Studiegids

nl en

Museologie

Vak
2009-2010

De colleges “Geschiedenis en museale aspecten van de archeologie” behandelen in eerste instantie de oorsprong van de archeologie-beoefening in Nederland: van het antiquarisch verzamelen van archaeologica in de 17e en 18e eeuw tot en met het ontstaan en bloei van het Rijksmuseum van Oudheden onder hoogleraar C.J.C. Reuvens (1793-1835). Deze geschiedkundige colleges worden afgewisseld met materiaalstudie, gerelateerd aan de behandelde stof, in de museumzalen en de depots.
De museale aspecten van de archeologie worden behandeld aan de hand van ‘case studies’ over permanente en tijdelijke presentaties (tentoonstellingen), museumeducatie, aankoopbeleid, museale ethiek en de verhouding tussen politiek en musea. Een excursie naar een collega-instelling heeft in het verleden deel uitgemaakt van de collegereeks.
NB: in verband met het werken met objecten in de depots is er een beperking van twaalf studenten per blok. Men wordt aangeraden zich tijdig aan te melden bij de docent, bij voorkeur via E-mail, met opgave van persoonlijke gegevens.

Ingangseisen

Vooraf aanmelden bij de docent, bij voorkeur via e-mail: r.halbertsma@rmo.nl.

Leerdoelen

*Kennis verwerven over de geschiedenis van archeologische collecties in Europa ; *Analyseren van tentoonstellingsconcepten; *Overbrengen van archeologische informatie naar verschillende doelgroepen; *Vergroten van materiaalkennis, detecteren van vervalsingen; *Zelfstandig nadenken over museale ethische kwesties.

Onderwijsvorm

Responsie- en werkcollege.

Toetsing

Schriftelijk tentamen, eventueel uit te breiden met een mondeling tentamen over boekenlijst in overleg met docent.