Verdiepend college over de neolithiserings-processen in Japan, Korea en China, aansluitend op het propedeuse college. Aan de hand van kenmerkende sites en case studies worden de jager-verzamelaars culturen (met name de Jomon in Japan), de overgang naar landbouw en de verdere Neolithische ontwikkelingen, en de invloed daarvan op de rest van de regio (Oost-Azië) nader beschouwd. Ook de archeologische praktijk in de betrokken landen t.o.v. de prehistorie zal aan bod komen.
(NB: dit college zal om het jaar afgewisseld worden met “Staatsvorming in Oost-Azië”, dat desgewenst als verdere specialisatie in het derde BA jaar gevolgd kan worden)
Ingangseisen
Toelating tot BA2
Leerdoelen
Kennis van de types prehistorische materiële cultuur en archeologische data met betrekking tot jager-verzamelaars en landbouwers; alsmede kennis van en inzicht in de formatieve processen en culturele ontwikkelingen tijdens de prehistorie, zoals veranderingen m.b.t. subsistence-economie, nederzettingen, materiaalgebruik & technologie, uitwisseling & handel, ideologie en sociale structuur. (a.d.h.v. het Oost-Aziatische voorbeeld).
Globale kennis van de chronologie van de Oost-Aziatische culturen van jager-verzamelaars tot en met het Late Neolithicum (ca. 30.000 – 3000 BCE), en deze kunnen definiëren. Inzicht in de archeologische thema’s, methoden en praktijk, zoals getoond in de case studies, en deze kritisch kunnen beschouwen
Onderwijsvorm
Responsie-college.
Toetsing
Opdrachten en schriftelijk tentamen.
Literatuur
Wordt aan het begin van de collegereeks bekendgemaakt, zie ook de Blackboard-module.