In het college wordt de positie van religieuze minderheden behandeld vanuit zowel islamitisch als Westers perspectief. Vanuit islamitisch perspectief wordt aandacht besteed aan de wijze waarop de islam zich in recht en praktijk uitspreekt over de positie van niet-moslimse minderheden onder islamitisch gezag en over de positie van moslimse minderheden onder niet-islamitisch gezag (fiqh al-aqaliyât). Vanuit Westers perspectief wordt ingegaan op de historische en hedendaagse wijzen waarop in het Westen wordt omgegaan met moslim-minderheden.
Doelstelling
Na dit college heeft de student inzicht in conceptuele kwesties als ‘religieuze minderheid’ en de wijzen waarop rechten en vrijheden van deze minderheden kunnen worden vormgegeven. Tevens zal de student kennis hebben over de verschillende onderwerpen waarop dit in praktijk werkt ten aanzien van islamitische minderheden in het Westen, en hoe hierover wordt gedacht door het islamitisch recht, door moslims zelf, en door Westerse overheden en regelgeving. Met behulp van een referaat wordt de student gestimuleerd om kritisch, maar met kennis van zaken met deze materie om te gaan.
Onderwijsvorm
Hoorcollege.
Toetsing
schriftelijk tentamen (2/3 eindcijfer) en schriftelijke opdrachten n.a.v. literatuur (1/3 eindcijfer)
Literatuur
artikelen op te geven door de docent
Toelating
Geen eisen.
Opmerkingen
Aanwezigheid is verplicht. Bij meer dan 2x afwezigheid wordt een student van verdere deelname aan het college uitgesloten.