Studiegids

nl en

Tutoraat (inclusief Bibliotheekpracticum en Practicum proefpersonen)

Vak
2014-2015

LET OP: de Academische Pabo heeft een eigen tutoraat

Toegangseisen

N.v.t.

Beschrijving Tutoraat

  • Praktische oefeningen in schrijf- en presentatievaardigheden. Studenten moeten voor diverse studieonderdelen papers of andere schriftelijke werkstukken maken. Binnen het Tutoraat wordt aandacht geschonken aan het verwijzen naar literatuur. Daarnaast verzorgen studenten presentaties die door de tutor en medestudenten van feedback worden voorzien.

  • Studieplanning en strategisch/zelfstandig studeren.

  • Kritisch omgaan met het ethisch verantwoord wetenschappelijk handelen, zowel van zichzelf als dat van anderen, met speciale aandacht voor wetenschappelijke fraude en de NVO-beroepscode.

Leerdoelen

  1. Het bevorderen van het inzicht in de samenhang van de verschillende onderdelen van de propedeuse onderling, en in relatie tot het onderwijsprogramma voor het vervolg van de bacheloropleiding en in de masteropleiding.
    1. Het op – aanvangsniveau – realiseren van de volgende vaardigheden:
  • het vergaren van relevante informatie over een specifiek thema, inclusief het gebruik van bibliotheekhulpmiddelen

  • het vervullen van individuele deeltaken in een samenwerkingsverband;

  • het – op aanvangsniveau – bevorderen van voor wetenschappelijke vorming relevante attituden, zoals: verwondering en nieuwsgierigheid, bereidheid tot twijfel, inspanning en doorzettingsvermogen, oog voor maatschappelijke consequenties en bereidheid tot samenwerking.

Eindtermen

  1. Vakinhoud
    1.2 De bachelor heeft kennis van de geschiedenis en ontwikkeling van de pedagogische wetenschappen.
    1.4 De bachelor heeft kennis van (beleid van en voor) het pedagogisch beroepsveld.

  2. Academische Vaardigheden
    3.1 Het verzamelen van wetenschappelijke literatuur, kritisch bezien ervan, vaststellen van de relevantie en samenvatten van de kern.
    3.2 Het wetenschappelijk en ethisch kunnen analyseren en beschrijven van praktische en theoretische pedagogische vraagstukken.
    3.4 Correct schriftelijk rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere professionele context.
    3.5 Correct mondeling rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere professionele context.

  3. Professioneel Gedrag
    4.3 Is in staat om het eigen leerproces te sturen.
    4.4 Kan reflecteren op ethisch verantwoord wetenschappelijk en pedagogisch handelen van zichzelf en anderen.
    4.5 Toont in de samenwerking met anderen (respondenten, collega’s, cliënten) verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid, respect en communicatieve vaardigheid.
    4.6 Kan anderen feedback geven en omgaan met feedback van anderen.

Beschrijving Practicum Proefpersonen

Het leren doen van wetenschappelijk onderzoek is één van de pijlers van de Bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen. Verschillende studie-onderdelen worden hieraan gewijd: Onderzoekspracticum 1, Praktische data-analyse met SPSS (beide in de propedeuse), Onderzoekspracticum 2, Methoden van kwalitatief onderzoek, Oefenonderzoek (tweede jaar) en het Bachelorproject (derde jaar).
Om een oordeel te kunnen vellen over de waarde van de resultaten van (andermans) empirisch onderzoek en over de ethische aspecten ervan, is het nuttig zelf te ervaren hoe het is om onderwerp van onderzoek te zijn. Daarom nemen eerstejaars studenten verplicht deel aan onderzoek dat bij het Instituut Pedagogische Wetenschappen of het Instituut Psychologie wordt verricht; niet als onderzoeker maar als onderzochte. Tijdens de propedeuse fungeren studenten 8 uur als proefpersoon of respondent in een pedagogisch of psychologisch onderzoek.
Deze 8 uur worden geregistreerd via het Proefpersonenwervingssysteem waarover u nog geïnformeerd wordt. Binnen het tutoraat wordt aangegeven van wanneer aanmelden mogelijk is. Studenten bepalen zelf aan welke onderzoeken zij willen deelnemen. Wie vanwege bijvoorbeeld gewetensbezwaren niet wil deelnemen, dient een verzoek te richten aan de examencommissie. De examencommissie bepaalt ook of er vervangende opdrachten gemaakt moeten worden.
Alle studenten schrijven een verslag over hun ervaringen als deelnemer aan onderzoek.

Eindtermen

  1. Methoden en technieken van onderzoek
    2.1 De bachelor heeft basiskennis van en inzicht in de gangbare methoden en technieken van pedagogisch onderzoek, met inbegrip van de hoofdfases van wetenschappelijk onderzoek.

  2. Academische Vaardigheden
    3.1 Het verzamelen van wetenschappelijke literatuur, kritisch bezien ervan, vaststellen van de relevantie en samenvatten van de kern.
    3.2 Het wetenschappelijk en ethisch kunnen analyseren en beschrijven van praktische en theoretische pedagogische vraagstukken.
    3.3 Het formuleren van een consistente visie of betoog met passend afgewogen wetenschappelijke argumenten.
    3.4 Correct schriftelijk rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere professionele context.

  3. Professioneel Gedrag
    4.2 Is in staat om met begeleiding kennis van het vakgebied te verdiepen en verbreden.
    4.3 Is in staat om het eigen leerproces te sturen.
    4.4 Kan reflecteren op ethisch verantwoord wetenschappelijk en pedagogisch handelen van zichzelf en anderen.

Rooster

Rooster 1e semester
Rooster 2e semester

Onderwijsvorm

Alle eerstejaars studenten worden ingedeeld in tutorgroepen van ongeveer vijftien studenten die begeleid worden door een tutor. Na de eerste tutorbijeenkomst kan op verzoek van de student of de tutor (een student uit de Masteropleiding) een kennismakingsgesprek plaatsvinden, waarin bijzondere omstandigheden die van invloed op de studie kunnen zijn besproken worden. Van dit gesprek wordt een vertrouwelijk verslag gemaakt dat in het dossier van de desbetreffende student(e) wordt opgenomen. In het eerste semester zijn er eenmaal in de twee weken bijeenkomsten. In het tweede semester zijn er minder bijeenkomsten. De bijeenkomsten van het tweede semester staan voor een belangrijk deel in het kader van ethische aspecten van wetenschappelijk handelen (en sluiten nauw aan op het studie-onderdeel Inleiding in de praktische filosofie).

Het practicum ‘Bibliotheekgebruik en Literatuurresearch’ alsmede het onderdeel ‘taalvaardigheid Nederlands’ (eerste semester) zijn verplichte onderdelen van het tutoraat. Ook het Practicum proefpersonen valt onder het Tutoraat.

De eerstejaars studenten krijgen de groepsindeling thuis gestuurd (indien men zich tijdig heeft aangemeld bij de opleiding). De zalen en tijden van de verschillende tutorgroepen staan in het rooster op de website vermeld.

Let op: het tutoraat moet verplicht tijdens het eerste jaar van inschrijving gevolgd worden. Voor het onderwijsonderdeel Tutoraat wordt geen vrijstelling verleend (m.u.v. studenten die in de propedeuse van Psychologie met goed gevolg al het tutoraat hebben gedaan. Zij kunnen een vrijstellingsaanvraag indienen en eventueel vrijstelling voor het eerste semester krijgen).

Toetsing

Studenten ontvangen, indien men voldaan heeft aan alle eisen, de studiepunten na afloop van het tweede semester.

Een voldoende beoordeling van alle opdrachten en een actieve deelname aan het tutoraat. Alle bijeenkomsten van het tutoraat zijn verplicht; bij afwezigheid met een geldige reden dient altijd een vervangende opdracht gemaakt te worden. Vakantie geldt niet als geldige reden.

Eveneens dient men het practicum ‘Bibliotheekgebruik en Literatuurresearch’ met een voldoende afgesloten te hebben en dient men deelgenomen te hebben aan het onderdeel ‘taalvaardigheid Nederlands’

Voor het Practicum proefpersonen geldt:

  • 8 uur geregistreerd als proefpersoon aan onderzoek te hebben deelgenomen (ten laatste vóór 1 juli 2015);

  • Een voldoende beoordeling (tenminste 5,5 ) voor het verslag hebben behaald.

Blackboard
Voor het Practicum proefpersonen wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Contact

Coördinator is drs. A.W.M. Duijx, afd AGP. De heer Duijx heeft tijdens het eerste semester spreekuur op maandag van 11.00 – 12.00 uur.