Studiegids

nl en

S & O: Beoordeling en Beïnvloeding

Vak
2009-2010

Basis

In elk sociaal verband – een gezin, een sportclub, een professionele organisatie – worden gedachten, gevoelens en gedrag sterk bepaald door anderen. Wat anderen van ons denken, hoe wij over anderen denken en wat wij van hen leren, stuurt onze voorkeuren, emoties en gedragingen. Deze cursus laat zien hoe dat in zijn werk gaat. Thema’s die aan de orde komen zijn onder andere:

  • attributieprocessen (hoe trekken mensen conclusies over het gedrag van anderen en zichzelf)

  • attitudes (attitudevorming en -verandering, zoals bijvoorbeeld uitgewerkt in voorlichting en reclame)

  • schema’s bij de beoordeling van personen (bijvoorbeeld stereotypering, het toeschrijven van kenmerken op basis van groepslidmaatschap en discriminatie als mogelijk gevolg daarvan)

  • besluitvorming (impulsief, automatisch, beredeneerd)

  • emoties in sociaal gedrag.

Specialisatie

Er zijn vier thema’s waarin studenten zich kunnen specialiseren:

  • Attitudes: hoe komt een attitude tot stand, waardoor wordt hij onderbouwd, hoe belangrijk zijn attitudes voor het bepalen van gedrag, hoe kunnen attitudes worden veranderd? Deze vragen zijn van groot belang om bijvoorbeeld te begrijpen hoe voorlichting en reclame werken. Wat kun je daarvan verwachten, wat niet?

  • Stereotypering: mensen zijn razendsnel in het indelen van anderen in categorie? Ze schrijven anderen op grond van die categorie ook allerlei eigenschappen toe. Wanneer treedt dat met name op en wanneer zijn oordelen meer individueel bepaald? Wat voor gevolgen heeft dat voor de bejegening van anderen? Gebeurt dat bewust, onbewust, is het te sturen? Leidt het automatisch tot discriminatie, en zoja welke vormen van discriminatie?

  • Leiderschap en management: Het succes van teams, afdelingen en organisaties staat of valt met de vraag of hun leiders (coaches, chefs, directeuren) hun werk goed doen. Maar welke criteria moet je precies aanleggen om te bepalen of een leider goed is: de teamsfeer of de prestaties of allebei? Worden goede leiders geboren of kan iedereen het leren om goed leiding te geven? En wat doen goede leiders eigenlijk en wat doen ze juist niet?

  • Emoties: Emoties bieden inzicht in de subjectieve beleving en betekenis die mensen aan bepaalde sociale situaties geven. Emoties kunnen ook gedrag sturen: Als men bijvoorbeeld een probleem heeft veroorzaakt in de organisatie waarin men werkt, leidt dit dan tot schaamte en terugtrekgedrag of juist tot gevoelens van schuld en pogingen tot reparatie? Of ligt het er maar aan? En waaraan dan?

Coördinator

Dr. Daan Scheepers
E-mailadres: Scheepersdt@fsw.leidenuniv.nl

Doelstelling(en)

Via colleges en literatuurstudie verwerven studenten kennis over theorieën en empirische bevindingen op het gebied van de cognitieve sociale psychologie en van de onderzoeksmethoden binnen dit vak. In de werkgroep zullen studenten een thema verder uitdiepen door het kritisch lezen van artikelen en het schrijven van een onderzoeksvoorstel of van een andersoortig werkstuk waarbij een probleem wordt geanalyseerd en waarbij suggesties voor oplossingen worden aangedragen. Studenten leren hun analyses mondeling te presenteren in de werkgroep en er schriftelijk over te rapporteren aan vakgenoten. De cursus is dus gericht op kennisverwerving maar ook op integratie/verdieping en toepassing van kennis.

Studiemateriaal

  • Basisdeel: Vonk, R. (2002). Cognitieve Sociale Psychologie. De psychologie van het dagelijkse denken en doen. Utrecht: Lemma.

  • Specialisatie: literatuur wordt bekend gemaakt in de werkgroep.

Zie ook Blackboard pagina’s van deze cursus.

Toetsing

Het eindcijfer is het gemiddelde van de cijfers voor het m.c.-tentamen en voor het individueel geschreven werkstuk. Het tentamen toetst de kennis over de collegestof en de basisliteratuur. Actieve participatie tijdens de werkgroepen zal meewegen in het cijfer voor het werkstuk.

De Faculteit Sociale Wetenschappen heeft per 1 januari 2006 het systeem Ephorus ingevoerd dat docenten kunnen gebruiken om werkstukken van studenten systematisch op plagiaat te controleren. Zie ook de Nadere regels en richtlijnen, paragraaf 6.

Ingangseis/advies

Propedeuse en de B2-cursus Groepsdynamica met een voldoende behaald.

Onderwijsvormen

Tijdens zes hoorcolleges (twee per week)worden de studenten ingeleid in de grondslagen van het brede onderwerp “Beoordeling en beïnvloeding” aan de hand van de basisliteratuur. De hoorcolleges worden afgesloten met een “mid term” tentamen. Na deze hoorcolleges worden de studenten ingedeeld in werkgroepen (van maximaal 15 personen) die in zes bijeenkomsten nader ingaan op een thema.
Het programma van de werkgroepen zal bestaan uit een intensieve kennismaking met de literatuur en vooral de toepassing daarvan: de vaardigheid om iets te doen met zulke kennis voor het oplossen van een probleem. Dat kan een maatschappelijk probleem zijn of een theoretisch probleem, in ieder geval een kwestie waarvoor een gedegen analyse aan een voorstel tot verandering gekoppeld is, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Deelnemers schrijven hierover een werkstuk.

Studenten dienen bij inschrijving voor deze cursus direct een keuze te maken voor een van de vier specialisaties. Zie U-twist, werkgroepaanmeldingen SO1, SO2, SO3 of SO4. Er wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met de voorkeur van iedere student.

Inschrijving

Studenten dienen zich in te schrijven voor de werkgroepen behorend bij de cursus. Inschrijving voor de werkgroepen van het eerste semester vindt plaats via U-TWIST vanaf 1 juli 10.00 uur tot 21 augustus 10.00 uur.

NB: Inschrijving voor het tentamen en hertentamen gaat niet automatisch. Inschrijven voor het (her)tentamen doe je uiterlijk 1 week van te voren via U-TWIST. Wie zich niet inschrijft, kan niet meedoen aan het (her)tentamen.

Rooster