Een schriftelijk verslag over een door de student verricht bronnen- en literatuuronderzoek, evenals een mondeling verslag over hetzelfde onderzoek in de vorm van een voordracht. De keuze van het onderwerp en de aanpak van het onderzoek worden vastgesteld in overleg met een of meer stafleden van de opleiding die als begeleider(s) optreden.
Uit het werkstuk moet onder meer blijken dat de student in staat is:
a. onder begeleiding een wetenschappelijke probleemstelling te formuleren die getuigt van inzicht in de elementaire wetenschappelijke vragen en de belangrijkste opvattingen binnen het vakgebied;
b. op een synthetische en inzichtelijke manier verslag te doen van secundaire wetenschappelijke literatuur;
c. basisbegrippen en –methoden op een inzichtelijke wijze toe te passen op een beperkt corpus van primair bronnenmateriaal;
d. helder en correct te formuleren.
Het werkstuk wordt beoordeeld op ten minste de volgende aspecten:
a. de adequate formulering en operationalisering van de probleemstelling
b. de adequate verwerking van secundaire literatuur
c. de adequate verwerking van bronnenmateriaal
d. taalgebruik, opbouw en vormgeving
Rooster
Niet van toepassing.
Onderwijsvorm
Zelfstudie en werkbesprekingen.
A la carte- en contractonderwijs
Niet van toepassing.
Leerdoelen
Het onderwerp dient in principe aan te sluiten bij het in het eerste semester gevolgde werkcollege (EG31MAS, EG31DEM of EG31RTK). De keuze van een onderwerp
Literatuur
Niet van toepassing.
Toetsing
Zie het betreffende reglement. Om uiterlijk 31 augustus af te studeren, dient de student een eerste complete versie van het eindwerkstuk uiterlijk half juni bij zijn begeleidende docent te hebben ingeleverd.
Informatie
Bij de betrokken docent(en).
Blackboard/webpagina
Niet van toepassing.
Opmerkingen
Het werkstuk sluit aan bij het onderdeel Capita Selecta van het eerste semester.