Studiegids

nl en

Excursiewerkcollege Berlijn

Vak
2012-2013

Toegangseisen

De student moet de propedeuse Kunstgeschiedenis hebben afgerond. De Minor student moet 15 ects van de Minor hebben afgerond.

Beschrijving

Berlijn biedt een schat aan oude, moderne en contemporaine beeldende kunst, architectuur, en kunstnijverheid. In de werkgroep zal de stad Berlijn ook worden bestudeerd vanuit het oogpunt van collecties en musea. De afgelopen twintig jaar heeft de hereniging van voormalig oost en west Berlijn een nieuw en prestigieus aanzicht gegeven aan deze metropool. Oude gebouwen en musea werden gerestaureerd, collecties werden opnieuw toegankelijk gemaakt en nieuwe musea werden gesticht. In dit werkcollege worden deze musea bestudeerd en worden verschillende tentoonstellingen in allerlei soorten musea en collecties geanalyseerd. Dit accent is mede bedoeld voor studenten die de minor Musea, Erfgoed en Collecties volgen.

Studenten die de minor Musea, Erfgoed en Collecties doen kunnen deze cursus volgen voor 5 EC of 10 EC door uitbreiding van hun onderzoek voor de paper, of door mee te gaan met de excursie Berlijn, maar dienen zelf de financiering voor de excursie te regelen.
Hiervoor kun je contact opnemen met Dr. M.A. Leigh: m.a.leigh@hum.leidenuniv.nl.

Leerdoelen

Studenten leren zich zelfstandig te verdiepen in een onderwerp dat is gerelateerd aan het excursiedoel (Berlijn) in een kunstvorm naar keuze (architectuur, beeldende kunst, kunstnijverheid), en leren daarbij gebruik te maken van het kunsthistorisch apparaat, hun kennis van technische en materiële aspecten, en invalshoeken als vorm, functie en inhoud van de in beschouwing genomen artefacten.

  • Kunnen anticiperen op het analyseren van een onderwerp binnen de museale en monumentale omgeving van het excursiedoel (Berlijn), en in confrontatie met een veelheid aan contemporaine kunstvormen.

  • In aanvulling op kunsthistorische methoden en technieken t.a.v. geïsoleerde kunstobjecten op wetenschappelijke wijze kunnen rapporteren over de implicaties voor kunstenaar, opdrachtgever en publiek van het begrip ‘kunst in situ’.

  • In de praktijk van het kunsthistorisch onderzoek kunnen duidelijk maken dat en hoe verschillende specialismen binnen de kunstgeschiedenis – de architectuur, de beeldende en toegepaste kunsten, fotografie – op elkaar betrokken kunnen worden.

  • Een eigen onderzoek mondeling (Powerpoint-ondersteunde presentatie van circa 15 minuten) en schriftelijk (tekst van circa 3000 woorden) kunnen presenteren op wetenschappelijk niveau.

Rooster

Conceptrooster: woensdag 19-21 uur.
Maar let op! voor het definitieve rooster zie de roosterpagina van de opleiding
De excursie (8 tot 10 dagen) is gepland in de periode: 18 mei – 31 mei 2013

Onderwijsvorm

Combinatie:

  • Hoorcollege.

  • Werkcollege (incl. referaat).

  • Zelfstandige literatuurstudie.

  • Excursie (optioneel voor Minor studenten)
    Er is bij de werkcolleges en tijdens de excursie aanwezigheidsplicht. Verzuim door omstandigheden dient vooraf te worden gemeld, met opgaaf van redenen. Bovendien geldt dat de cursus niet succesvol kan worden afgesloten wanneer de student meer dan 2x afwezig is geweest. Bij in gebreke blijven kan de toegang tot het college verder worden ontzegd. Alleen in uitzonderlijke gevallen zal de Examencommissie de mogelijkheid van een aanvullende of vervangende opdracht overwegen. (Zie ook het OER.)

Toetsing

Een klein schriftelijk tentamen met enkele open vragen (25% van het eindcijfer), referaten en werkstuk (samen 75% van het einddcijfer), deelname excursie (afronding eindcijfer).

Blackboard

Materiaal ter voorbereiding van de colleges wordt via Blackboard ter beschikking gesteld.

Literatuur

N.t.b.

Aanmelden

Via Usis (geldt niet voor eerstejaars propedeuse studenten Kunstgeschiedenis, welke groep voor dit werkcollege automatisch is aangemeld).

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

N.v.t.

Contact

Drs. M.A. de Ruiter
Dr. M.A. Leigh (voor minorstudenten)

Opmerkingen

De excursie vereist een goede conditie.
Afhankelijk van het aantal aangemelde studenten wordt bepaald hoeveel groepen aan de excursie zullen deelnemen en of er tussen voltijd- en deeltijd-excursiebestemming gewisseld kan worden.