Toegangseisen
N.v.t.
Beschrijving
Dit college beoogt aan te leren hoe je het verhalende aspect in literaire teksten in films kunt analyseren, om die teksten uiteindelijk beter onderbouwd te kunnen interpreteren. Dat is alleen mogelijk indien we de interpretatie van de tekst (de talige of de beeldende) proberen uit te stellen door eerst meer informatieve elementen in de tekst te verzamelen. Tekstanalyse moet vooraleerst leidt tot een ruimere voorraad aan toetsbare of intersubjectief bediscussieerbare observaties, aan de hand van een heldere en consistente methode. Op basis van wat eerst zichtbaar is geworden, zijn er altijd meerdere mogelijkheden voor interpretatie. Maar ze zijn niet langer alle even goed mogelijk. Nogmaals, het gaat in dit college om de analyse van het verhalende in proza en film. In het vervolgcollege tekstanalyse staan drama en poëzie op de rol (en dat college bouwt dan voort op de kennis die in dit college is opgedaan).
Voor beide colleges tekstanalyse geldt: op basis van wat er in de tekst staat, op basis van close reading, en vooral op basis van wat met analytische begrippen zichtbaar wordt in teksten, is het zaak relevante aspecten en elementen in een tekst te kunnen benoemen. Vervolgens komt de stap de interpretaties te leren formuleren, onderbouwd met de analytische bevindingen. De analytische methode die wordt aangeboden is consistent. Ze is relevant en valide voor verschillende teksttypen in verschillende media. Zowel de prozateksten als de poëtische, de dramatische en filmische benaderen we semiotisch. Het gaat bij een semiotische analyse en interpretatie niet om het vinden van de enig juiste, ware betekenis van een tekst, maar wel om het maken van een goed gemotiveerde en controleerbare interpretatie. De analytische begrippen die een analyse en vervolgens interpretatie mogelijk maken komen uit de semiotische (film-)narratologie en poëzietheorie. Het gaat hier bijvoorbeeld om begrippen als taalsituatie, verteller, filmische verteller, focalisator, geschiedenis, verhaal, ruimte, off-screen ruimte, personage, semantische as, of tracking shot; en om begrippen als lyrisch subject, metafoor, metonymie, synecdoche, parallellisme, toop, affect, dramatische taalsituatie, theatraliteit, e.a.
Leerdoelen
Teksten systematisch kunnen analyseren om ze uiteindelijk beter onderbouwd te kunnen interpreteren; inzicht hebben in de verschillende taalsituaties in proza, film, poëzie en drama; respect hebben voor de tekst – er staat wat er staat of er wordt weggelaten wat er wordt weggelaten; het geduld en de vaardigheid hebben om te kunnen close readen; op basis van wat met analytische begrippen zichtbaar is geworden in teksten relevante aspecten en elementen in een tekst kunnen benoemen; interpretaties leren onderbouwen en verdedigen.
Rooster
Onderwijsvorm
Werkcollege
Toetsing
Werkstuk
Literatuur
Mieke Bal, Narratology: Introduction to the Theory of Narrative, Toronto 2009 (derde herziene editie)
Peter Verstraten, Handboek filmnarratologie, Nijmegen: Vantilt 2008.
Aanmelden
Studenten die willen deelnemen aan deze colleges moeten zich daarvoor aanmelden via het Universitair Studenteninformatiesysteem uSis
Aanmelding voor A la carte en contractonderwijs
N.v.t.
Contact
Bij de docent, dhr. F.W.A. Korsten
Opmerkingen
Voor meer informatie, zie ook de eigen website van de opleiding Film- en literatuurwetenschap