Vanaf het Neolithicum ontstaan er in Noordwest-Europa cultuurlandschappen, waarin naast akkersystemen en nederzettingen ook rituele plaatsen als offerlocaties en grafheuvelcomplexen een belangrijke rol spelen. Aansluitend bij recent veldonderzoek zal ingegaan worden op de lange-termijn-ontwikkelingen van het prehistorische cultuurlandschap in Nederland. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan de manier waarop nieuwe theorie?over het prehistorische landschap in Nederland onderzocht kunnen worden door middel van opgravingen en diverse prospectiemethoden.
Ingangseisen
propedeuse
Leerdoelen
Kennis van en inzicht in landschappelijke benaderingen in de archeologie van de latere prehistorie (vanaf het Neolithicum) (verschillende landschappelijke benaderingen en theorieën kunnen opnoemen, definiëren en toepassen);
Landschappelijke benaderingen kunnen plaatsen in de theorie;
Inzicht in de relatie tussen veldwerkstrategieën en vraagstellingen over de inrichting van het landschap (zoals de onderlinge rol van nederzettingen en grafvelden, de consequenties van veranderingen in omgeving kunnen weergeven, een veldwerkstrategie kunnen ontwikkelen in een bepaald gebied met een vastgesteld budget, landschappelijke benadering kunnen kiezen en toepassen op een bepaald onderzoeksgebied), let op: het gaat hier expliciet om nabootsing van praktijksituaties in de Nederlandse veldarcheologie;
Ontwikkelen van academische vaardigheden: goede presentatie voorbereiden en geven met gebruik van powerpoint, voorbereiden van een discussie na afloop van de presentatie, kritisch naar elkaar luisteren, eigen mening goed kunnen beargumenteren;
In groepsverband de opdrachten kunnen uitwerken;
In groepsverband kunnen uitwerken
Onderwijsvorm
Werkcolleges.
Toetsing
Opdracht met presentatie + tentamen.
Literatuur
Wordt bij aanvang van college opgegeven.