Deze beschrijving wordt voor 2011-12 mogelijk nog licht gewijzigd.
Leerdoelen
De student kennis te laten maken met het scala aan ziekten van het zenuwstelsel dat betrekking heeft tot en/of effect op cognitie en emotie.
De student inzicht te geven in de etiologie, epidemiologie, diagnostiek en therapie van enkele specifieke ziektebeelden (Alzheimer, vasculaire dementie, depressie, angst).
De student inzicht te geven in het onderzoek betreffende deze ziekten en (zo mogelijk) de richting van dit onderzoek in de komende jaren.
Beschrijving
Dag 1: Inleidende colleges die een overzicht moeten verschaffen van het scala aan ziekten dat betrekking heeft tot en/of effect op cognitie en emotie, en een aanzet tot inzicht in hun etiologie en epidemiologie, in de diagnostische technieken en in de huidige therapeutische mogelijkheden. Neuroloog, Neurofarmacoloog, Neuropsycholoog, Psychiater.
Dag 2/3: Dementie (vasculaire dementie) (Verdiepingscollege in de ochtend, ‘s middags groepszelfstudie dan wel werkgroep, de volgende ochtend responsiecollege)
Dag 3/4: Alzheimer
Dag 4/5: Depressie
Dag 5/6: Angst
Dag 7: Colloquium: Iedere werkgroep een uitgebreide voordracht over nader te bepalen onderwerpen gebaseerd op onderwerpen en opdrachten van de voorgaande dagen, maar verdergaand (zelfstandig verder literatuur onderzoek en denkwerk vereist). Te bespreken onderwerpen moeten alfa en bèta integreren. Beoordeling van de voordrachten (op inhoud) door docenten én studenten middels stemkastjes.
Literatuur
Primaire artikelen, hand-outs van colleges (via Blackboard).
Toetsing en opbouw colleges
Inleidende colleges
Verdiepingscolleges/(Zelfstudiegroep of Werkgroep)/ Responsiecollege cyclus
Colloquium (door studenten)
Werkgroepopdrachten waarin steeds 2 studenten (bij voorkeur een alfa en een beta) samen een deelopdracht uitvoeren, dat vervolgens de groep (6 studenten) bijeenkomt om de complementaire deelopdrachten te bespreken en zo een totaalbeeld te vormen, eventueel een vraag te beantwoorden die alle deelopdrachten in zich verenigt.
Beoordeling van de colloquiumvoordracht zal meetellen voor het eindcijfer. Deze beoordeling wordt toegekend aan alle studenten van de werkgroep, dus een teambeoordeling. Geen specifieke kennistoets, wel representatieve vragen/opdrachten in de eindtoets.