Coördinator
Naam: C.G. Breedveld-de Voogd
Werkadres: KOG, kamer C215
Bereikbaarheid: Per mail dagelijks
Telefoon: 071 – 527 7884
E-mail: c.g.breedveld@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut voor Privaatrecht
Afdeling: Notariële vakken
Kamernummer secretariaat: B241
Openingstijden: Dagelijks van 09.30 – 12.30 uur
Telefoon secretariaat: 071 – 527 7880
E-mail: notarieelrecht@law.leidenuniv.nl
Omschrijving
Doel van het vak
1. Het verkrijgen van een grondige kennis en een goed inzicht in het onroerend goedrecht, dat wil zeggen het recht betreffende registergoederen.
2. Het verdiepen en kunnen toepassen van de reeds verworven kennis van het burgerlijk recht op de verbintenisrechtelijke- en goederenrechtelijke aspecten van het onroerend goedrecht.
3. Het door middel van interactief onderwijs verder ontwikkelen van de vaardigheid met de opgedane kennis en inzichten casusposities op te lossen. Dit gebeurt vanuit het perspectief van de centrale rol die de notaris speelt in het rechtsverkeer met betrekking tot registergoederen.
4. Het kunnen signaleren en duiden van actuele ontwikkelingen in het onroerend goedrecht
5. Het leggen van verbanden tussen de verschillende leerstukken van dit rechtsgebied en het plaatsen van deze leerstukken in het perspectief van de beginselen van het verbintenissenrecht en het goederenrecht.
6. Het ontwikkelen van een kritische houding ten opzichte van (ontwerp) wetgeving en jurisprudentie, met name in verband met de beginselen van het verbintenissen- en goederenrecht
Korte omschrijving van het vak
Het vakgebied onroerend goedrecht kan grofweg in vier deelterreinen worden onderscheiden, te weten:
de koop en verkoop van onroerende zaken;
het algemeen deel van het goederenrecht, voorzover van belang voor de rechtstoestand van onroerende goederen;
het bijzondere deel van het goederenrecht, in het bijzonder eigendom en beperkte zakelijke genotsrechten;
het hypotheekrecht.
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)
1. De student heeft kennis van en inzicht in het onroerend goedrecht alsmede de systematiek (waaronder de grondslagen en dragende beginselen) ervan.
2. De student is vertrouwd met de grondslagen en beginselen van het verbintenissen en goederenrecht op het gebied van het onroerend goedrecht en heeft besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening door de notaris alsmede van de rol die de notaris in het rechtsverkeer met betrekking tot registergoederen behoort te spelen.
3. De student is in staat om vanuit het systeem en de beginselen van het recht kritisch te reflecteren op (ontwerp) wetgeving en jurisprudentie op het gebied van het onroerend recht – mede gelet op de grenzen van (deel)vakgebieden – en heeft inzicht in de maatschappelijke en ethische context waarin het onroerend goedrecht zich ontwikkelt en manifesteert.
4. De student is in staat om juridische teksten op het gebied van het onroerend goedrecht, waaronder jurisprudentie en (ontwerp)wetgeving, te begrijpen en te analyseren, en voor niet-juridische lezers toegankelijk te maken.
5. De student is in staat juridische vraagstukken met betrekking tot het onroerend goedrecht aan de hand van de jurisprudentie en wetgeving te begrijpen, te analyseren en – zowel mondeling als schriftelijk – juridisch gefundeerd te beantwoorden.
6. De student is in staat om gekozen juridische oplossingen schriftelijk vorm te geven.
Onderwijsvormen
1.Hoorcolleges
Aantal à 2 uur: Gedurende 12 à 13 weken 2 x per week 2 uur hoorcollege
Namen docenten: prof. mr. W.G. Huijgen en mr. C.G. Breedveld-de Voogd
Vereiste voorbereiding door studenten: Bestuderen in syllabus opgegeven literatuur.
2.Werkgroepen
Aantal à 2 uur: Gedurende de cursus wordt drie maal een werkcollege gegeven
Namen docenten: prof. mr. W.G. Huijgen en mr. C.G. Breedveld-de Voogd
Vereiste voorbereiding door studenten: Het grondig voorbereiden van de vragen en de casuïstiek die in het werkboek is opgenomen.
3.Andere onderwijsvorm(en)
Geen.
Studiemateriaal
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
Pitlo/Reehuis Heisterkamp, 2006, Het Nederlands burgerlijk recht Deel 3, Goederenrecht, met bijdragen van G.E. van Maanen & G.T. de Jong, Deventer: Kluwer 2006
W.G. Huijgen, Koop en verkoop van onroerende zaken (Studiepockets Privaatrecht, nr. 58),derde druk, Deventer: Kluwer 2008.
Werkboek:
- Syllabus onroerend goedrecht 2009-2010, (In de syllabus zijn de vraagstukken voor de werkcolleges en aanvullende literatuur, jurisprudentie en/of recente (ontwerp) wetgeving opgenomen). De syllabus onroerend goedrecht 2009-2010 is naar verwachting begin 2010 te verkrijgen bij de afdeling Onderwijsmaterialen.
Reader:
- Modelakten Notarieel recht 2008 (onderwijsmaterialen)
Aanbevolen studiemateriaal
Wordt aangegeven op Blackboard.
Toetsing
Toetsvorm(en)
Schriftelijk tentamen, open vragen
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Ingangseis
Tenminste één van de twee vakken Goederenrecht en Verbintenissenrecht gehaald en voor het andere tenminste een vier.
Rooster
Voor vakken van de bachelor.
Inschrijving
Voor onderwijs geen inschrijving noodzakelijk; inschrijving voor tentamens via U-twist.
Digitale leeromgeving
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Bijzonderheden
Wie het vak Onroerend goedrecht als keuzevak wil volgen, maar niet het gehele vak (bijvoorbeeld alleen hypotheekrecht binnen het vak Onroerend goedrecht) moet uiterlijk 2 weken voorafgaande aan het begin van het gehele vak contact opnemen met de vakcoördinator.
Contractonderwijs
Belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), vinden hier meer informatie over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc.