Overal ter wereld worden werktuigen, ornamenten en andere objecten gevonden, gemaakt van een veelheid aan materialen zoals steen, been, koraal of schelp. De studenten worden vertrouwd gemaakt met de aanwezigheid van fabricage- en gebruikssporen op verschillende werktuigen (gemaakt van allerlei grondstoffen) door middel van simpele visuele inspectie en macroscopische inspectie.
Ingangseisen
BA2 cursus Artefactstudies I en II met goed gevolg hebben afgelegd.
Leerdoelen
Leren omgaan met verschillende typen microscopen;
Kunnen herkennen en interpreteren van sporen van fabricage en gebruik;
Kritisch beschouwen van de mogelijkheden en beperkingen van dit soort onderzoek voor archeologische vraagstellingen;
Kritisch beschouwen van de literatuur.
Onderwijsvorm
Responsiecollege, practicum en tutorial.
Toetsing
Verslag.
Literatuur
Artikelen worden bij aanvang van het college opgegeven.