Toegangseisen
Goede leesvaardigheid van de Duitse taal is vereist.
Beschrijving
Een van de meest bediscussieerde thema’s in de geschiedenis is de vraag hoe de misdaden van Hitlers nazi-regime mogelijk waren. Het antwoord op deze vraag is gezocht op verschillende niveau’s en in vele richtingen: in politiek-militaire ontwikkelingen (zoals de verloren Eerste Wereldoorlog), in economische factoren (de beursineenstorting van 1929 en haar gevolgen), in ideologische opvattingen (het sociaal-darwinistisch en eugenetisch gedachtegoed) of in de aard van de politieke cultuur van Duitsland na 1871. Duidelijk is dat daarbij gedacht wordt aan factoren op zowel de korte als de lange termijn, zoals de zwakte van de Weimar-republiek respectievelijk de sterk bureaucratische en militaristische traditie van het Duitse Keizerrijk.
In het college zal een aantal van deze verklaringen tegen het licht worden gehouden. Centraal staat de vraag in hoeverre er tussen de eenwording van Duitsland in 1871 onder leiding van Bismarck en Hitlers Derde Rijk (1933-1945) sprake was van continuïteit dan wel discontinuïteit op een aantal terreinen. Concreet betekent dit dat thema’s aan de orde komen als de erfenis van Bismarck voor de ontwikkeling van het liberalisme en de democratie, de betekenis van de Duitse Obrigkeitsstaat voor het politiek-maatschappelijke leven, het antisemitisme rond 1900 vergeleken met de periode na 1933, de Weltpolitik onder Wilhelm II en de buitenlandse politiek onder Hitler, de erfenis van de Eerste Wereldoorlog en de politieke (in)stabiliteit van de Weimar-republiek.
Leerdoelen
Gedegen kennis van de geschiedenis van Duitsland in de beschreven periode, inzicht in het vraagstuk van continuïteit en discontinuïteit en in enkele historiografische discussies over de Duitse geschiedenis; vaardigheid in het interpreteren van primaire bronnen en in het verrichten van een beperkte literatuurstudie over een zelfgekozen deelonderwerp en vaardigheid in de mondelinge en schriftelijke rapportage daarover in de werkgroep.
Rooster
Semester 1, zie hier
Onderwijsvorm
Werkcollege. (NB. verplichte aanwezigheid zie studiereglement Instituut voor Geschiedenis, art 2)
Het college bestaat uit een algemene discussie van de opeenvolgende periodes uit de geschiedenis van Duitsland, 1870-1945. Tijdens het college zal gewerkt worden met primaire bronnen (in het Duits) en met een handboek, waarover na zes bijeenkomsten een schriftelijke toets wordt afgenomen. Daarnaast verrichten de deelnemende studenten een zelfstandig literatuur- en bronnenonderzoek over een onderwerp naar keuze, wat zal uitmonden in een referaat tijdens het college en een werkstuk na afloop.
Toetsing
Schriftelijke toets; referaat; werkstuk (bepaalt 70% van het cijfer).
Blackboard
Nee
Literatuur
F. Boterman, Moderne geschiedenis van Duitsland 1800-heden (2e druk; Amsterdam 2005). ISBN 10: 9029562455. Dit boek dient bij de aanvang van het eerste college in het bezit van de student te zijn. Daarnaast worden tijdens het college een aantal cruciale primaire bronnen bestudeerd en besproken. Deze zullen tijdens het college beschikbaar zijn.
Aanmelden
Zie aanmeldingsprocedure.
Contact
E-mail: dr. P. Dassen