Studiegids

nl en

Vergelijkende godsdienstwetenschap

Vak
2008-2009

Het doel van de vergelijkende godsdienstwetenschap is niet alleen het adequaat beschrijven van religieuze idee? handelingen en instituties, maar ook te onderzoeken welke geloofsvoorstellingen ondersteund worden door welke opvattingen, gebruiken en sociale instrumenten, en na te gaan onder welke omstandigheden dat gebeurt. Het gaat daarbij om ontwikkelingsperspectieven en veranderingsprocessen.
Blok 1: de vergelijkende methode.
In dit deel van het college wordt een methodische hoofdvraag aan de orde gesteld: hoe en met welk doel te vergelijken? De omvangrijke cultuurgebieden van Indonesi?n Marokko lenen zich voor een leerzame vergelijking omdat ze zowel overeenkomsten als verschillen vertonen. Dat maakt dat beide een soort toelichting op een ieders karakter vormen.
Blok 2: Trance en Bezetenheid.
Allerlei vormen van extase en bezetenheid zijn onderzocht, maar zelden aan een kritisch vergelijkend onderzoek onderworpen. In dit deel van het college wordt nagegaan hoe deze ervaringen in hun sociale context geplaatst kunnen worden en wat daarvan de winst is. Ook hier gaat het dus opnieuw over de methodiek van het vergelijken en de theoretische implicaties daarvan.

Doelstelling

Na afloop beschikt de student over kennis van en inzicht in religieuze veranderingsprocessen in de Islamitische wereld en in de sociaal-wetenschappelijke analyse van trance en bezetenheid. Hij is in staat deze processen te analyseren en ze te relateren aan methodische en theoretische vragen, met name de problematiek van het vergelijken van cultureel variërende vormen. Hij kan daarover zelfstandig, binnen een afgebakend tijdsbestek en op wetenschappelijk verantwoorde wijze schriftelijk rapporteren.

Onderwijsvorm

Werkcolleges. Tijdens de colleges worden twee boeken en een artikel besproken. Van de deelnemers wordt een optimale participatie tijdens deze besprekingen verwacht. Elk collegeblok wordt afgesloten met een werkstuk.

Toetsing

Twee werkstukken over literatuur en collegestof (2 × 40%). Bij de eindbeoordeling wordt tevens meegewogen de kwaliteit van de participatie tijdens de colleges (20%).

Literatuur

*C. Geertz, Islam Observed. Religious Development in Morocco and Indonesia (Chicago 1968). *I.M. Lewis, Ecstatic Religion. A Study of Shamanism and Spirit Possession. 3e editie (Londen, 2002). *P. Roscoe, \“The Comparative Method\”, in: R. Segal (ed.), The Blackwell Companion to the Study of Religion (Oxford 2006), 25-46 *L.H. Martin, \“Comparison\”, in: W. Braun & R.T.McCutcheon (eds.), Guide to the Study of Religion (London 2000), 45-56 *R.A. Segal, \“In Defense of the Comparative Method\”, in: Numen 48 (2001), 339-373 *J. Sinding Jensen, \“Why Magic? It\‘s Just Comparison\”, in: MTSR 16 (2004), 45-60

De boeken van Geertz en Lewis dienen bij aanvang van het college door de deelnemers te zijn aangeschaft. De artikelen worden door de docent uitgereikt. De boeken zijn in voorraad bij boekhandel Atleest, Kort Rapenburg 12a, Leiden. ### Toelating

Alle onderdelen van de propedeuse dienen te zijn afgerond.