Studiegids

nl en

Nederlands-Indische reisverhalen in de negentiende en twintigste eeuw

Vak
2013-2014

Toegangseisen

BA Nederlandkunde / Dutch Studies; BA Nederlandse Taal en Cultuur; BA Literatuurwetenschap

Beschrijving

Het doel van dit college is om kennis te maken met schrijvers van reisverhalen in de Indische archipel. In de de negentiende eeuw gaat het vaak nog om avontuurlijke reizen, in de twintigste eeuw duiken de eerste toeristen op.
Er is de afgelopen jaren met enige regelmaat aandacht geschonken aan Indische reisverhalen, maar er is nog heel veel niet onderzocht. Een groot aantal reisverhalen is in boekvorm gepubliceerd, maar een niet minder groot aantal ligt nog verscholen in kranten, tijdschriften en archieven.
In dit college komen verschillende vormen van het genre aan bod, en de ontwikkelingen die het reisverhaal doormaakt. Daarbij gaan we in eerste instantie op zoek naar gepubliceerde reisverhalen, maar ongepubliceerd materiaal wordt niet uitgesloten.
Door elke student wordt een tekst geanalyseerd en geïnterpreteerd. Belangrijk in die analyse is hoe er naar die exotische wereld en zijn bevolking wordt gekeken. In die analyse spelen postkoloniale theorieën een belangrijke rol.
Er is een groeidende belangstelling voor de bestudering van reisverhalen in een postkoloniale context. Anders dan fictie pretenderen reisverhalen de werkelijkheid zelf weer te geven, maar hoe realistisch is dat. Ook reisverhalen bestaan uit representaties die deel uitmaken van een veel breder discours, in het geval van Indische reisverhalen van een koloniaal discours. Vragen die bij de bestudering ervan aan de orde komen zijn: welke plaats rol spelen zij in het koloniale discours? Hoe helpen zij mee om vorm te geven aan koloniale samenlevingen en het legaliseren van koloniale ondernemingen.
In het programma zijn excursies opgenomen naar het Scheepvaartmuseum in Amsterdam en het Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde in Leiden.

Leerdoelen

Kennis van en inzicht in de positie van de Nederlandse koloniale en postkoloniale literatuur.
Kennis van de kernbegrippen en de theorie van het onderzoek naar (post)koloniale literatuur
Bijdrage aan de geschiedschrijving van de Nederlandse letterkunde.
Plaatsing van deze reisverhalen in een internationale context.
Het zelfstandig vinden en kritisch beoordelen van ongepubliceerd archiefmateriaal en gepubliceerde reisteksten.
Het zelfstandig vinden en kritisch beoordelen van relevante wetenschappelijke literatuur, en het toepassen ervan (analyseren en interpreteren) op de Nederlandse (post)koloniale literatuur.
De student leert welke vragen men aan zulk materiaal kan stellen en hoe men daarover op adequate wijze kan rapporteren. Tevens wordt aandacht gegeven aan de wijze waarop de resultaten voor een breed publiek toegankelijk kunnen worden gemaakt.
Het houden van een referaat waarin bovengenoemde leerdoelen verwezenlijkt worden.
Het schrijven van een werkgroepsscriptie waarin bovengenoemde leerdoelen verwezenlijkt worden.

Rooster

Maandag, van 13-15 uur. Zie collegerooster MA Neerlandistiek / Dutch Studies

Onderwijsvorm

Werkcollege

Studielast

Totale studielast voor de cursus: 280 uur.

  • uren die aan het volgen van college worden besteed: 28 uur.

  • excursies en voorbereiding: 16 uur

  • tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur; theorie: 20 uur

  • zoeken naar teksten en lezen ervan: 60 uur

  • schrijven van notities en houden van referaten: 40 uur.

  • tijd voor het schrijven van een werkstuk: 116 uur (inclusief inlezen / onderzoek)

Toetsing

Notities: 10 %
Referaat: 25 %
Werkgroepscriptie: 65 %

Blackboard

Ja, voor studiehandleiding, voor mededelingen, voor het inleveren van opdrachten en werkstukken.

Literatuur

Met betrekking tot de theorie wordt bestudeerd:

Edward Said, ‘Introduction’, in: Orientalism, London, 1991 (Penguin Books), p. 1-28.
Edward Said, ‘Introduction’, in: Culture & Imperialism, London, 1994, p. XI-XXXII.
Douwe Fokkema, ‘Argumenten voor een nieuw kosmopolitisme, naar aanleiding van Chen Xiaomei’s “Occidentalisme”, Saids “Orientalisme” en Foucaults discours-begrip’, in: Tijdschrift voor Literatuurwetenschap, 1 (1996), p. 83-97.
Bill Ashcroft, Gareth Griffiths, Helen Tiffin, ‘Introduction’, in: The Empire writes back, theory and practice in post-colonial literatures, 2nd edition. London, 2002, p. 1-13.
Theo D’haen, ‘Inleiding’, in: Herinnering, herkomst, herschrijving, koloniale en postkoloniale literaturen, Leiden, 1990, p. 1-17.
Theo D’haen, ‘Inleiding’, in: Weer-werk, schrijven en terugschrijven in koloniale en postkoloniale literaturen, Leiden, 1996, p. 1-3.
S. Huigen, ‘Over de grenzen van het koloniale discours’, in: De nieuwe taalgids, 87 (1994), p. 120-130.
S. Huigen, ‘De representatie van de kolonie, enkele gedachten over het onderzoek van koloniale teksten’, in: Indische Letteren, 10 (1995), p. 175-186.
Mary Louise Pratt, ‘Introduction: Criticism in the contact zone’, in: Imperial eyes, Travel Writing and Transculturation, 2nd edition. London, 2008, p. 1-12.
Mary Louise Pratt, ‘From the Victorian N’yanza to the Sheraton San Salvador’, in: Imperial eyes, Travel Writing and Transculturation, 2nd edition. London, 2008, p. 197-223.
F.W. Korsten, ‘Postmodernisme – representatie’, in: Lessen in literatuur, 2e herz. dr., Nijmegen, 2005, p. 251-274.

De primaire literatuur – de reisverhalen – wordt op het college vastgesteld.

Aanmelden

De studenten kunnen zich via uSis& aanmelden. Bij problemen met de aanmelding dient contact te worden opgenomen met het secretariaat
tel. 071 527 2233

Contact

Prof. dr. O.J. Praamstra
Dr. R.A.M. Honings