Ingangseisen
Voor studenten die zich willen kwalificeren voor de NVO-registraties Basis-Orthopedagoog en de Basisaantekening Diagnostiek geldt dat zij een klinische stage moeten lopen. Bovendien moeten zij ook op Bachelorniveau aan de eisen van de NVO voldoen. Studenten die zich niet willen kwalificeren voor bovengenoemde NVO-registraties kunnen ook een praktische of een onderzoeksstage lopen. Aanbevolen wordt de vakken (1) Forensische gezinspedagogiek: ontwikkelingspsychopathologie en diagnostiek en (2) Preventie, family mediation en behandeling in de forensische context voorafgaand aan of gelijktijdig met de stage te volgen.
Vakbeschrijving
De klinische stage van de Masterspecialisatie Forensische Gezinspedagogiek biedt studenten een uitgelezen kans kennis te maken met de manier waarop in een forensische context met jeugdigen en gezinnen wordt gewerkt. Studenten gaan ook na wat de invloed is van het forensische kader: hoe en waarom is de beslissing over een casus (meestal door de rechter) tot stand gekomen? Studenten komen in aanraking met verschillende benaderingen en methodieken binnen de forensische pedagogiek (waaronder de benodigde klinische vaardigheden voor diagnostiek en behandeling). De stageactiviteiten hebben betrekking op het werk van de pedagoog in de forensische setting, op het snijvlak van opvoeding, recht, preventie en behandeling. In de stage staan de werkzaamheden op de gebieden diagnostiek, indicatiestelling en/of behandeling in een forensische context centraal. Sommige stages richten zich specifiek op diagnostiek en indicatiestelling, andere stages meer op behandeling, maar een combinatie is ook mogelijk. Indien op de stageplek verklarende diagnostiek wordt uitgevoerd, bestaat de mogelijkheid om tijdens de stage de NVO Basisaantekening Diagnostiek te behalen. Meer informatie hierover is te vinden op Blackboard.
De stageactiviteiten betreffen diverse gebieden, zoals:
intake, indicatiestelling en (gezins)diagnostiek (waar mogelijk alle stappen binnen de diagnostische cyclus);
training in en uitvoering van diverse vormen van (forensische) gezinsinterventies en bemiddeling (zgn. mediation);
hulpverleningsplanning en teambegeleiding;
ontvangen van supervisie, deelname aan intervisie en deskundigheidsbevordering;
beleid.
Een praktische stage is een externe stage waarin de student kennismaakt met het werk in het een specifiek forensische-pedagogische context. De stageactiviteiten zijn gericht op het werk van een forensisch pedagoog, maar kenmerken zich niet door een expliciet klinisch karakter. De student richt zich vooral op training, begeleiding en beleidsmatige activiteiten.
Een onderzoeksstage binnen de Masterspecialisatie Forensische Gezinspedagogiek biedt de student de mogelijkheid bekend te raken met onderzoeksactiviteiten op het gebied van forensische gezinspedagogiek. In de stage wordt de nadruk gelegd op het uitvoeren van verschillende onderzoeksactiviteiten zoals het werven van proefpersonen, het onder supervisie verzamelen en coderen van onderzoeksdata (in het lab, thuis, in de kliniek) en het analyseren van data. Onderzoeksstages worden vaak aangeboden in combinatie met een masterproject.
Leerdoelen
De algemene doelstellingen van zowel de klinische, de praktische als de onderzoeksstage zijn:
integratie van eerder in de opleiding aangeleerde kennis en vaardigheden met de forensische klinische praktijk, met name in realistische werksituaties;
het verwerven van verdere relevante kennis en vaardigheden en inzicht in praktische situaties in het forensisch werkveld;
intensieve kennismaking met het forensisch werkveld;
leren zelfstandig en verantwoordelijk te functioneren in een organisatie (professionele houding);
zicht krijgen op de eigen mogelijkheden en beperkingen, zowel met betrekking tot vaardigheden als met betrekking tot het persoonlijk functioneren.
Eindtermen: 8, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18.
Rooster
N.v.t.
Onderwijsvorm
De stage omvat minimaal 560 uur en wordt gedurende een periode van vier tot acht achtereenvolgende maanden uitgevoerd. Een deel hiervan is bestemd voor de verplichte stagebijeenkomsten, de voorbereiding van de bijbehorende opdrachten en het schrijven van de stageverslagen ten behoeve van de stagebeoordeling. De overige uren dienen te worden vastgelegd in het stagecontract en bijgehouden te worden in een logboek. Voor de stage waarin de diagnostische aantekening wordt behaald geldt dat minimaal 200 uur van het totaal aantal stage-uren besteed dient te worden aan het verrichten van gevarieerde diagnostische activiteiten bij minimaal drie casussen die zijn uitgevoerd onder supervisie van, beoordeeld en goedgekeurd door een door de NVO erkend supervisor.
Toetsvorm
Beoordeling op basis van het stageverslag geschiedt door de stagebegeleider en de schriftelijke beoordeling van de stageverlener.
Blackboard
Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Afhankelijk van de stage.
Inschrijving
Informatie over aanmelden voor de stage wordt gegeven op Blackboard, en via U-mail.
Contactpersoon
Contactpersoon voor de stage is Dr. F.C.P. van der Horst