Sinds een aantal decennia schetsen historici een somber beeld van het leven in Rome ten tijde van het Principaat. Het gros van de bevolking leefde veel te klein behuisd. De hygiëne in de stad was volkomen ontoereikend. De veelgeroemde badcomplexen blijken weinig anders dan een besmettingshaard voor de meest vreselijke ziektes. Geen wonder dat de sterftecijfers zo hoog lagen – Rome was in demografische zin een zwart gat.
Inmiddels is er enig verzet tegen deze interpretatie aan het rijzen. Het interessantste deel daarvan betreft niet de gedachte dat het misschien allemaal wel meeviel, maar een belangrijk (en klassiek) methodologisch probleem: de relatie tussen bron en historische realiteit. Steden, en zeker Rome, waren voor antieke auteurs nooit neutraal: het waren plaatsen waar zowel al het goede als al het kwade samenkwam. Hun beschrijvingen van Rome zijn dan ook sterk gekleurd. In de literaire representaties van de stad zijn zowel utopische, als distopische beelden te vinden. Door de negatieve kanten van het leven in Rome te benadrukken zetten we of we het willen of niet het antieke distopische discours voort, en de vraag is of dat terecht is.
In dit college bestuderen we Rome in de eerste twee eeuwen na Chr. Twee onderling samenhangende vragen staan daarin centraal. In de eerste plaats de vraag hoe het beeld van Rome in de literatuur van de keizertijd wordt gebruikt, en hoe elementen uit de sociale werkelijkheid worden ingezet in die beschrijvingen. In de tweede plaats de vraag hoe de historicus die beelden op zijn beurt kan gebruiken voor het schrijven van sociale geschiedenis. Het is inmiddels genoegzaam bekend dat de zeer negatieve opmerkingen van een auteur als Juvenalis niet klakkeloos mogen worden gebruikt om het leven in Rome te beschrijven. Maar wat kan of mag dan wel?
Rooster
Onderwijsvorm
Hoorcolleges.
Leerdoelen
kennis van de literaire representaties van Rome in Griekse en Latijnse literatuur
kennis van de geschiedenis en topografie van de stad Rome ten tijde van het Principaat
inzicht in de relatie tussen antieke literaire representaties van Rome en moderne historische weergave van het leven in Rome
Literatuur
Voor het eerste college moet gelezen worden:
Scobie, A., ‘Slums, sanitation and mortality in the Roman world’, Klio 67 (1986) 399-433.
Laurence, Ray. “Writing the Roman metropolis’, in: H.M. Parkins, Roman urbanism: beyond the consumer city (Londen – New York 1997) 1-20.
De literatuur van de overige colleges wordt op Blackboard bekend gemaakt.
Toetsing
Schriftelijk tentamen aan het einde van de cursus over collegestof en literatuur.
Informatie
Bij de coördinator ( l.e.tacoma@hum.leidenuniv.nl).
Blackboard/webpagina
Voor het college is een blackboard-site; studenten wordt verzocht voorafgaand aan het college zich daarvoor te laten registreren.
Overzicht
De reeks wordt gedoceerd door docenten uit verschillende vakgebieden. Voor het programma zie blackboard site.
Toelatingseisen
Dit college is een verplicht onderdeel voor BA2 en BA3 studenten GLTC. Ook studenten van de opleiding geschiedenis kunnen deelnemen aan dit college.