Studiegids

nl en

Werkcollege BA3: Vrouwen en kunst

Vak
2015-2016

Toegangseisen

Propedeuse Kunstgeschiedenis. Afgeronde tweedejaars Werkcolleges (BA2) en Excursiewerkcollege (of het equivalent daarvan).

Beschrijving

De relatie tussen vrouwen en kunst is de afgelopen decennia intensief bestudeerd. Het thema kent uiteenlopende invalshoeken. In de eerste plaats wordt veel studie gedaan naar de manier waarop mannen vrouwen hebben uitgebeeld en naar wat dit zegt over de houding die mannen in het verleden hadden ten opzichte van vrouwen en over het ideaalbeeld van de vrouw dat in de maatschappij werd gekoesterd. Aan de andere kant richt het onderzoek zich op de rol die vrouwelijke kunstenaars in de kunstgeschiedenis hebben gespeeld en wat hun positie was in een door mannen gedomineerde wereld. Tijdens deze werkgroep zal, aan de hand van een aantal thema’s, de rol van de vrouw in de kunst worden belicht. Onderwerpen die aan de orde zullen komen zijn: de positie van vrouwelijke kunstenaars vanaf de vroeg-moderne tijd, het vrouwbeeld van kunstenaars als Lucas van Leyden, zoals dat tot uitdrukking komt in zijn prenten en schilderijen, de positie van kunstenaressen op de kunstmarkt in de 17e eeuw, zelfrepresentatie van vrouwen in zelfportretten in de 16e en 17e eeuw, gender en de 17e-eeuwse genreschilderkunst, voyeurisme en het zelfbeeld van vrouwen in de fotografie na 1970. Gedurende de eerste helft van het college worden artikelen gelezen, waarin telkens een andere invalshoeken en/of methodes aan bod komen. Deze artikelen worden aan de hand van opdrachten kritische geanalyseerd voor het portfolio.

Leerdoelen

Zelfstandig kunsthistorisch onderzoek kunnen verrichten: een beredeneerd oordeel over wetenschappelijke literatuur kunnen formuleren en presenteren, zowel schriftelijk als mondeling. De eindtermen zijn:

  • Inzicht hebben in historische en actuele discussies over vrouwen en kunst.

  • Een thema kunnen selecteren voor eigen kunsthistorisch onderzoek en het daarbij formuleren van een relevante vraagstelling.

  • Het kiezen van een adequate methode om de vraagstelling te beantwoorden, het uitvoeren van literatuur- en bronnenonderzoek dat wordt uitwerkt in een literatuurlijst die aan de daarvoor gestelde eisen voldoet.

  • Een visueel ondersteund referaat van circa 20 minuten over de gekozen problematiek kunnen voorbereiden en presenteren, en daarbij effectief op vragen en opmerkingen van docent en medestudenten kunnen reageren.

  • Een gestructureerd betoog kunnen schrijven van 5000 woorden, exclusief noten en bibliografie, vanuit een relevante probleemstelling met een goed voorbereide conclusies.

Onderwijsvorm

  • Werkcollege

  • Zelfstandige literatuurstudie

  • Het houden van presentaties over de artikelen en het eigen onderzoek

Er is bij werkcolleges aanwezigheidsplicht. Verzuim door omstandigheden dient vooraf te worden gemeld, met opgaaf van redenen. Bovendien geldt dat deze cursus niet succesvol kan worden afgesloten wanneer de student meer dan 2x afwezig is geweest. Bij in gebreke blijven kan de toegang tot het college verder worden ontzegd. Alleen in uitzonderlijke gevallen zal de Examencommissie de mogelijkheid van een aanvullende of vervangende opdracht overwegen. Zie ook de [Onderwijs en Examen Regeling](http://www.hum.leidenuniv.nl/kunstgeschiedenis/reglementen/ "OER").

Studielast

totale studielast voor de cursus 10 ects: 280 uur. - bijeenkomsten werkcollege 12 × 2 = 24 uur

  • bestuderen van teksten voor de colleges: 20 uur

  • het bestuderen van de verplichte literatuur en bronnenonderzoek: 60 uur

  • het voorbereiding van presentaties en andere opdrachten: 16 uur

  • het schrijven van een catalogusteksten (inclusief inlezen / onderzoek en becommentariëren van werk van medestudenten): 160 uur

Toetsing

  • Deelname aan de groepsdiscussies en voorbereiding van colleges en opdrachten tellen als praktische oefening (verplicht onderdeel).

  • Portfolio (30%): studenten stellen een portfolio samen met daarin een analyse van de literatuur die voor de colleges moet worden gelezen. Als alle elementen met een voldoende zijn afgerond is 30% van het totale aantal ects behaald (daarvoor wordt dus geen cijfer gegeven).

  • Mondelinge presentatie (20%): referaat (ondersteund met PowerPoint-presentatie) over het eigen onderzoek.

  • Eindwerkstuk (50%): schriftelijk werkstuk van circa 5000 woorden excl. noten en literatuur (=9-10 pagina’s 1.5 regelafstand, excl. noten en literatuur).

Compensatie: het gewogen gemiddelde over de toetsonderdelen moet minimaal 6.0 zijn (afronding op één decimaal achter de komma).
Herkansing: een onvoldoende beoordeeld portfolio en/of eindwerkstuk kan eenmalig worden herkanst. Als herkansingsmogelijkheid voor de mondelinge presentatie kan een vervangende opdracht worden geformuleerd.

Blackboard

Er wordt gebruik gemaakt van Blackboard:

  • Voor literatuur

  • Power Points van colleges

  • Downloaden van werkstukken

  • Publiceren van de presentaties van de deelnemers aan de werkgroep

  • Algemene informatie

Aanmelden

Via uSis.

Contact

Drs. G.J. Nauta (studiecoördinator)
Dr. M.E.W. Boers (docent)

Opmerkingen

N.v.t.