rond begin oktober voor semester 2 (voorjaarstraject)). De studenten die zich hebben aangemeld, ontvangen vervolgens ook informatie over de thema's van de verschillende werkgroepen en de aparte inschrijflink.
De tweede stap van de inschrijving bestaat uit het opgeven van drie voorkeuren voor een werkgroepthema via een aparte inschrijflink. Via de vakcoördinator en het OSC wordt daarna de indeling gemaakt en worden de toelaatbare studenten formeel ingeschreven voor het vak. Aan het doorgeven van de voorkeuren voor een werkgroep thema is een inschrijvingstermijn gekoppeld. Inschrijven na de deadline is niet mogelijk. Wie zich niet voor de deadline heeft ingeschreven kan niet meer deelnemen aan het Bachelorproject van dat semester. De inschrijvingstermijn voor het najaarstraject (semester 1) is tussen begin en eind juli. De inschrijvingstermijn voor het voorjaarstraject (semester 2) is tussen half december en half januari. De exacte deadlines staan in de informatie e-mail die in resp. mei en september verstuurd wordt.
Alle werkgroepen hebben een specifiek thema en worden gegeven door een werkgroep docent met expertise op dat thema. Alle werkgroepen hebben een maximale capaciteit (deze kan variëren per werkgroep). Let er bij de inschrijving op dat sommige werkgroepen enkel open staan voor studenten uit een specifieke track (BBO / EBM / DBM (DDG)) of voor studenten uit alle tracks.
Na de inschrijftermijn worden alle studenten gecontroleerd op toelaatbaarheid. Pas nadat je van de Studieadviseur een mail krijgt dat je officieel toegelaten bent, kan je ervan uitgaan dat je in het aankomende semester mag starten met het Bachelorproject. Een inschrijving voor de werkgroep middels het doorgeven van je top-3 aan voorkeuren betekent dus niet dat je automatisch toegelaten bent.
Stage en studieplan:
Het is niet mogelijk om een scriptie en stage tegelijkertijd te combineren. Het schrijven van de Bachelorscriptie vergt veel tijd en is daarom niet te combineren met stage lopen.
Het Bachelorproject vormt de afsluiting van je Bacheloropleiding Bestuurskunde. Het wordt daarom sterk aangeraden om pas deel te nemen aan het Bachelorproject wanneer je je opleiding bijna hebt afgerond en niet te veel vakken hebt openstaan. Kijk ook altijd of je je deelname aan het Bachelorproject op een realistische manier kunt combineren met overige activiteiten (vakken uit eerdere jaren, een (intensief) minor programma, werk, verenigingsleven, etc.). Voor het opstellen van een realistisch studieplan kunnen studenten altijd contact opnemen met de studieadviseurs.
Uitzonderingen:
Voldoe je niet aan de ingangseisen én zijn er persoonlijke omstandigheden? Neem dan eerst contact op met de studieadviseur om te kijken of je in aanmerking kan komen voor een uitzondering.
Een verzoek tot toelating voor het vak op basis van persoonlijke omstandigheden kan tot maximaal een week voor aanvang van het vak worden ingediend bij de Examencommissie.
Leerdoelen
Na het volgen van dit vak zijn studenten in staat om:
1. zelfstandig in een scriptie verschillende onderdelen uit de Bachelor te integreren. Dat wil zeggen dat tijdens het Bachelor project algemene theoretische kennis uit verschillende onderdelen van de Bacheloropleiding dient te worden gebruikt om een empirisch probleem te analyseren;
2. een verklarende onderzoeksvraag over dat probleem te formuleren;
3. zelfstandig empirisch onderzoek te doen in een vooraf vastgestelde tijdsperiode, waarbij door gebruik van methoden en technieken die in verschillende fasen van de Bacheloropleiding zijn gedoceerd, data wordt verzameld en geanalyseerd;
4. schriftelijk over dat onderzoek te rapporteren;
5. mondeling de belangrijkste onderzoeksbevindingen en geleerde (theoretische / maatschappelijke) lessen te pitchen;
6. binnen een groepsverband kritisch te reflecteren op het eigen onderzoeksontwerp en dat van anderen en anderen actief te adviseren over een goed onderzoeksontwerp.
Rooster
Op de openingspagina van de opleiding vind je aan de rechterzijde van de E-gids doorlinkmogelijkheden naar de website en de roosters, MyStudymap, uSis en Brightspace.
Onderwijsvorm
Dit project bestaat uit hoorcolleges, webinars over hoe een scriptieonderzoek uit te voeren en op te zetten, interactieve workshops, werkgroep bijeenkomsten, individuele spreekuren en zelfstudie.
Tijdens het Bachelorproject worden diverse opdrachten gemaakt die deels becijferd en/of verplicht zijn. Zie onder toetsing. Daarnaast geldt voor deelname aan de spreekuren dat deelname slechts mogelijk is indien bepaalde opdrachten zijn ingeleverd. Nadere informatie hierover staat in de vakwijzer.
Studielast
De totale studielast voor het Bachelorproject bedraagt 10 x 28 uur = 280 uur. Deze kan opgesplitst worden naar de volgende onderdelen:
Contacturen: (ongeveer) 8 uur hoorcolleges, (maximaal) 6 uur workshops, 12 uur werkgroepbijeenkomsten, 2 uur individuele begeleiding door werkgroepdocent.
Uren zelfstudie: 252 uur. Dit bestaat uit het voorbereiden van colleges/werkgroepen, bestuderen van literatuur, voorbereiden van (becijferde) opdrachten, uitvoeren van onderzoek, schrijven van de onderzoeksopzet en de uiteindelijke Bachelorscriptie.
De werkgroepbijeenkomsten zijn verplicht (pass/fail). Bij het missen van de werkgroep geldt dat de student een vervangende opdracht moet maken. Deze opdracht wordt nader gespecificeerd door de docent.
Toetsing en weging
Het eindcijfer van het Bachelorproject bestaat uit de volgende onderdelen:
een pass/fail element dat betrekking heeft op aanwezigheid bij en actieve deelname aan de verplichte werkgroep bijeenkomsten;
een pass/fail element dat betrekking heeft op de mondelinge presentatie van de onderzoeksbevindingen (zie leerdoel 5);
een tussentijdse versie van de scriptie (20% van het eindcijfer, schriftelijk, niet herkansbaar);
de eindversie van de scriptie (80% van het eindcijfer, schriftelijk, herkansbaar).
De tussentijdse versie wordt ongeveer halverwege het scriptietraject ingeleverd. Deze versie bestaat uit de eerste drie hoofdstukken van de scriptie, te weten de inleiding, theorie (inclusief literatuurstudie) en methodologie. Deze eerste drie hoofdstukken fungeren als een soort onderzoeksopzet, welke in het vervolg van het scriptietraject wordt uitgevoerd. De beoordeling van de tussenversie geeft studenten een beeld van waar zij staan in het traject. Naar aanleiding hiervan bespreken zij met de begeleider hoe verder te gaan. Uitgebreide informatie hierover valt terug te vinden in de syllabus van het vak.
Voor het succesvol kunnen afronden van het vak gelden de volgende regels:
het eindcijfer van het vak moet voldoende zijn (cijfer >5,5);
enkel het cijfer van de eindversie van de scriptie dient voldoende te zijn (cijfer >5,5); het cijfer van de tussenversie mag worden gecompenseerd;
het cijfer van de eindversie van de scriptie wordt altijd afgerond op 0,5. Voor de tussenversie worden cijfers toegekend met een 0,1 interval;
enkel voor de eindversie van de scriptie en de mondelinge presentatie (pass/fail) is een herkansing mogelijk; de tussenversie kan niet worden herkanst. Voor deelname aan de herkansing gelden de richtlijnen zoals gespecificeerd in de OER;
indien de eindversie met een voldoende is beoordeeld (cijfer >5,5), maar het eindcijfer voor het vak uitkomt op een onvoldoende (cijfer <5,5), dan bestaat de mogelijkheid voor een vervangende opdracht welke het cijfer voor de tussenversie zal vervangen. De mogelijkheid om op deze manier de tussenversie van de scriptie toch te herkansen is echter ALLEEN VAN TOEPASSING als de tussenversie bij de eerste kans ook daadwerkelijk voor de deadline is ingeleverd;
het pass/fail element dat betrekking heeft op aanwezigheid bij en actieve deelname aan de verplichte werkgroep bijeenkomsten moet met een pass zijn afgesloten. Het missen van één verplichte werkgroep bijeenkomst per semester (beide blokken tezamen) is toegestaan, mits vooraf aangegeven en naar het oordeel van de docent met een geldige reden. Bij het missen van een tweede bijeenkomst volgt een vervangende opdracht. Indien meer bijeenkomsten worden gemist en/of de vervangende opdracht niet voldoende is gemaakt, volgt een fail. Bij een fail kan het vak niet worden afgerond;
het pass/fail element dat betrekking heeft op het mondeling presenteren van de onderzoeksbevindingen moet met een pass zijn afgesloten. Indien deze opdracht niet voldoende is gemaakt, volgt een fail. Bij een fail kan het vak niet worden afgerond. Het is eenmaal mogelijk om deze opdracht te herkansen. Daarvoor dient de student echter wel aanwezig te zijn geweest bij de eerste kans, tenzij afwezig met een geldige reden; zie onder pass/fail voor aanwezigheid;
wanneer het vak Bachelorproject niet met een voldoende eindcijfer wordt afgerond, geldt dat de student het vak opnieuw moet volgen tijdens een volgend semester. De student moet daarbij deelnemen met een nieuw onderwerp. Het is dus niet mogelijk om met een scriptie die becijferd is met een onvoldoende door te gaan in het daaropvolgende Bachelorproject.
Literatuurlijst
Voor het Bachelorproject wordt geen algemene literatuur voorgeschreven. Wel moeten studenten uiteraard literatuur gebruiken voor het opstellen van het theoretisch kader van hun onderzoek. Deze literatuur hangt samen met het thema van de werkgroep en het specifieke onderwerp dat daarbinnen gekozen wordt. Voor aanvang van het vak ontvangen studenten via hun werkgroep docent enkele literatuursuggesties om zich in te kunnen lezen op het thema van de werkgroep.
Inschrijven
Zie onder “toegangseisen”.
Studenten met een inschrijving voor de opleiding
Inschrijven geschiedt NIET via MyStudymap of uSis. Studenten krijgen een mail met informatie over de verplichte aanmelding (rond half mei voor semester 1 en rond begin oktober voor semester 2). Studenten die een aanmelding hebben gedaan krijgen vervolgens op hun uMail een tweede mail met de scriptiethema’s en een link om maximaal drie voorkeuren door te geven. Een algoritme zal vervolgens alle studenten indelen. Na de indeling zal je door het OSC ingeschreven worden voor zowel de werkgroep als het hoorcollege van het Bachelorproject.
Studenten zonder inschrijving voor de opleiding
Heb je in semester 1 geen inschrijving voor de opleiding, maar wil je wel je scriptie schrijven in semester 2? Meld je dan voor 15 december bij de studieadviseurs. Zij zullen je informeren over de thema’s en verdere procedure.
Heb je in semester 2 geen inschrijving voor de opleiding, maar wil je wel je scriptie schrijven in semester 1? Meld je dan voor 1 juli bij de studieadviseurs. Zij zullen je informeren over de thema’s en verdere procedure.
Brightspace is de digitale leeromgeving van de Universiteit Leiden. Na je inschrijving voor het vak in uSis ben je ook ingeschreven voor de Brightspace omgeving van het vak. Bij het Bachelorproject wordt je zowel ingeschreven voor de hoofdpagina in Brightspace voor het vak, als voor een aparte pagina die is gekoppeld aan de specifieke werkgroep.
Contact
Dr. Carola van Eijk
E-mail: c.j.a.van.eijk@fgga.leidenuniv.nl
Telefoon: 070-8009489
Opmerkingen
Door middel van een e-mail zullen potentiële deelnemers aan het Bachelorproject geïnformeerd worden over de start en inhoud van het project en over de procedure rondom de inschrijving. Wanneer studenten geen e-mail hebben ontvangen, dienen studenten contact op te nemen met de studieadviseurs. Zorg dat je je op tijd en via de beide stappen aanmeldt!
Wanneer je je Bachelorproject hebt afgerond en ook de rest van je studiepunten hebt gehaald, kan je je afstuderen aanvragen.