Studiegids

nl en

Aard, omvang en schade van criminaliteit (Nature, extent and consequences of crime)

Vak
2008-2009

Doel van het vak

Doel van het vak Aard, Omvang en Schade van Criminaliteit (AOSC) is het bieden van verdieping op kennis en inzicht ten aanzien van conceptuele en methodologische vragen over:

  • Verschillende soorten criminaliteit

  • De omvang en de daaraan gerelateerde temporele, geografische en sociale spreiding van criminaliteit

  • De schade als gevolg van criminaliteit

Nevendoelstelling van dit vak is het bieden van inzicht in de representatie en verbeelding van de aard, omvang en schade van verschillende vormen van criminaliteit in de diverse media. Studenten zullen hun (eerder) opgedane kennis creatief moeten toepassen bij het analyseren van tekst, figuren (zoals grafieken en crime maps op basis van geografische informatie systemen), tabellen, films en cartoons.

Het vak sluit aan bij de vakken Inleiding Criminologie en het Practicum Beschrijvende Criminologie. Ook de inhoud van voorgaande vakken op het gebied van methoden & technieken, statistiek en het straf(proces)recht wordt als bekend verondersteld. De vakken Stadscriminologie en Misdaadanalyse in de Master sluiten aan bij het vak AOSC.

Korte omschrijving van het vak

In dit vak staan allereerst de verschillende manieren van beschrijving en representatie van patronen van criminaliteit centraal. Deze patronen kunnen ruimtelijk, temporeel of sociaal van aard zijn en staan centraal in veel victimologische studies. Dit vak gaat dieper in op de belangrijkste verklaringen voor deze patronen en vraagt van studenten dat zij deze verklaringen en modellen kunnen toepassen, ook op visueel materiaal en zelf verzamelde data.

Problemen met de beschikbare data en de interpretatie daarvan komen ruimschoots aan bod. Vragen die behandeld worden, zijn bijvoorbeeld:

  • Waarom komt in een bepaalde buurt meer geweldscriminaliteit in de publieke ruimte voor?

  • Wat is de rol van de (nieuws)media bij het ‘ontstaan’ van nieuwe typen criminaliteit?

  • Waarom worden bepaalde mensen herhaald slachtoffer van inbraak?

  • Welke soorten schade zijn er en wat zijn de (juridische) mogelijkheden van een slachtoffer?

  • In hoeverre wordt overlast gecriminaliseerd?

  • Is het zo dat in buurten met meer allochtonen ook meer criminaliteit plaatsvindt en wat zou dat betekenen?

  • Is er meer criminaliteit dan vroeger, of is de criminaliteit gewoon ‘anders’?

  • Hoe wordt criminaliteit verbeeld in de media en wat heeft dit voor gevolgen?

Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)

Na het volgen van dit vak heeft de student inzicht in conceptuele en methodologische aspecten van (empirische) uitspraken en stellingen, over de aard, omvang, spreiding en schade van criminaliteit, gepresenteerd door onder andere tekst, figuren, tabellen, foto’s en cartoons. De student zal meer inzicht verkrijgen in de maatschappelijke context waarin de criminologie zich ontwikkelt en meer inzicht verkrijgen in de diverse vakgebieden die een rol spelen in de criminologie. Dit betekent dat de student:

1.Inzicht heeft in de vraag wie wanneer bepaalt wat criminaliteit is en in de factoren die op dit proces van invloed zijn en dit inzicht kan toepassen bij het analyseren van een bepaalde vorm van criminaliteit;

  1. Inzicht heeft in factoren die van invloed zijn op temporele, geografische en sociale spreidingspatronen van verschillende vormen van criminaliteit en dit inzicht kan toepassen op empirische gegevens;

  2. Overzicht heeft van de verschillende soorten schade als gevolg van criminaliteit en mogelijke gevolgen van slachtofferschap;

  3. Inzicht heeft in de diverse manieren waarop aard, omvang, spreiding en schade van criminaliteit gerepresenteerd kan worden en dit inzicht kan toepassen bij het analyseren van onder andere figuren, grafieken, tabellen, foto’s en cartoons.

Door de opzet van het vak, waarin een zeer actieve rol is weggelegd voor de student, zal de student in staat zijn:

  1. Een kleinschalig empirisch onderzoek te doen, waarin visuele data verzameld en geanalyseerd wordt en gebruik wordt gemaakt van een nieuwe methodiek, en hier een heldere (poster)presentatie over te geven.

  2. Maatschappelijk relevante criminologische problemen te analyseren en daarover helder en overtuigend verslag te doen.

Over de grenzen van het eigen traditionele vakgebied en de daarin meest gebruikte methodieken heen te kijken.

Coördinator

Naam: Mw. dr. G.N.G. Vanderveen
Werkadres: Steenschuur 25, kamer C1.19
Bereikbaarheid: Op afspraak via het secretariaat
Telefoon: 071 – 527 7414
E-mail: g.n.g.vanderveen@law.leidenuniv.nl

Departement: Strafrecht & Criminologie
Afdeling: Criminologie
Kamernummer secretariaat: C1.02
Openingstijden: Dinsdag t/m vrijdag, van 09.00 – 12.30 uur
Telefoon secretariaat: 071 – 527 7462
E-mail: criminologie@law.leidenuniv.nl

Onderwijsvormen

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 10 hoorcolleges à 2 uur

  • Namen docenten: Dr. G. Vanderveen, gastdocenten

  • Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen voor de hoorcolleges de betreffende stof gelezen en bestudeerd te hebben en/of opdrachten voorbereid te hebben. De hoorcolleges zijn een aanvulling en geen vervanging van intensieve zelfstudie. Zowel hoor – als werkcolleges zijn interactief van opzet.

Werkgroepen

  • Aantal à 2 uur: 10 werkcolleges à 2 uur

  • Namen docenten: Dr. G. Vanderveen

  • Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten dienen voor de werkcolleges de betreffende stof gelezen en bestudeerd te hebben en de werkcolleges goed voorbereid te hebben. Actieve deelname en aanwezigheid zijn vereist; deze werkcolleges hebben de opzet van een practicum (zie de Onderwijs- en Examenregeling).

Door middel van de tussentijdse opdrachten wordt studenten geleerd inzichten ten aanzien van aard, omvang, spreiding en schade van criminaliteit toe te passen. Ook leren studenten grafieken, figuren, tabellen en cartoons kritisch te analyseren. Daarnaast leren studenten tekst (delen van de verplichte literatuur), hun kennis en inzicht op een meer visuele wijze te representeren in de vorm van een concept map_ en posterpresentatie. Een grotere onderzoeksopdracht zal aan het einde van het vak gepresenteerd worden middels posters.

Het materiaal dat gebruikt wordt voor de onderzoeksopdracht en de posterpresentatie (bijvoorbeeld groot vel stevig papier, prints van foto’s) schaffen studenten op eigen kosten aan. Ook het huren van een film (voor één van de tussentijdse opdrachten) zal de student zelf bekostigen.

Voor in ieder geval één van de opdrachten is het gebruik van een digitale fotocamera noodzakelijk. De student dient zelf zorg te dragen dat zij/hij gebruik kan maken van een dergelijke camera.

Andere onderwijsvorm(en)

  • Omschrijving: Gestructureerde zelfstudie; studenten dienen zelfstandig de opgegeven studiestof te bestuderen en zelf aanvullende literatuur te zoeken.

Studiemateriaal

Verplicht studiemateriaal
Literatuur:

  • Reader Aard, omvang en schade van criminaliteit_ 2007/2008. Een deel van de verplichte literatuur is opgenomen in een reader met relevante artikelen.

  • Wittebrood, K. (2006). Slachtoffers van criminaliteit: feiten en achtergronden_. Den Haag: SCP. [dit boek is gratis te downloaden vanaf de website van het SCP]

  • Verdere verplichte literatuur wordt voor aanvang van het studiejaar nader bekend gemaakt.

Hoofdstukken uit de volgende boeken (die ook voor een of meer andere vakken zijn voorgeschreven):

  • Maguire, M., R. Morgan & R. Reiner (eds.) (2002). The Oxford Handbook of Criminology _(3rd edition). Oxford: Oxford University Press.

  • McLaughlin, E., J. Muncie & G. Hughes (eds.) (2003). Criminological Perspectives: essential readings_ (2nd edition). London: Sage.

Studenten worden eveneens geacht zelfstandig aanvullende literatuur of bronnen te raadplegen voor de opdrachten, presentatie en handout. Ook wordt studenten gevraagd enkele artikelen, waarvan naam en vindplaats worden vermeld, zelf van internet te halen.

Werkboek: Het werkboek is geïntegreerd in de reader.

Reader:

  • Reader Aard, omvang en schade van criminaliteit_ 2007/2008. Een deel van de verplichte literatuur is opgenomen in een reader met relevante artikelen.

Aanbevolen studiemateriaal
In het werkboek worden suggesties gegeven voor aanvullende literatuur, tevens zal via Blackboard verwezen worden naar relevant visueel materiaal en handige websites.

Daarnaast worden studenten geacht de actualiteiten bij te houden door een (kwaliteits)krant te lezen.

Toetsing

Toetsvorm(en)
Dit vak wordt niet afgesloten met een tentamen, maar kent drie andere toetsvormen:

  • Werkstuk. Studenten maken in groepjes (twee tot vier personen) een onderzoeksopdracht waarbij visuele data worden verzameld en geanalyseerd. Er wordt een probleemstelling geformuleerd die betrekking heeft op één van de thema’s die door de docent worden geselecteerd en toegelicht. Tijdens de werkgroepen krijgen de studenten feedback en begeleiding. Studenten schrijven over hun onderzoek een (gezamenlijk) onderzoeksverslag in de vorm van een handout. Deze handout behoort bij de posterpresentatie en wordt zowel op papier als digitaal ingeleverd. Handout en de presentatie tellen samen voor 36% mee voor het eindcijfer. Presentatie en handout dienen afzonderlijk voldoende te zijn.

  • Posterpresentatie. In kleine groepjes verrichten studenten zelfstandig onderzoek, waarbij studenten gebruik maken van visuele data. Studenten doen verslag van hun onderzoek met behulp van een posterpresentatie en handout; zie de informatie hierboven.

  • Tussentijds werk schriftelijk (n=4). De studenten maken gedurende de onderwijsperiode vier tussentijdse opdrachten die beoordeeld worden met een cijfer en samen voor 64% meetellen voor het eindcijfer. Eén enkele opdracht is dus 16% van het eindcijfer. Het gemiddelde van de vier opdrachten dient voldoende te zijn.

Handout en posterpresentatie tellen samen voor 36% mee voor het eindcijfer, de vier tussentijdse opdrachten tellen samen mee voor 64% van het eindcijfer. Presentatie, handout en het gemiddelde van de vier opdrachten dienen afzonderlijk voldoende te zijn.

De beoordeling van de participatie in het gehele vak kan gebruikt worden ter afronding van het eindcijfer. Onder participatie wordt verstaan de kwantiteit en kwaliteit van de (mondelinge) bijdrage van de student tijdens onderwijsbijeenkomsten.

Inleverprocedures
De handout wordt zowel op papier als digitaal ingeleverd. Uitgewerkte opdrachten worden zowel meegenomen naar de colleges of voor de deadline in het postvakje van de docent gelegd als ook (elektronisch) ingeleverd via Blackboard. Opdrachten die na het verstrijken van de deadline worden ingeleverd (en dus te laat zijn), worden beoordeeld met een 1.

Examenstof

Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.

Ingangseis

Theoretische Criminologie

Rooster

Via de facultaire website: www.law.leidenuniv.nl

Inschrijving

Via U-Twist.

Digitale leeromgeving

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Sheets zullen via Blackboard beschikbaar worden gesteld. Blackboard zal ook worden ingezet voor nieuws, aankondigingen, (extra) literatuur- en bronnensuggesties, websites en voor vraag en antwoord. Ook diverse voorbeelden van figuren (zoals grafieken en crime maps_ op basis van geografische informatie systemen), tabellen en cartoons worden via Blackboard aangeboden. De opdrachten worden zowel via Blackboard ingeleverd als in het postvakje van de docent.

Bijzonderheden

Net als elk ander vak kent dit vak ook een herkansing, en wel voor elk van de 3 onderdelen die onafhankelijk van elkaar voldoende moeten zijn. De student kan dus herkansen:

  • poster (verbeteren en nogmaals presenteren)

  • handout (verbeteren en nogmaals inleveren)

  • opdrachten

Afhankelijk van het gemiddelde en andere factoren (of de student een keer te laat was met inleveren of vaker een onvoldoende heeft gehaald voor de opdrachten) wordt de herkansingsopdracht afgestemd. Het cijfer voor de herkansingsopdracht vervangt het gemiddelde van de opdrachten.

Voor die studenten die vóór 1 september 2005 de bachelor opleiding Criminologie zijn begonnen en die dus het oude onderwijsprogramma volgen, is er een regeling getroffen opdat zij nog volgens het oude curriculum kunnen afstuderen (zie de Overgangsregeling bachelor-opleiding Criminologie). De studenten voor wie dit geldt, zullen minder opdrachten krijgen en minder colleges hoeven te volgen, aangezien AOSC in het oude curriculum de omvang had van 5 ects. Meer informatie zal volgen aan het begin van het nieuwe studiejaar op Blackboard. Studenten die gebruik maken van de regeling zullen via Blackboard gevraagd worden zich te melden bij de coördinator van het vak.