Toegangseisen
Beide tweedejaars BA-werkcolleges behaald.
Beschrijving
“ En effet, l’histoire n’est que le tableau des crimes et des malheurs ,” stelde Voltaire in 1767, waarmee hij de geschiedenis terugbracht tot een aaneenschakeling van misdrijven en catastrofes. Hoewel criminaliteit een constant verschijnsel is, blijkt het bij nadere beschouwing een historisch variabel fenomeen. De scheidslijnen tussen legale en strafbare praktijken zijn immers steeds anders getrokken.
In dit seminar doen de studenten een comparatief onderzoek naar een relevant thema, een relevante persoon of groep personen. Suggesties voor individuele werkstukken worden uitgedeeld tijdens de eerste bijeenkomst. Daarin worden prominente figuren uit de Europese criminaliteitsgeschiedenis opgenomen, maar ook hervormingsbewegingen en suggesties voor onderzoek naar strafrechtshervorming.
Zo werken de deelnemers gezamenlijk aan het creëren van een Europees overzicht van ontwikkelingen op het gebied van continuïteiten en veranderingen in het werkveld van de criminaliteitsgeschiedenis in brede zin. Tijdens de laatste bijeenkomst wordt de som van de individuele werkstukken opgemaakt en formuleren we een antwoord op de vraag welke rode lijnen er te ontdekken zijn in de Europese criminaliteitsgeschiedenis.
Leerdoelen
Na het voltooien van deze module kunnen studenten:
Een overzicht geven van historiografische debatten over de criminaliteitsgeschiedenis in de negentiende en twintigste eeuw
Diverse methodologieën die gebruikt worden in de geschiedenis van het straffen kritisch evalueren
Een overzicht geven van bronnen die bestudeerd kunnen worden om een criminaliteitsgeschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw te kunnen schrijven
Zelf een vraagstelling formuleren voor hun eindwerkstuk en daarbij passende primaire en secundaire bronnen zoeken
Een werkstuk schrijven op het eindniveau van een bachelorstudent
Rooster
Zie rooster Geschiedenis
Onderwijsvorm
Werkcollege
Toetsing
Participatie tijdens bijeenkomsten: 10%
Referaat met positionering eigen deelonderzoek (historiografisch, methodologisch, theoretisch): 30%. Studenten nemen een hand-out mee voor de docent en de medestudenten. Iedere student treedt minimaal één keer op als referent bij het referaat van een ander.
Eindwerkstuk: ca. 10-15 pagina’s A4: 60% van het eindcijfer
Blackboard
Ja
Literatuur
Wordt nog bekend gemaakt
Aanmelden
Via uSis
Contact
Email: Mw.dr. A.C.M. Tijsseling