In dit blok wordt het genre van de Neolatijnse elegie in kaart gebracht, een van de favoriete genres van de rijke Neolatijnse literatuur van de 15e t/m 17e eeuw. Bestudeerd worden de gedichten van een selectie topauteurs uit verschillende delen van Europa (b.v. Pontano, Sannazaro, Janus Pannonius, Helius Eobanus Hessus, Janus Secundus, Lotichius Secundus) waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan het verschijnsel intertekstualiteit met de klassieke elegische schrijvers (Propertius, Tibullus, Ovidius), en de receptie van de klassieke literatuur in de vroegmoderne tijd en de creatieve imitatio van literaire modellen.
Rooster
Onderwijsvorm
Werkcolleges. Indien nodig zal de groep in tweeën gesplitst worden.
A la carte- en Contractonderwijs
Niet beschikbaar voor A la carte- of Contractonderwijs.
Leerdoelen
Kennis:
- Verbreding van de kennis van Latijnse literaire teksten door kennismaking met de rijke Neolatijnse literatuur (de Neolatijnse elegische poezie in het bijzonder). Verdieping in de problematiek van de literaire genres in de Latijnse literatuur. Introductie in de materiële achtergronden van Neolatijnse teksten (dichtbundels in de 15e t/m 17e eeuw, demonstratie bijzondere collectie van de Universiteitsbibliotheek Leiden).
Vaardigheden:
- Het houden van een referaat, het schrijven van een (beknopte) scriptie alsmede discussievaardigheden. Wetenschappelijk leren werken. Vertrouwd raken met en oefenen van de methodiek van intertekstueel onderzoek.
In het leerlijnen-overzicht kan je vinden welke academische vaardigheden je bij dit vak oefent, en hoe deze bijdragen tot het bereiken van de eindtermen van de opleiding.
Literatuur
Selectie teksten wordt bekend gemaakt aan het begin van de cursus.
Toetsing
Mondeling referaat (20%), actieve participatie in discussie (10%) en scriptie (70%).
Aanwezigheid bij de colleges is verplicht.
Informatie
Toelatingseisen
Deze cursus is toegankelijk voor BA2-studenten GLTC.