Er zijn maar weinig gebieden op de wereld waar de mens zo zijn stempel op het landschap heeft gezet als in het lage deel van Nederland. Bestond het bij het begin van de jaartelling grotendeels uit wadden en woeste venen, met een paar geïsoleerde woonplaatsen, omstreeks 1600 was alles vruchtbaar cultuurland waarin elk perceel geld opleverde. Het werd beschermd door dijken, vernuftigd ontwaterd door duizenden vaarten en sluizen, en bewoond door meer dan een miljoen mensen in een dicht net van dorpen en steden. Het is vooral na het jaar 1000 dat de transformatie van natuur naar cultuur er zich in rap tempo heeft voltrokken. Daardoor is dit landschap minder een decor waartegen de geschiedenis zich afspeelde als wel een historisch studieveld op zich en tegeljk ook een factor die van invloed was op de inrichting van staat en maatschappij. In dit college willen we de ‘cultivering’ van het landschap nader bestuderen. Hoe kon ze zo snel en zo ingrijpend gerealiseerd worden? De nadruk ligt daarbij op de mens als vormgever. Er is dus aandacht voor thema’s als kerkstichting, dorpsvorming, ontstaan van marken en meenten, de ruimtelijke groei en bloei van steden, dijkaanleg, veenontginningen, enz. En er zal interesse zijn voor alle aspecten van machtsontplooiing die met de transformatie van de ruimte verbonden was.
Onderwijsvorm
Werkcollege. (NB verplichte aanwezigheid zie studiereglement Instituut voor Geschiedenis, art 2)
Toegangseisen
Kennis van oriënterende literatuur wordt bevraagd bij een instaptoets.
Leerdoelen
Inzicht in het ontstaan en de vroege ontwikkeling van het Nederlandse kustlandschap, de wijze waarop dat door de mens is vormgegeven
Vertrouwd raken met de mediëvistische en historisch-geografische methoden waarmee de ruimtelijke geschiedenis van de mens benaderd kan worden; daarbij zal ook aandacht zijn voor de toepassing van GIS (Geografische Informatie Systemen).
Het onder begeleiding zelfstandig opzetten en uitvoeren van een eigen onderzoekje op basis van literatuur (heuristiek, opzet, mondelinge en schriftelijke presentatie)
Studielast
280 uur.
Literatuur
Wordt nader bekend gemaakt.
Toetsing
Van de studenten wordt verwacht dat ze zich zelfstandig zullen verdiepen in een in overleg vast te stellen deelaspect en daar een schriftelijke en mondelinge presentatie over voorbereiden. Weging van de onderdelen: werkstuk (50%), collegeparticipatie (25%) en referaat (25%).
Rooster
Semester II, zie rooster.
Informatie
Bij de docenten: Prof.dr. P.C.M. Hoppenbrouwers en prof.dr. J.A. Mol.
Blackboard/webpagina
Ja.
Aanmelden
Aanmelden via U-TWIST, zie aanmeldingsprocedures.