Practicum waarin prehistorisch vondstmateriaal uit Nederland wordt getekend, beschreven en gedetermineerd, in het bijzonder vuurstenen artefacten en aardewerk. Ook wordt aandacht besteed aan de analyse van grondsporen.
Ingangseisen
BA2-colleges vroege en late prehistorie hebben gehaald.
Leerdoelen
De student kan vuurstenen artefacten primair classificeren en tekenen;
De student bezit over basisvaardigheden om aardewerk te beschrijven (rand, bodem, magering, potvorm, etc) en te tekenen;
De student kan aardewerk en vuursteen determineren naar periode (LBK, Swifterbant, etc);
De student kan grondsporen analyseren, dwz kan uit opgravingstekeningen bijvoorbeeld een huisplattegrond reconstrueren;
De student kan de opdrachten in groepsverband uitvoeren.
Onderwijsvorm
Practica + hoorcollege + zelfstandig werk.
Toetsing
Opdrachten.
Literatuur
aanbevolen worden:
L.P.Louwe Kooijmans et al. (eds) 2005 Nederland in de prehistorie (Amsterdam: Bert Bakker);