Dit college wordt gegeven in blok 2 en blok 3.Het college wordt deels in het Engels gegeven (het flora-deel).
Studenten leren paleobotanische gegevens interpreteren (botanische macrofossielen en pollen) , ze krijgen informatie over faunaontwikkeling en domesticatie. Tevens hoort het volgen van het practicum tot de cursus. Tijdens dit practicum komen studenten in aanraking met pollenanalyse, zo?ie, botanische macrofossielen en malacologie (mollusken).
Leerdoelen
Knowledge of the basic principles of taxonomy (what is taxonomy, who is Linneaus, etc.);
Knowledge of the paleaobotanical techniques used to reconstruct past landscapes, including plant macrofossil analysis and palynology;
Understanding of how to interpret palaeobotanical data and make palaeo-environmental (including palaeoclimate) reconstructions;
To investigate the domestication of plants;
To learn about the archaeo-zoological techniques used to reconstruct the past (including skeleton, bone, teeth analysis where appropriate from humans, mammals both large and small, birds and fish);
To understand how skeletal material can inform archaeologists about seasonality and palaeo-economy;
Knowledge of domestication;
To examine the evolution of certain animals in the Quaternary Period and discover what evolution is, why and when it occurs, and what mechanisms prompt evolution.
Practical:
To become familiar with the handling of fossils and using microscopes;
To learn to be able to distinguish different fossil types from one another (e.g. bone, antler, seed, shell and wood);
To acquire a knowledge of how to identify some specimens in each fossil type.
Onderwijsvorm
Werkcollege en practicum.
Toetsing
Schriftelijke tentamens. Het is mogelijk om het Engelse tentamen in het Nederlands af te leggen.
Literatuur
Wordt nog nader bekend gemaakt.