De colleges bieden een overzicht van de vroege prehistorie van Europa, van de vroegste bewoning tot de laatste jager-verzamelaars in het Mesolithicum, met een nadruk op Noordwest-Europa.
Ingangseisen
Geen.
Leerdoelen
Kennis en inzicht in het chronologisch kader, de chronostratigrafie en de klimaatontwikkelingen van de vroege prehistorie van Noordwest Europa;
Kennis van de hoofdlijnen en thema’s van de vroege prehistorie (technologie en ruimtelijke organisatie);
Kennis van de belangrijkste vindplaatsen die centraal behandeld zijn in de literatuur en de colleges en deze kunnen plaatsen in de chronostratigrafie van Noordwest Europa;
Inzicht in de representativiteit van de gegevens (studenten kunnen bijvoorbeeld beargumenteren waarom het Mesolithicum in West-Nederland er anders uitziet dan in Oost-Nederland of waarom er in Leiden geen Neanderthalers waren);
Academische vaardigheden ontwikkelen: kritisch lezen en analyseren (wat is de probleemstelling van het artikel, wat zijn de sleutelargumenten, wat betoogt de auteur, wat zijn de sterke en zwakke punten, etc), goed beargumenteren en wetenschappelijk schrijven.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges.
Toetsing
Essays en een schriftelijk tentamen.
Literatuur
literatuurlijst met wetenschappelijke artikelen; als achtergrond wordt L.P.Louwe Kooijmans et al. (eds) 2005 Nederland in de prehistorie (Amsterdam: Bert Bakker) (of de engelse versie) of R.Boyd & J.Silk (2003) How humans evolved, London/New York: Norton & co (derde of vierde editie) aanbevolen.