Toegangseis
Arabische letterkunde en een gesproken taalvorm uit het 1e semester van het 2e jaar en toestemming van de examencommissie.
De inhoud van W.M. Watt, Bell’s Introduction to the Qur’ān / Nederlandse vertaling: Bell’s inleiding tot de Koran, vert. N.J.G. Kaptein (Utrecht, 1986) wordt bekend verondersteld.
Beschrijving
Op dit college wordt de tekst van de koran bestudeerd vanuit de filologische traditie en kijk op de tekst (zie het weekschema op Bb): hoe is de redactie van de tekst tot stand gekomen, zijn er variante lezingen, is er een wetenschappelijke editie van de koran, wat zeggen de oudste handschriften, in welke taal is de koran gesteld en is er een grammatica van die taal, compositorische, stilistische en grammaticale eigenaardigheden worden bestudeerd, de beschikbare woordenboeken worden kritisch bekeken, en vragen als deze. Allereerst wordt de student vertrouwd gemaakt met de reciet-tekens in de tekst, door hier in het Arabisch over te lezen. Op college wordt vervolgens Sūrat Yūsuf geheel gelezen (na zelfstandige vertaling door de student) aan de hand van o.a. de commentaar van Bayḍāwī in de vertaling van Beeston (incl. diens commentaar op Bayḍāwī), om aan de hand hiervan inzicht te bieden in de wetenschappelijke stand van bestudering van de koran vanuit dit perspectief in Oost en West.
Leerdoelen
Inzicht verschaffen in de unieke positie van de koran in de literaire geschiedenis van de Arabisch-islamitische wereld. Ook dient de student hierover te kunnen presenteren.
Rooster
Zie Roosters.
Onderwijsvorm
Werkcollege met het verplicht maken van mondelinge en schriftelijke opdrachten.
Aanwezigheidsplicht
Er geldt een aanwezigheidsplicht voor de werkcolleges: studenten worden geacht bij alle werkcolleges aanwezig te zijn. Indien de student niet voldoet aan voornoemde voorwaarde, wordt een onvoldoende toegekend en moet het werkcollege opnieuw gevolgd worden.
Studielast
Totale studielast: 140 uur
Colleges: 26 uur
(Deel)opdrachten en presentatie: 114 uur
Blackboard
Toetsing
Schriftelijke en mondelinge deelopdrachten én een eindopdracht. Het eerste blok wordt met een deeltentamen over de tot dan groepsgewijs behandelde stof afgesloten (30%); de schriftelijke opdracht aan het einde van het tweede blok omvat alle tot dan groepsgewijs en individueel opgedane kennis (70%).
De schriftelijke opdracht wordt geschreven in twee fases: een conceptversie waarop commentaar wordt geleverd en een definitieve versie die zal worden beoordeeld. Studenten die de deadline van de conceptversie niet halen, krijgen geen commentaar en hun cijfer zal worden bepaald op basis van de definitieve versie.
Literatuur
W.M. Watt, Bell’s Introduction to the Qur’ān. Edinburgh, University Press, 1970. Aanschaf facultatief
Ned. vert.: Bell’s inleiding tot de Koran. Vert. N.J.G. Kaptein. (Utrecht, 1986; facultatief)Men dient voor aanvang van het college te beschikken over de Egyptische Ḥafṣ ‘an ‘Āṣim- uitgave van de Koran. Deze tekst dient men bij zich te hebben op college.
Er zijn twee betrouwbare vertalingen van de Koran naar het Nederlands (die van Kramers, bewerkt door Jansen en Jaber, en die van Leemhuis, die tevens de vereiste Arabische tekst bevat). Deze tekst dient men bij zich te hebben op college.
De tekst van het boek van Beeston/Bayḍāwī wordt ter beschikking gesteld.
Aanmelden
Aanmelden via uSis.
Contact
Bij de docent: Drs. R.E. Kon