De cursus Seminar 3 heeft als onderwerp de interactie tussen geschiedenis en cultuur (in de breedste zin van het woord) in de Osmaanse en modern Turkse (Republikeinse) periodes. Hierbij kan gedacht worden aan (politieke, sociale, etc.) gebeurtenissen, ontwikkelingen, veranderingsprocessen en de weerslag daarvan in de (Osmaans-)Turkse cultuur, bijvoorbeeld in de taal en literatuur, gewoonten en gebruiken van de bevolking, kunst & materi? cultuur, etc. Uitgangspunt is dat een cultuur niet statisch, maar dynamisch is en niet uniform, maar pluriform en dat veranderingsprocessen een natuurlijk onderdeel van elke cultuur uitmaken. Belangrijk is te zien welke (interne/externe) factoren tot veranderingsprocessen in een cultuur leiden, wat de motivatie hiervoor is, wie/welke groepen hierbij een actieve rol spelen, en tot welke concrete gevolgen de veranderingen/veranderingsprocessen in een cultuur leiden. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor idee? Historische ontwikkelingen kunnen leiden tot veranderingen in idee?van een cultuur (bijvoorbeeld over de eigen cultuur), maar een cultuur kan ook vanuit de eigen (traditionele) idee?bepaalde (nieuwe) ontwikkelingen beoordelen (of veroordelen). Het eerste deel van de cursus bestaat uit een reeks werkcolleges waarin concrete voorbeelden besproken worden aan de hand van zelfstandig bestudeerde achtergrondliteratuur (met studievragen). Onderwerpen die hierbij aan bod komen zijn bijvoorbeeld de positie van vrouwen in de (Osmaans-)Turkse samenleving, patronage en representatie, Turkije vs het Osmaanse Rijk, etc. In het tweede gedeelte van de cursus verzorgen de studenten (powerpoint) presentaties over een onderwerp naar keuze dat aansluit bij de thematiek van de cursus. Studenten sluiten het seminar af met een beredeneerde bibliografie over het gekozen onderwerp dat tevens het onderwerp van het afsluitende BA werkstuk is.
Rooster
Rooster (link opnemen)
Onderwijsvorm
Werkcollege met aanwezigheidsplicht. Studenten mogen maximaal 2 colleges missen onder opgaaf van reden (ter beoordeling van de docent).
A la Carte- en Contractonderwijs
Niet van toepassing.
Leerdoelen
De student verdiept de kennis van de (cultuur)geschiedenis van het Osmaanse Rijk en het moderne Turkije opgedaan in cursussen als Inleiding Geschiedenis Midden-Oosten I-II, Inleiding Islamologie, Inleiding in de Literatuur van het Midden-Oosten, Geografie van het Midden-Oosten, Culturele antropologie van het Midden-Oosten, Primaire bronnen van cultuurkennis, Turkse literatuurgeschiedenis, Literaire tradities en uitvoerende kunsten, Islamitische kunst en materiële cultuur, Islam en Maatschappij van het Midden-Oosten en Seminar 1-2.
De studenten leren om zelfstandig een onderwerp uit te diepen. Zij leren om de gebruikte literatuur kritisch te benaderen en zijn in staat om een overzicht te verschaffen over de stand van het onderzoek voor wat betreft dit onderwerp. De cursus Seminar Turks 3 is gekoppeld aan het eindwerkstuk van de BA Turks. In het kader van het seminar houdt de student(e) een referaat over een zelf gekozen onderwerp. Het seminar wordt afgesloten met een beredeneerde bibliografie over dit onderwerp waarover ook het BA werkstuk zal worden geschreven. Het eindwerkstuk heeft een omvang van ca. 25-30 pp. Hierin moet een redelijke hoeveelheid Turkstalig (primair en secundair bronnen-) materiaal verwerkt zijn. Het BA werkstuk moet aansluiten bij het onderwerp van het seminar, maar mag disciplinair verschillen (geschiedenis, kunst en cultuur, literatuur, taalkunde etc.). Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat studenten hiervoor een eigen begeleider kunnen kiezen uit de docenten van de opleiding. De keuze van het onderwerp en de aanpak van het onderzoek worden vastgesteld in overleg met de docent van de opleiding die als begeleider optreedt. Bij aanvang van de cursus Seminar 3 is (per docent) een overzicht van mogelijke onderwerpen voor een werkstuk beschikbaar, zodat de student(e) een goed idee krijgt van de specialisatie van iedere docent en op basis daarvan de juiste begeleider kan kiezen. Het aantal (mogelijke) werkstukken per docent is beperkt tot ca. 2 teneinde ongelijke verdeling te voorkomen.
Literatuur
P. de Buck e.a, Zoeken en schrijven. Handleiding bij het maken van een historisch werkstuk, Rijswijk: Nijgh en van Ditmar, negende druk en volgende.
Toetsing
Actieve inbreng in werkcollege Elke student krijgt een tutor/leerling toegewezen. Dit maakt expliciet deel uit van de participatie. Actieve inbreng en presentatie (25%) en beredeneerde bibliografie (75%). Deadline voor de schriftelijke afronding is 15 juni (herkansing 15 augustus).
Informatie
Blackboard/webpagina
Opmerkingen
Aanmelden via U-twist.