Tegenwoordig wordt steen en been geklaagd over jeugdigen die overlast bezorgen en ronduit crimineel zijn. Ook overheerst de indruk dat in tegenstelling tot het verleden daders steeds jonger worden, ernstiger misdrijven plegen en de sociale controle sterk is afgenomen. Deze aannames worden zelden getoetst. Het is de vraag of de hedendaagse overlast van jongeren en de daarmee samenhangende jeugdcriminaliteit werkelijk van een andere orde is dan voorheen. In de beeldvorming wordt zulk gedrag in het verleden meer geassocieerd met het kattenkwaad van Dik Trom en zijn kornuiten, terwijl de huidige tijd lijkt te worden gedomineerd door gevallen van openlijk (zinloos) geweld, seksuele vergrijpen, intimidatie en vandalisme. Die trend lijkt bevestigd te worden door recente cijfers over criminaliteit van jongeren in de jaren negentig. Wanneer we die periode althans vergelijken met het decennium dat eraan voorafging.
Bij de analyse van een dergelijke vorm van overlast en criminaliteit in het verleden zijn twee dimensies van belang. Om te beginnen de subjectieve: hoe zijn zulke vergrijpen in eerdere periodes beleefd; en daarnaast een objectieve, met z’n nadruk op aard en intensiteit. Om erachter te komen hoe de jeugd zich de afgelopen eeuw gedroeg, zal in dit college onder meer onderzoek worden gedaan in politiearchieven en lokale kranten van Den Haag en Leiden. Twee steden die op een aantal punten (denk aan sociale samenstelling en grootte van de bevolking) sterk van elkaar verschillen, waardoor het mogelijk is na te gaan in hoeverre zulke kenmerken doorwerken in de mate en aard van de overlast en criminaliteit. Naast de vergelijking tussen deze twee steden, wordt ook een vergelijking gemaakt in de tijd. Daarbij worden drie periodes onderscheiden: 1) het interbellum; 2) de jaren vijftig en zestig met de opkomst van de destijds als problematisch beschouwde massajeugd, zoals de nozems en 3) de periode vanaf de jaren tachtig met zijn beruchte hangjongeren.
Na een korte fase van het lezen en bediscussiëren van algemene literatuur over de geschiedenis van criminaliteit, stedelijke jeugd en sociale controle, zullen de studenten onder begeleiding onderzoek doen in de archieven van Den Haag en Leiden. Beide gemeenten beschikken over een goed geïnventariseerd politiearchief en (deels digitaal ontsloten) lokale kranten.
Onderwijsvorm
Werkcollege. NB verplichte aanwezigheid zie studiereglement Instituut voor Geschiedenis, art 2)
Studielast
Totale studielast voor de cursus : 280 uur
Colleges: 30 uur
Literatuur: 80 uur
Onderzoek en werkstuk 170 uur
Literatuur
Wordt nader bekend gemaakt.
Toetsing
Participatie werkcollege
Referaat 20 %
Werkstuk 80 %
Rooster
Semester II zie rooster.
Informatie
Bij de docent: Prof. dr. Leo Lucassen
Blackboard/webpagina
Ja.
Aanmelden
Aanmelden via U-TWIST, zie aanmeldingsprocedures.