Studiegids

nl en

Kloosters en samenleving in de Noordelijke Nederlanden

Vak
2008-2009

Aan het eind van de Middeleeuwen telde het gebied dat omspannen wordt door het huidige Nederland enige honderden kloosters, waarvan ten minste tweederde door vrouwen werden bevolkt. Het bijzondere van dit per definitie internationaal geori?eerde kloosterlandschap was dat het grotendeels tot stand kwam in een stedelijke context. Daarbij werd het sterk be?loed door de hervormingsbeweging van de Moderne Devotie. De variatie was echter groot. Zowel klassieke benedictijner abdijen en bedelordeconventen als volkrijke lekenzustergemeenschappen en kleinschalige ridderordehuizen maakten er deel van uit. Anders dan vaak gedacht leefden zij niet afzijdig van de wereld maar juist in functie ervan. Met hun gebeden en goede werken voorzagen zij in een sterke vraag naar heilsbemiddeling. Ze zijn daarom wel getypeerd als ‘assurantiebedrijven voor het hiernamaals’, wier groei en bloei mede afhankelijk was van de eisen die daaraan door het publiek werden gesteld; eisen die in de loop van de tijd konden veranderen. In dit college wordt geprobeerd de ontwikkeling van het kloosterwezen in een sociale context te plaatsen, met oog voor het eigen karakter van de religieuze conjunctuur.

Rooster

Semester I, zie rooster.

Onderwijsvorm

Werkcollege. NB verplichte aanwezigheid (zie studiereglement Instituut voor Geschiedenis, art 2).

Leerdoelen

Kennis van het kloosterwezen en de beïnvloeding ervan door maatschappelijke processen. Het systematisch leren zoeken naar en bestuderen van secundaire literatuur en primair bronnenmateriaal. Het gecombineerd leren gebruiken van de resultaten van kerkhistorisch en sociaalhistorisch onderzoek ten behoeve van een werkstuk waarin aan de hand van een betoog een probleemstelling wordt geformuleerd, uitgewerkt en beantwoord.

Literatuur

Instaptoets:

*R.W. Southern, Western Society and the Church in the Middle Ages (Harmondsworth, diverse drukken, vanaf 1970), hoofdstukken 6 (The Religious Orders) en 7 (Fringe Orders and Anti-Orders), pp. 214-358.

Aanvullende verplichte literatuur: *C.H. Lawrence, Medieval Monasticism: forms of religious life in Western Europe in the Middle Ages (Londen/New York, diverse drukken, vanaf 1984).

Toetsing

Werkstuk (50%), referaat (25%) en bijdrage discussie tijdens college (25%).

Informatie

Bij de docent: h.mol@let.leidenuniv.nl.

Blackboard/webpagina

Nnb.

Aanmeldingen Cursussen, Werkgroepen en Tentamens

Zie aanmeldingsprocedure.