Toegangseisen
N.v.t.
Beschrijving
In deze cursus staan de relaties tussen literatuur en film centraal. Om te beginnen zal de boekverfilming in het college als uitgangspunt dienen om na te denken over de verschillen en overeenkomsten tussen literatuur en film. Door romans met hun filmadaptaties te vergelijken wordt onderzocht welke narratieve technieken en (stijl)procédés beide media met elkaar gemeen hebben en door welke eigenschappen ze zich van elkaar onderscheiden. Om te ontkomen aan de conventionele hiërarchische positionering van de roman als geprivilegieerde bron en de film als secundaire afgeleide visualisering zullen in het college een reeks concepten worden besproken die de relatie tussen romans en hun verfilmingen op verschillende wijzen belichten. Naast termen zoals getrouwheid en authenticiteit onderzoeken we (aan de hand van theorieën van o.a. Leitch, Stam en Hutcheon en films van bijv. Luhrman, Godard en Arnold) hoe noties zoals intertextualiteit, dialogisme, meta-tekst, misvertaling, allusie, inf(l)ectie, permutatie, loyaliteit, quotationism, revisie, recycling, transculturaliteit en diachronie kunnen bijdragen aan reflecties op de adaptatie van roman naar film. Behalve de boekverfilming zal het college bovendien een groot aantal andersoortige relaties tussen literatuur en film adresseren. Welke filmische principes kunnen bijvoorbeeld worden ingezet in romans? Wat bedoelen we wanneer we een film ‘poëtisch’ of een roman ‘cinematisch’ noemen? Welke intermediale verbanden bestaan er tussen literatuur en film in novellisaties, videogedichten en stripverfilmingen? Hoe verhouden filmessays en autobiografische videodagboeken zich tot hun geschreven, literaire tegenhangers? Welke rol spelen romans in films over literatuur? Kan de televisieserie worden opgevat als een mengvorm van literatuur en film? Om deze vragen te beantwoorden lezen we theoretische teksten van bijv. Baetens, Seed, Renov en Creeber en bestuderen we (grafische) romans, films, tv-series en video’s van o.a. Ozon, Murakami, Clowes en Hershman.
Leerdoelen
Bij afronding van deze cursus:
heeft de student inzicht in de problematiek van adaptatie en is in staat tot theoretische reflectie op die problematiek;
heeft de student kennis van de manier waarop binnen de literatuurwetenschap ontwikkelde modellen bruikbaar zijn in de omgang met film;
is de student in staat allerlei manifestaties van de ‘literaire’ tekst (gesproken woord, geschreven tekst, literatuur als intertekst) op zijn functionaliteit in een (audio)visueel medium te analyseren.
Rooster
Onderwijsvorm
Hoor-/werkcollege
Studielast
Totale studielast: 70 uur
Colleges: 24 uur
Zelfstudie: 36 uur
Toetsing: 2 uur
Toetsing
Mid-termtoets (50%) en schriftelijk tentamen (50%)
Geen compensatie mogelijk: voor beide toetsen moet een voldoende worden gehaald.
Herkansing: ja, beide toetsen.
Blackboard
Blackboard wordt gebruikt voor mededelingen, het ter beschikking stellen van literatuur en/of ander studiemateriaal, en waar van toepassing voor wekelijkse lees- en schrijfopdrachten, discussiefora, peerfeedback, en het stellen van tussentijdse vragen aan docent en/of medestudenten.
Literatuur
Artikelen online beschikbaar dan wel via Blackboard.
Aanmelden
Via uSis
Aanmelding voor A la carte en contractonderwijs
Aanmelden Contractonderwijs.
Contact
Voor inhoudelijk vragen omtrent deze cursus kun je contact opnemen met Mw. Dr. J.J.M. Houwen.
Voor praktische vragen kun je je wenden tot de onderwijsadministratie Van Wijkplaats 3, kamer 002. Tel. 071 527 2251, mail.
Opmerkingen
Zie ook de eigen website van de opleiding Film- en literatuurwetenschap