Studiegids

nl en

Vakdidactiek Nederlands

Vak
2010-2011

Toegangseisen

Allen toegankelijk voor studenten van de lerarenopleiding Nederlands.

Leerdoelen:

De leraar in VMBO-TL en onderbouw en bovenbouw HAVO/VWO moet de leerlingen helpen zich de basiskennis en principes van het schoolvak eigen te maken en vertrouwd te raken met de manier waarop deze kennis in het dagelijkse leven en in de wereld van het werken gebruikt wordt. Bovendien moet hij zijn leerlingen introduceren in de kennis, principes, onderzoekswijzen en toepassingen van de wetenschappelijke discipline(s) waaraan het schoolvak gerelateerd is. Daartoe dient de leraar over de volgende kwalificaties te beschikken: – heeft zelf een grondige kennis en beheersing van de leerinhouden waarvoor hij verantwoordelijk is en kent het belang van die leerinhouden voor toekomstig beroep en en/of dagelijks leven van de leerlingen. – Kan gevarieerde lessen ontwerpen en geven waarbij leerlingen de geplande doelen bereiken en daarbij gemotiveerd en actief voortbouwen op reeds verworven kennis en vaardigheden – Evalueert de leeractiviteiten en de effecten hiervan en stelt op basis hiervan zo nodig zijn handelen bij. – Formuleert en onderbouwt een bij de eigen persoon en situatie passende praktijktheorie op vakonderwijs, op basis van reflectie op eigen leservaringen en relevante algemene en domeinspecifieke onderwijsleertheorieën.

Beschrijving

In Vakdidactiek 1 staan vooral de kennisbasis en basisvaardigheden centraal. Het gaat om de rol van docent als vakdidacticus. Dat betekent dat de dio de leerlingen moet helpen zich de basiskennis en principes van het schoolvak Nederlands eigen te maken en ze vertrouwd te maken met de manier waarop deze kennis in het dagelijks leven gebruikt wordt. Om die verantwoordelijkheid met theoretische onderbouwing waar te kunnen maken, moet de dio vakinhoudelijk en didactisch competent zijn. Voor het vmbo-t ook pedagogisch-didactisch competent.
De werkgroep richt zich op vakonderdelen uit de onderbouw van havo en vwo en het vmbo-t.
De dio zal lessen ontwerpen vanuit de op school gebruikte methode.

Werkwijze (relatie met de praktijk) en in te leveren opdrachten

Werkgroep met uit te voeren opdrachten tijdens de bijeenkomsten en voor het vakdidactisch dossier.
Feedback van docent en elkaar tijdens de bijeenkomsten.
Opdrachten (waaronder lesplannen) worden in het vakdidactisch dossier opgenomen.
Tijdens vakdidactische supervisie worden resultaten en ontwikkeling met behulp van de vakdidactische rubric besproken.

Toetsing

In het vakdidactisch dossier zijn zes opdrachten uitgewerkt, voorzien van reflectie.

Studiemateriaal

Verplichte literatuur en aan te schaffen boeken
H. Bonset e.a., Nederlands in de onderbouw. Een praktische didactiek. Bussum: Coutinho.
Bolscher e.a., Literatuur en fictie. Een didactische handreiking voor het voortgezet onderwijs. Leidschendam: Biblion.
D. Schram & A.M. Raukema (red.), Lezen in de lengte en lezen in de breedte. Delft: Eburon. Stichting Lezen Reeks 7.
J. Land, Zwakke lezers, sterke teksten ? Delft 2009: Eburon

Digitale leeromgeving

Blackboard

Rooster