Studiegids

nl en

Seksualiteit in Europa 1850-1990

Vak
2012-2013

Toegangseisen

BSA norm en beide propedeuse Themacolleges behaald.

Beschrijving

Hoewel het een natuurlijk gegeven lijkt, blijkt seksualiteit bij nadere beschouwing een historische variabele. In dit werkcollege bestuderen de studenten de sociale organisatie van seksualiteit in Europa, tussen 1850 en 1990. In de eerste zes sessies worden aan de hand van voorgeschreven literatuur de grote debatten in de seksualiteitsgeschiedenis behandeld. Daarbij worden juridische, sociale en culturele perspectieven op de geschiedenis van seksualiteit uitgelicht. Thema’s die aan de orde komen zijn pornografie, prostitutie, het ontstaan van seksuele identiteiten en het politieke gebruik van seksuele mores.

De studenten kiezen tijdens de eerste twee weken een onderzoeksonderwerp dat wordt uitgewerkt in een individueel werkstuk. Daarbij mag worden gekozen voor zowel een thematische, biografische als hagiografische invalshoek. Tijdens de eerste bijeenkomst wordt een lijst met suggesties voor onderwerpen uitgedeeld.

Onderdeel van het werkcollege zijn een excursie naar het archief voor de vrouwenbeweging Aletta in Amsterdam en een pornografiedebat, waarbij de studenten in een Lagerhuis-opstelling verschillende stellingen verdedigen en aanvallen.

Leerdoelen

Na het voltooien van deze module kunnen studenten:

  • Een overzicht geven van historiografische debatten over seksualiteit in de negentiende en twintigste eeuw

  • Diverse methodologieën die gebruikt worden in de seksualiteitsgeschiedenis kritisch evalueren

  • Een overzicht geven van secundaire bronnen die bestudeerd kunnen worden om een seksualiteitsgeschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw te kunnen schrijven

  • Zelfstandig een vraagstelling formuleren voor hun eindwerkstuk en daarbij passende (primaire en) secundaire bronnen zoeken

  • Een werkstuk schrijven op het niveau van een tweedejaars bachelorstudent

Rooster

Zie rooster Geschiedenis

Onderwijsvorm

Werkcollege

Toetsing

  • Participatie tijdens bijeenkomsten: 10%

  • Referaat met positionering eigen deelonderzoek (historiografisch, methodologisch, theoretisch): 30%. Studenten nemen een hand-out mee voor de docent en de medestudenten. Iedere student treedt minimaal één keer op als referent bij het referaat van een ander.

  • Eindwerkstuk: ca. 10-15 pagina’s A4: 60% van het eindcijfer.

Blackboard

Ja

Literatuur

Wordt nader bekend gemaakt.

Aanmelden

Via uSis

Contact

Email: Mw.dr. A.C.M. Tijsseling