Studiegids

nl en

Oude en nieuwe woorden

Vak
2008-2009

Pindastelletjes gebruiken we niet meer, herebonen zijn vervangen door prinsessebonen of sperziebonen. Binnenkort zijn ook de grammofoonplaten uitgestorven en de cd’s opgevolgd door dvd’s. Geen onderdeel van de taal zo veranderlijk als de woordenschat. Bestaande woorden verdwijnen of krijgen nieuwe betekenissen. Hoe oud is de negatieve bijklank van wijf, wat is er gebeurd met de betekenis van toilet? Nog opvallender is de toevloed van nieuwe woorden: veelpleger, camerafoon, gepolder of opleukerij. Zulke uitbreidingen van onze woordenschat vormen tot op zekere hoogte een taalverandering, maar is hier ook sprake van een morfologische verandering? Hoe staat het bijvoorbeeld met (recente) productiviteitsveranderingen? Leed kan onnoemelijk of onnoembaar groot zijn, maar krantenartikelen zijn op een website aanklikbaar, en niet aanklikkelijk en het bachelorprogramma is al dan niet studeerbaar, maar niet studeerlijk. Op deze en andere lexicale en morfologische veranderingen in de woordenschat van het Nederlands gaan we in deze werkgroep dieper in. We besteden in enkele colleges speciale aandacht aan woordenboeken, en kunnen daarbij gebruik maken van de expertise van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie.

Rooster

1e semester, blok 1 en 2, dinsdag 13-15 uur.

Onderwijsvorm

werkcollege

A la Carte- en Contractonderwijs

Belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), vinden hier meer informatie over kosten, inschrijving, voorwaarden etc.

Dit college is niet beschikbaar voor A la carte onderwijs.

Leerdoelen

Studenten krijgen kennis van semantische en morfologische aspecten van het lexicon, diachroon en synchroon. Ook leren ze zelfstandig literatuur te verwerken en krijgen ze vaardigheid in verzameling van materiaal. Doel is ook dat studenten leren de stof mondeling en schriftelijk te presenteren, en erover met elkaar en de docent te discussiëren.

Literatuur

Er hoort geen handboek bij dit college. De collegestof bestaat uit artikelen die ter inzage liggen via de docenten.

Toetsing

Wekelijkse schriftelijke opdrachten, met als resultaat een gemiddeld cijfer; een of meer presentaties, ook weer met een gemiddeld cijfer; afsluiting door korte nota (maximaal 2500 woorden). Voor het eindcijfer worden de drie cijfers gemiddeld.

Informatie

Marijke Mooijaart, mooijaart@inl.nl. en Ariane van Santen, a.j.van.santen@hum.leidenuniv.nl.