Het doel van dit vak is studenten kennis te laten maken en te laten oefenen met enkele vormen van misdaadanalyse. De laatste jaren wordt er ten behoeve van de opsporing en vervolging van misdadigers en voor strategisch beleid steeds vaker gebruik gemaakt van wetenschappelijke methoden, in het bijzonder die van de criminologie. Misdaadanalyse is een toegepaste vorm van criminologiebeoefening die betrekking heeft op het in kaart brengen en analyseren van opsporing- en andere gegevens voor het vervaardigen van criminaliteitsbeleidanalyses, van hot-spotanalyses, financi? analyses, analyses van actieve criminele groepen en netwerken, analyses van combinaties van verdachtenkenmerken en misdrijfkenmerken en de analyses van bijzondere misdrijven. Hierbij worden de onderliggende theorie? methoden en praktijktoepassingen met elkaar in verband gebracht.
Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan het zogenaamde profileren van daders op grond van kenmerken van een of meer misdrijven. Dit onderdeel van de misdaadanalyse is de laatste jaren sterk in ontwikkeling. Het doel van dit onderdeel is om studenten inzicht te geven hoe met methoden die gebruik maken van kenmerken van een misdrijf of een serie misdrijven de dader kan worden gevonden of de groep potenti? daders kan worden verkleind. Hierin staat daderprofilering (offender profiling) en geografische daderprofilering centraal. In het vak wordt niet alleen de theorie van deze methoden besproken maar ook praktisch geoefend.
Dit onderwijs hangt samen met het onderzoeksprogramma ‘Veiligheid en Recht’, deelprogramma ‘Dynamiek van criminaliteit en regelovertreding’.
Coördinator
Naam: Dr. W. Huisman
Werkadres: Kamerlingh Onnes Gebouw
Telefoon: 071-527 7537
Spreekuur: Op afspraak via secretariaat
E-mail: w.huisman@law.leidenuniv.nl
Dept.: Strafrecht en Criminologie
Afdeling: Criminologie
Adres secr.: Kamerlingh Onnes Gebouw
tel. secr.: 071-527 7462
Openingstijden: Maandag t/m vrijdag 09.00-12.30 uur
E-mail: Criminologie@law.leidenuniv.nl
Onderwijsvormen
_1. Hoorcollege
_-Gedurende 3 weken 1 hoorcollege à 2 uur per week.
-Namen docenten: Gastdocenten. Vanuit de politiepraktijk zullen enkele werkgroepen worden aangevuld met toelichtingen van ervaren, leidinggevende rechercheurs.
_2. Werkcollege
_-gedurende 10 weken 1 werkcolleges à 2 uur per week.
-Namen docenten:Wordt nader bekend gemaakt
-Vereiste voorbereiding van studenten: bestudering van de te behandelen stof en maken van opdrachten
3. Andere onderwijsvorm
Met wetenschappelijke onderzoeksmethoden zullen studenten enkele van de in de doelstelling genoemde vormen van misdaadanalyse uitvoeren. Hierbij worden de probleemoplossende capaciteiten van studenten geoefend en verder ontwikkeld. Kennis over wetenschappelijke onderbouwde misdaadanalyse wordt toegepast in tussentijdse opdrachten die uit de praktijk van de opsporing voortkomen.
Studiemateriaal
Verplicht studiemateriaal
Literatuur: – Ainsworth, P.B. (2001) offerder profiling and crime ananlysis. Cullompton: Willan – Clark, R.V. & J.E. Eck (2003)_ Become a problem solving crime analyst. _London: University College London, Jill Dando Institute of Crime Science
Werkboek: Opdrachtenboek
Aanbevolen studiemateriaal
Literatuur: – Moerland, H. en B. Rovers (red.) (2000), Criminaliteitsanalyse in Nederland, Den Haag, Elsevier, (delen hieruit) – Bruinsma, G.J.N. (1999), Criminaliteitsbeeldanalyse van Twente in 1995, 1996 en 1997, Enschede, IPIT, 1999 (hieruit enkele hoofdstukken)
Toetsing
Toetsvormen: – Schriftelijk tentamen – Tussentijds werk schriftelijk: toepassing van vormenvanmisdaadanalyse – Mondelinge presentatie
Examenstof:
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkcollege en tijdens eventuele andere onderwijsvormen
Ingangseis
Studenten die dit vak willen volgen, dienen te zijn toegelaten tot de master criminologie, zie ook de OER
Rooster
Via facultaire website www.law.leidenuniv.nl
Inschrijving
Via U-twist
Digitale leeromgeving
_Inzet bij werkcollege
_Teletop: ja
Bijzonderheden
Het eindcijfer wordt bepaald door het tentamen en het gemiddelde van de gemaakte opdrachten, in de verhouding 2:1. De mondelinge presentatie telt mee als afronding.
Voor elke toetsvorm dient afzonderlijk een voldoende te worden behaald.