Studiegids

nl en

PG Beeldende kunst, Nieuwste tijd: Kronkels in De Stijl. Onderzoek naar de genese van De Stijl

Vak
2008-2009

In de geschiedenis van de moderne kunst in Nederland neemt De Stijl in de twintigste eeuw de belangrijkste plaats in. Deze positie dankt zij vooral aan de internationale doorwerking van haar idee?oed en kunst via het tijdschrift De Stijl, dat van 1917 tot in 1932 verscheen. Het blad, onder redactie van Theo van Doesburg, was voertuig van de idealen en het werk van Piet Mondriaan, Bart van der Leck, Vilmos Husz? P.J.J Oud en andere medewerkers. Tot in de tweede helft van de vorige eeuw is de abstracte kunst van De Stijl en het theoretische fundament eronder vooral verklaard vanuit de opvatting dat de moderne kunst zich tamelijk rechtlijnig ontwikkelde. De Stijl werd daarbij uitgelegd als het startpunt van een bijna autonome kunst waarin steeds verdergaand onderzoek werd gedaan naar haar eigen beeldende middelen, naar het platte vlak, de zuivere kleur en de lijn. Dat in de kunst en idee?van de Stijlkunstenaars ook heel andere denkbeelden een rol hebben gespeeld is vanaf de jaren tachtig duidelijk geworden toen er meer aandacht kwam voor de persoonlijke ontwikkelingen van de kunstenaars. Aan de hand van onderzoek van egodocumenten (brieven, foto’s etc.) en door close reading van hun publicaties en recensies van hun kunst en idee?kan dit beeld verder worden genuanceerd. In deze werkgroep wordt de studie in deze richting voortgezet. Uitgaande van ? bepaald kunstwerk, of ? publicatie (artikelen in De Stijl ) uit de beginjaren van De Stijl wordt door middel van bronnen- en literatuuronderzoek geprobeerd de oorspronkelijke idee? bedoelingen ?de invloeden hierop te achterhalen. Zo zal duidelijk worden hoe kronkelig de aanlopen verliepen die tot kunstwerken en geschriften hebben geleid, die eerder werden opgevat als voorboden een rechtlijnige ontwikkeling van de moderne kunst.

Rooster

Collegerooster

Onderwijsvorm

Werkcollege. Er geldt voor de werkcolleges een aanwezigheidsplicht (zie Onderwijs- en Examen reglement [OER]).

Leerdoelen

Het verwerven van kennis van en inzicht in de visies op de ontwikkeling van de Nederlandse avant-garde in de eerste decennia van de 20ste eeuw, in het bijzonder het werk en de ideeën van de kunstenaars rondom het tijdschrift De Stijl. Aan de hand van specifieke kunstwerken en publicaties (artikelen in De Stijl ) worden literatuur en bronnen onderzocht om de genese, de ontstaansgeschiedenis van het betreffende onderwerp zo precies mogelijk in kaart te brengen. Vervolgens zullen de contemporaine receptie, alsook de latere visie(s) op het kunstwerk of de publicatie worden betrokken om te achterhalen in hoeverre deze ontvangst overeenkomt en/of verschilt met de oorspronkelijke bedoelingen en invloeden. De student moet relevante informatiebronnen kunnen vinden en hanteren en de onderzoeksresultaten dienen op een gestructureerde wijze mondeling en schriftelijk te worden gepresenteerd. Mondeling gebeurt dat door middel van korte referaten waarvoor ook referenten worden aangewezen om vragen voor te bereiden. Het slotstuk, de scriptie, moet goed geordend en onderbouwd zijn en een controleerbaar systeem van bronnen- en literatuurverwijzingen hebben. Het onderzoek en het daaruit voortvloeiende werkstuk vormen de generale repetitie voor het Bacheloreindwerkstuk.

Literatuur

Carel Blotkamp et.al., De beginjaren van De Stijl, 1917-1922, Uitgeverij Reflex, Utrecht 1982;Relevante hoofdstukken uit:
Nancy Troy, The De Stijl environment, Massachusetts Institute of Technology, Cambridge (Mass.) / Londen 1983;
Michael White, De Stijl and Dutch modernism, Manchester University Press, Manchester/New York 2003;
Alied Ottevanger (bezorger) De Stijl overal absolute leiding. De briefwisseling tussen Theo van Doesburg en Antony Kok, RKD-Bronnenreeks deel 5, Uitgeverij Thoth, Bussum 2008

Toetsing

Opdracht, referaat en werkstuk. Het werkstuk bepaalt grotendeels het eindcijfer.
(paper 6500 woorden, 12-14 blz., literatuur 520 blz.)

Informatie

Dr. Alied Ottevanger a.ottevanger@hum.leidenuniv.nl