Het college biedt de student een overzicht van de prehistorie van het Nabije Oosten, met nadruk op de periode tussen ca. 20.000 en 4000 v.Chr. Aandacht wordt besteed aan de Epipaleolithische jager-verzamelaars en de Neolithische boeren en pastoralisten, alsmede voor Egypte de oorsprong van de Egyptische staat en de vroeg-dynastische periode. Belangrijke archeologische sites en regio’s passeren de revue, waarbij een beeld wordt gegeven van de enorme rijkdom en dicersiteit van het bodemarchief in landen zoals Turkije, Syrie, Jordanie, Israel, Libanon, Irak, Iran en Egypte.
Aan de hand van recente archeologische activiteiten, theorieen en inzichten komen thema’s aan de orde zoals: nederzettingsorganisatie, architectuur, domesticatie, economie, chronologie, sociale structuur, grafgebruik en materiele cultuur.
Ingangseisen
Bij voorkeur propedeuse Archeologie.
Leerdoelen
*Globaal kennis hebben (i.e. de grote lijnen weten) van de prehistorische archeologie van het Nabije Oosten, zoals behandeld tijdens het college en in de opgegeven literatuur (periodisering, datering, materiële cultuur, nederzettingsontwikkeling, economie, sociale structuren, uitwisseling, grafrituelen); *Globaal kennis hebben van de belangrijkste archeologische sites en regio’s, zoals in het college behandeld, alsmede van de daarbij behorende basisliteratuur (weten waarom de site een belangrijke positie inneemt voor de archeologie van het Nabije Oosten, wat is er gevonden en wat is er gebeurd); *Globaal kennis hebben van de relevante theorieën en modellen aangaande problemen en ontwikkelingen in de prehistorie van het Nabije Oosten, zoals behandeld tijdens het college (bijvoorbeeld de thematiek rond neolithisatie beheersen: domsticatie, pastoralisme, kolonisatie gebieden, etc.); *Kritisch leren kijken naar verschillende relevante theorieën en modellen aangaande problemen en ontwikkelingen in de prehistorie van het Nabije Oosten.
Onderwijsvorm
Hoorcollege met verplicht te lezen literatuur. Vóór aanvang van elk college dient de vooraf opgegeven literatuur bestudeerd te worden.
Toetsing
Schriftelijk tentamen over de verplicht te lezen literatuur en de behandelde collegestof.
Literatuur
Lijst van te lezen literatuur wordt aan de student ter beschikking gesteld bij aanvang van het college.