Toegangseis
Alleen open voor studenten die de Educatieve minor volgen.
Leerdoelen
De student is in staat om met name voor leerlingen in de onderbouw van havo, vwo en vmbo-t vakonderwijs voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren, leerlingen te begeleiden, leerstof te ontwikkelen en in de schoolorganisatie te participeren.
De student is in staat een veilige leeromgeving voor deze leerlingen tot stand te brengen.
De student is in staat deze leerlingen te helpen de basiskennis en principes van het schoolvak eigen te maken en hen vertrouwd te maken met de manier waarop deze kennis en principes worden gebruikt in het dagelijkse leven en in de wereld van het werken.
De student is in staat zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar te onderzoeken, te expliciteren en te ontwikkelen.
Beschrijving
Praktijk 1 start aan het begin van de opleiding en beslaat de eerste helft van de opleiding. Het omvat minimaal 120 klascontacturen, waarvan de student ten minste 60 uren zélf (deel)lessen geeft. Voor de schoolvakken die zowel in onderbouw als bovenbouw worden gegeven worden in Praktijk 1, 40 van de 60 lessen in de onderbouw van havo, vwo en vmbo-t gegeven.
Een aanstelling op een school voor Voortgezet Onderwijs kan als praktijkdeel (mee)tellen als de baan: – een omvang heeft van minimaal 6 lesuren; – zowel onder- als bovenbouw uren bevat; – een minimale duur heeft van drie maanden. – voor studenten die werkzaam zijn in het mbo of hbo geld een verplichte stage in de onderbouw van het voortgezet onderwijs van 60 klascontacturen, waarvan de student minstens 40 uur zelf (deel)lessen geeft.
Daarnaast dient er op school een adequate begeleiding van de student te zijn en staat de school lesbezoek door de supervisor toe.
Werkwijze
Functioneren als docent waaronder verzorgen van onderwijs, observeren van lessen van collega’s, het voeren van gesprekken met leerlingen en ouders, bijwonen van vergaderingen, deelnemen aan schoolactiviteiten en ontwerpen van lesmateriaal. Daarnaast voert de student gesprekken met de begeleider op school (BOS) en met de supervisor.
Toetsing
Aan de hand van een zelfanalyse en informatie over het functioneren van de student in de praktijk (van leerlingen, vakcoach, BOS, schoolleiding) formuleert de supervisor een eindoordeel dat in het eindgesprek (middenevaluatie) met de BOS en de student wordt besproken.