Studiegids

nl en

Tutorial: New news media: Mission impossible?

Vak
2009-2010

Beschrijving

Het tweede semester staat in het teken van verdieping en onderzoek. Tutors begeleiden kleine aantallen (1 tot 5) individueel of in subgroepjes ter voorbereiding op hun scripties. Vanaf november worden er tutorials aangeboden op het gebied van de specialisaties van de kerndocenten. Deze tutorials bieden een verdieping in de theorie en actuele stand van wetenschap op uiteenlopende gebieden. Elke student kiest één tutorial. De studenten maken zich vraagstellingen en onderzoeksmethodieken eigen, nemen een literatuurlijst door en kiezen onder begeleiding van de tutors een onderzoeksonderwerp en een stageplaats. Een aanzienlijk deel van de stagetijd staat in het teken van het onderzoek. In de periode april tot juni doen de studenten een onderzoeksstage (15 ects) bij een redactie of communicatiebureau. Tussen juni en augustus schrijven zij een afstudeerscriptie van in totaal 20 punten (inclusief voorbereidingstijd tutorial), een wetenschappelijke verhandeling met theoretische diepgang en actuele casussen en voorbeelden uit de stagepraktijk. Een stageverslag vormt een bijlage van deze scriptie.

Paris! Brangelina! Kranten moeten niet vies zijn van commercie! U vraagt wij draaien! Overlevingsstrategie of nieuwe journalistieke missie? Nieuwsmedia bieden steeds meer human interest nieuws en verstrooiing en allerlei mogelijkheden om ‘nieuws op maat’ te ontvangen. De technologie maakt het mogelijk, de gebruikers kunnen hun hart ophalen en adverteerders varen er wel bij. Of betekent deze vernieuwingsimplus de doodsteek voor de klassieke journalstieke missie?

Dat traditionele papieren kranten (broadsheets) wereldwijd te kampen hebben met een teruglopend aantal abonnees is al lang geen nieuws meer. Daarentegen kunnen nieuwe nieuwsvormen zich op een groeiend aantal gebruikers verheugen. Kranten en andere nieuwsaanbieders hebben hun weg gevonden naar het Internet, maar ook de papieren nieuwsvorm ondergaat een verjongingskuur (tabloids en gratis kranten) en zelfs een tussenvariant die de voordelen van off- en online publiceren combineert, beleefde dit jaar in Nederland haar primeur: de NRC ePaper, gebaseerd op de ‘electronic ink on paper’-technologie. Dat het vak van de journalist in rap tempo meeverandert is overduidelijk, maar ook in ruimere maatschappelijke zin zijn deze ontwikkelingen van belang. Wetenschappelijk onderzoek heeft veelvuldig aangetoond dat traditionele broadsheets lezers informeren over uiteenlopende maatschappelijk relevante onderwerpen en sociale betrokkenheid bevorderen. Daarmee vervullen kranten van oudsher een belangrijke maatschappelijke functie. Met name de professionele leiding van journalisten lijkt hier debet aan. De journalistiek wordt vaak gezien als de vierde macht in een democratie. Met de opkomende burgerjournalistiek en tailor made news services afgestemd op individuele behoeften krijgen journalisten steeds minder tools in handen. Of misschien toch niet? De kaarten worden nog flink geschud.
Hoewel de eerste vergelijkende studies hebben aangetoond dat traditionele dagbladen lezers meer engageren in hun samenleving dan hun online equivalenten en dat lezers ook beduidend meer leren van papier dan van het scherm , suggereert recenter onderzoek dat het online format vergelijkbare leereffecten zeker niet uitsluit mits … de nieuwssites overzichtelijk zijn en de layout uitnodigt tot meer en verder lezen. Daarnaast lijken motieven van gebruikers een niet te onderschatten rol te spelen.
In dit onderzoeksproject staat de missie van de nieuwe journalistiek en de effectiviteit van verschillende nieuwsvormen centraal. Is de maatschappelijke verantwoordelijkheid van journalisten nog wel een plicht of is de missie om burgers te betrekken bij maatschappelijke ontwikkelingen aan het afbrokkelen ten faveure van de het bedienen van individuele (entertainment) behoeften? Het project valt uiteen in 3 deelprojecten, waarin de visie van redacteuren, de mogelijkheden voor journalisten en de invloed van gebruikers centraal staan. Afhankelijk van het aantal betrokken studenten kunnen één of meerdere deelprojecten worden onderzocht.

De balans tussen maatschappelijke verantwoordelijkheid, innovatie en commercie
Het eerste deelproject heeft betrekking op de missie van verschillende nieuwsaanbieders en hoe wordt omgegaan met de kansen en bedreigingen die voortvloeien uit de technologische ontwikkelingen en de wens c.q. druk om vernieuwend en winstgevend te zijn alsook bij te dragen aan het maatschappelijke engagement.
De ene nieuwssite is de andere niet.Terwijl ‘online-only’ nieuwssites opgezet werden door innovators die de interactieve omgeving zagen als een speeltuin voor een nieuwe vorm van journalistiek waarin multimediale praktijken en burgerjournalistiek volop de ruimte konden krijgen, kwamen kranten veelal met een online editie om maar niet achter te blijven bij de concurrentie en in de hoop nieuwe winstgevende markten aan te boren. Daar waar kranten met wat knip-en-plak-werk al snel een site konden vullen, besteedden andere nieuwssites meer aandacht aan multimediale en interactieve functionaliteiten met als gevolg verschillende gerbuikers. Hoewel krantensites en andere nieuwssites steeds geavanceerder worden en vergelijkbare functionaliteiten bieden, lijken ze ook steeds meer een eigen, unieke identiteit te willen profileren. Kunnen we nieuwssites in de toekomst over één kam scheren of gaan online nieuwsaanbieders zich verder onderscheiden door verschillende doelgroepen en behoeften te dienen? En zo ja, hoe? Hetzelfde geldt voor nieuwe offline initiatieven. Gratis kranten en betaalde (doelgroep)tabloids kunnen een hele andere missie hebben en op die manier een andere rol vervullen.
Methode: je houdt interviews met redacteuren van verschillende nieuwe nieuwsmedia (w.o. gratis kranten, doelgroeptabloids en verschillende nieuws sites, bijv: Sp!its, nrc.next, nu.nl, nosnieuws.nl, volkskrant.nl, telegraaf.nl) om te achterhalen in hoeverre de klassieke journalsitieke missie nog leeft en standhoudt onder de technologische vernieuwingen en in een toenemend commerciële omgeving.

De vierde macht in de online omgeving
Het tweede deelproject heeft betrekking op de manier waarop journalisten online hun gatekeepers-rol kunnen (blijven) vervullen. Centraal daarbij staat de opmaak van nieuwssites.
Onderzoek heeft aangetoond dat journalisten en redacteuren een belangrijke tool in handen hebben met de structuur en opmaak van papieren kranten. Met behulp van zogenaamde cues (zoals foto’s, kleurgebruik, lettertype en –grootte, tekstkaders, positionering van een artikel in de krant en op een pagina) kunnen zij lezers verrassen met artikelen over uiteenlopende onderwerpen en verleiden om verder te lezen. Bovendien helpen cues lezers belangrijke onderwerpen van de minder belangrijke te onderscheiden. Die professionele leiding zorgt er niet alleen voor dat krantenlezers veel opsteken, maar blijkt ook bijzonder gewaardeerd te worden. Naarmate de hoeveelheid informatie toeneemt, neemt ook de behoefte aan een ‘betrouwbare selectie’ van items toe. Ook online raken cues steeds meer ingeburgerd, met als extraatje: multimediale toepassingen. Maar typische print cues zoals de positionering van een artikel in de krant lijken online hun doel voorbij te schieten. De vraag is of cues sowieso niet voor een groot deel verborgen blijven in de gelaagde online structuur; er zijn immers vele wegen die naar Rome leiden, juist op het web. Bijna alle krantensites bieden opvallend genoeg naast hun gewone nieuwspagina’s een één-op-één versie van hun offline editie. Is dat een geniale vertaling van de offline successformule naar het web?
Methode: A.d.h.v. een analyse van bestaande nieuwssites en het clickgedrag van gebruikers op die sites onderzoek je op welke manier cues online worden ingezet en of ze ook werken. Op basis daarvan beredeneer je ten slotte hoe journalisten informatie op websites het beste kunnen presenteren. Afhankelijk van het aantal betrokken studenten kunnen eventueel verschillende soorten/verschillend opgemaakte nieuwsites worden onderzocht.

Percepties van de ‘vijfde macht’: wat willen en vinden gebruikers?
Het derde deelproject heeft betrekking op de motieven van gebruikers. Redacties en journalisten kunnen nog zoveel goede initiatieven ontplooien, maar gebruikers ‘moeten wel willen’!
Onderzoek suggereert dat motieven van gebruikers van cruciaal belang zijn voor de effectiviteit van nieuwsmedia. Op hun beurt kunnen nieuwsmedia dan weer zo goed mogelijk inspelen op die gebruikersmotieven. Het feit dat, ondanks alle apocalyptische voorspellingen, oude media nooit geheel van de kaart geveegd zijn als gevolg van de komst van nieuwe media levert het bewijs dat oude en nieuwe media verschillende behoeften dienen, of, dat oude media na verloop van tijd hun niche (her)vinden. Worden bepaalde nieuwssites vooral gebruikt om bij te blijven en gewaardeerd om de frequente updates en hun korte nieuwsberichtjes? En worden bepaalde krantenmerken vooral van gewaardeerd om hun professionele leiding en opiniërende stukken en moeten zij – tabloid of online representatie – hoe dan ook mikken op het behoud van hun betrouwbare imago? Het maakt nogal wat uit of gebruikers nieuwsmedia doelgericht gebruiken om op de hoogte te blijven of ter ontspanning en of ze bijvoorbeeld op zoek zijn naar snelle updates of opniërende stukken of uitgebreide achtergrondverhalen.
Methode: M.b.v een survey onder gebruikers achterhaal je wat de motieven zijn voor het gebruik van verschillende nieuwe nieuwsmedia en in hoeverre verschillende aanbieders bevredigend in deze behoeften voorzien. Op basis daarvan beredeneer je ten slotte of journalisten een meer leidende of reactieve rol in die behoeftebevrediging kunnen en/of zouden moeten innemen.

Toegangseisen

Kijk op de website Masters in Leiden of bekijk de site van de Masterspecialisatie Journalistiek en Nieuwe Media .

Literatuur

Aanbevolen

  • Andersen, J., & Nørgaard Kistensen, N. (2006). Between individualism and community: On media consumption, political interest and the public. Nordicom Review, 27(2), 69-85.

  • Boczkowski, P.J. (2002). The development and use of online newspapers: What research tells us and what we might want to know. In L. Lievrouw & S. Livingstone (Eds.), The handbook of new media (pp. 270-286). London: Sage Publications.

  • Bohman, J. (2004). Expanding dialogue: The Internet, the public sphere and prospects for transnational democracy. The Sociological Review, 52(s1), 131-155.

  • De Waal, E (in press). Online News & Society: The Evolution of Uses and Effects of News on the Web. Saarbrücken: VDM Verlag Dr Mueller.

  • De Waal, E. (2003). Mediumeffecten: Weten we meer of minder nu we online zijn? (2003). In H. Blanken & M. Deuze (Red.), De Mediarevolutie: 10 jaar www in Nederland (pp. 193-207). Amsterdam: Uitgeverij Boom.

  • De Waal, E. & Schoenbach, K. (2008). Presentation style and beyond: How print newspapers and online news expand awareness of public affairs issues. Mass Communication and Society, 11(2), 161-176.

  • De Waal, E., Schönbach, K., & Lauf, E. (2005). Online newspapers: A substitute or complement for print newspapers and other information channels? Communications, 30, 55-72.

  • Dimmick, J., Chen, Y, & Li, Z. (2004). Competition between the Internet and traditional news media: the gratification-opportunities niche dimension. The Journal of Media Economics, 17(1), 19-33.

  • Eveland, W. P. Jr., & Dunwoody, S. (2001). User Control and Structural Isomorphism or Disorientation and Cognitive Load? Learning From the Web Versus Print. Communication Research, 28(1), 48-78.

  • Eveland, W. P. Jr., & Dunwoody, S. (2002). _An investigation of elaboration and selective scanning as mediators of learning from the Web versus print. _Journal of Broadcasting & Electronic Media, 46, 34-53.

  • Eveland, W. P., Jr., Marton, K., & Seo, M. (2004). Moving beyond “just the facts”: The influence of online news on the content and structure of public affairs knowledge. Communication Research, 31(1), 82-108.

  • Gans, H. J. (2003). _Democracy and the news. Oxford: Oxford University Press._Garcia, M. R., & Stark, P. (1991). Eyes on the News. St. Petersburg, Florida: The Poynter Institute.

  • Mindich, D. T. Z. (2005). Tuned out: why Americans under 40 don’t follow the news. New York: Oxford University Press.

  • Papacharissi, Z. (2002). _The virtual sphere: The Internet as a public sphere. _New Media and Society, 4(1), 9-27.

  • Prior, M. (2005). News vs. Entertainment: How Increasing Media Choice Widens Gaps in Political Knowledge and Turnout. American Journal of Political Science, 49(3), 577-592.

  • Schoenbach, K., De Waal, E. & Lauf, E. (2005). Online and print newspapers: Their impact on the extent of the perceived public agenda. European Journal of Communication, 20(2), 245-258.

  • Sunstein, C. R. (2004). Democracy and filtering. Communications of the ACM, 47(12), 57-59.

  • Tewksbury, D. (2003). What do Americans really want to know? Tracking the behavior of news readers on the Internet. Journal of Communication, 53(4), 694-710.

  • Tewksbury, D., & Althaus, A.L. (2000). Differences in knowledge acquisition among readers of the paper and online versions of a national newspaper. Journalism and Mass Communication Quarterly, 77(3), 457-479.

  • Tewksbury, D., Weaver, A. J., & Maddex, B. D. (2001). Accidentally informed: Incidental news exposure on the world wide web. Journalism & Mass Communication Quarterly, 78(3), 533-554.

Informatie

Bij “dr. E. de Waal“mailto:E.deWaal@uva.nl

Aanmelden

Kijk op de website Masters in Leiden of bekijk de site van de Masterspecialisatie Journalistiek en Nieuwe Media .